Strijd om Venetië leefbaar te houden
Het ergste is achter de rug, constateert het Voorspellingscentrum en Meldpunt Hoogwater op 12 november 2019 om negen uur ’s avonds. De afgelopen dagen is het water in de lagune van Venetië opgestuwd tot zo’n 150 centimeter – een zeer hoog peil, maar niet uniek.
Zoals gebruikelijk was het San Marcoplein –het laagste punt van de stad– als eerste met water volgelopen. De houten verhoogde plankieren waren opgesteld om bezoekers in staat te stellen ‘over’ het water in de straten te lopen.
„De chef van het team dat de plankieren opstelt, belde me vanaf een brug in de stad om te vertellen dat de plankieren er stonden en dat ze op huis aan gingen. De hemel was kristalhelder”, zegt Alvise Papa, het hoofd van het Voorspellingscentrum, die op dat moment in de controlekamer in het gemeentehuis was. „Plotseling hoorde mijn gesprekpartner een knal. De lucht kreeg als een donderslag bij heldere hemel een asgrijze kleur en vanuit het niets stak er plotseling een ongelooflijke wind op. De man moest zich aan de brug vasthouden, de plankieren vlogen door de lucht, een krantenkiosk kwam van de grond los en schoof over straat.”
Papa herinnert zich de veertig minuten van de storm, die kort maar hevig was, als de dag van gisteren. De wind stuwde het water met een extra 30 centimeter op, om uit te komen op een hoogte van 187 centimeter, maar een paar centimeter minder dan in het rampjaar 1966. De hele lagune leed ernstige schade, in totaal bijna een half miljard euro).
Ook het beroemde theater Fenice werd niet gespaard. Podiumtechnicus Andrea Muzzati bevond zich even na negen uur in de machinekamer. „Ik stond daar onder het podium toen het water van alle kanten binnenstroomde. We hebben onmiddellijk de elektriciteit uitgeschakeld. In het aardedonker hebben we geprobeerd te redden wat er te redden was, muziekinstrumenten, rekwisieten. De wind was zo sterk dat we de deuren niet konden openen.”
Tropische cycloon
Pierpaolo Campostrini, als ”procuratore” verantwoordelijk voor de veiligheid van de San Marcobasiliek, moest met lede ogen toezien hoe het water de kerk binnenstroomde. In de crypte, wijzend op een venster met tralies ervoor: „Hier stroomde het water als een rivier naar binnen.” Hij wrijft met zijn wijsvinger over een natuurstenen pilaar en likt eraan. „Zout, onze ergste vijand.”
Voor een beeldscherm met tal van tabellen kan Alvise Papa uitleggen wat er meteorologisch gezien die avond gebeurde. „We hebben acht voorspellingsmodellen, die door wetenschappelijke instituten van over de hele wereld zijn ontwikkeld, en geen enkele kwam maar enigszins in de buurt. De wind die plotseling opstak had alle kenmerken van een tropische cycloon. Dit is nooit eerder gebeurd.”
Het Voorspellingscentrum van Papa werd opgericht na de vloedgolf van 1966, toen Venetië bijna van de aardbodem werd weggevaagd. Uit die tijd dateren ook de plannen voor een waterkering. Dat leidde in 1989 tot het eerste prototype van Mozes, het acroniem voor de projectnaam dat natuurlijk ook verwijst naar de doorgang door de Rode Zee.
De waterkering bestaat uit 78 caissons die op de bodem (op 12 tot 14 meter diepte) liggen van de drie inlaatkanalen die de lagune met de zee verbinden. In elke betonnen bak rust een holle, metalen schuif die met water gevuld op de bodem ligt. Als er hoogwater wordt voorspeld vult de schuif zich met lucht, waardoor hij zich opricht en boven komt drijven. Als alle schuiven van een inlaatkanaal omhoog staan, ontstaat er als het ware een drijvende waterkering.
Laatste schuiven
Mozes moet de effectieve oplossing zijn voor hoog water tot 3 meter. Er is echter veel kritiek op het project. „Elk weekend als ik met mijn vriendinnen in Venetië uit eten ga, barst de kritiek weer los”, zegt Monica Ambrosini, woordvoerder van het bouwconsortium. De aanmerkingen hebben vooral te maken met de lange bouwtijd. De spreekwoordelijke eerste steen werd gelegd in 2003. Afgelopen januari werd de laatste van de 78 schuiven geplaatst. Na zeventien jaar is het dan bijna zover. „Over vijf maanden is Mozes in principe klaar en kan de dam in geval van nood al in gebruik worden genomen. Een herhaling van 12 november kan worden voorkomen”, zegt Ambrosini. Mozes zal op 31 december 2021 worden opgeleverd.
De lange bouwtijd is vooral te wijten aan corruptie, hetgeen bij grote overheidsprojecten in Italië niet ongewoon is. Tegenstanders van de dam wijzen geregeld naar Nederland, waar veel sneller en veel goedkoper waterkeringen zijn gebouwd. De stormvloedkering in de Oosterschelde werkt ook met schuiven, maar die zijn tussen grote pijlers gemonteerd. De dam is zichtbaar. Dat geldt ook voor de twee enorme sluisarmen van de Maeslantkering.
De Venetiaanse waterkering mag echter niet zichtbaar zijn als hij in ruste is – dat was de vereiste van de opdrachtgever. Kennelijk kent de esthetica geen prijs. Het is wel te hopen dat de zeespiegelstijging niet al te zeer doorzet. Dat zou betekenen dat Mozes heel vaak in actie moet komen, waardoor er feitelijk een vaste dam wordt gecreëerd. Er is hoe dan ook nog een probleempje. „De regering heeft nog steeds geen aanbesteding uitgeschreven voor het beheer en onderhoud van Mozes”, vertelt ingenieur Giovanni Cecconi, die in het verleden bij het consortium heeft gewerkt. „Dat moet echter zo snel mogelijk gebeuren. Ik nodig dan ook zeker Nederlandse ondernemingen uit om aan de inschrijving deel te nemen zodra die bekend wordt gemaakt.” Voor onderhoudskosten wordt jaarlijks 100 miljoen euro gereserveerd.
De toekomst van Venetië ligt niet alleen in handen van de waterkering. Er zijn ook andere factoren, zoals de ontvolking en het massatoerisme, die ertoe kunnen leiden dat er een einde komt aan Venetië als een leefbare stad. Het inwonertal holt achteruit. In 1951 telde het historische centrum nog 150.000 inwoners, vorig jaar bleek dat de bevolking in zestig jaar tijd met twee derde was gekrompen (53.000 inwoners).
Bruggetjes en steegjes
De meeste Venetianen zoeken hun toevlucht aan de vaste wal, waar het leven goedkoper is en de huizenprijzen lager liggen. Bovendien is de infrastructuur in de oude stad lastig. De vele bruggetjes en steegjes waar de stad zo beroemd om is, vormen een obstakel voor ouderen, maar ook voor rolstoelen en kinderwagens. De stad is feitelijk het grootste (geaccidenteerde) voetgangersgebied ter wereld. De basisvoorzieningen –bakker, postkantoor, schoenmaker– nemen af, er komen meer hotels, cafés en souvenirwinkels. Het is een fenomeen dat toeristische steden wereldwijd treft, maar het historisch centrum van Venetië met een oppervlakte van 798 hectare het meest.
Het toerisme stijgt enorm. In 2019 verbleven er 11 miljoen toeristen één of meer nachten in Venetië. Het aantal dagjesmensen is overweldigend: naar schatting jaarlijks 25 miljoen. Maar de laatsten leveren in de ogen van Luigi Brugnaro, de flamboyante burgemeester van Venetië, weinig economisch voordeel op. „Families die naar de stad komen, nemen een flesje water mee, wat luiers en een broodje.” Hij bedoelt dat deze toeristen nauwelijks iets uitgeven. „Daar is op zich niets op tegen, maar onze stad kan dat niet aan. Daarom laten we dagjesmensen entreegeld betalen.”
Brugnaro wil de toeristenmassa ook heropvoeden. Sinds juli vorig jaar gelden er gemeentelijke verboden, zoals het zitten op trappen of in portalen. Overtreders kunnen een boete van maximaal 200 euro tegemoetzien. De politie heeft het afgelopen halfjaar ruim 300 boetes uitgedeeld, waarvan 30 aan illegale verkopers van tassen, riemen en dergelijke. Die verkopers zijn nu een zeldzaamheid in de stad. Ook werden er vijf personen aangehouden omdat ze in een van de kanalen zwommen (350 euro boete) en drie toeristen omdat ze met een ontbloot bovenlijf of in zwemkleding rondliepen (250 euro). „Het is niet ons doel mensen te beboeten”, zegt de burgemeester, „maar hen verantwoordelijk te maken voor hun gedrag.”
Sensors
Venetië heeft de ambitie een ”smart city” te worden, waarbij de stad via een netwerk van sensors, internet en andere informatietechnologie (ICT) wordt bestuurd. „We hebben op 34 belangrijke plekken in de stad sensors geplaatst die de voetgangers volgen.” De sensors houden het aantal mensen bij, met welke snelheid ze zich voortbewegen en of het kinderen of volwassenen zijn. „Daarmee kunnen we voorzien waar opstoppingen ontstaan en de mensenstroom via andere wegen over de stad verdelen”, zegt Paolo Bettio, directeur van Venis, het gemeentelijk ICT-bedrijf.
„Deze slimme gegevens stellen ons in staat om bijvoorbeeld iemand per brancard via de minst drukke route af te kunnen voeren.” Het systeem wordt binnenkort gekoppeld aan de simkaartgegevens van een telecomleverancier, waarmee Venetië ook weet wat de herkomst van de toeristen is.
Entreegeld
Vanaf 1 juli kost het geld om het historische centrum van Venetië te bezoeken. Het introductietarief van 3 euro per persoon geldt tot en met 31 december. Daarna komt er een gedifferentieerd tarief, waarbij er op drukke dagen 8 euro moet worden neergeteld. Wie in het historisch centrum overnacht is vrijgesteld van betaling, maar ontkomt niet aan de toeristenbelasting (1 euro per hotelster).
Niet kopje onder
Afgelopen november kwam het waterpeil uit op 187 centimeter. Toch is er geen volwassene kopje onder gegaan. Als ijkpunt wordt namelijk het gemiddelde zeeniveau genomen, dat op ongeveer 80 centimeter ligt. Op die hoogte begint het San Marcoplein blank te staan. In de rest van Venetië houd je droge schoenen. Hoe meer het waterpeil stijgt, des te meer de rest van de stad onder water komt te staan. Grosso modo moet je 80 centimeter aftrekken van het opgegeven waterpeil. Afgelopen november kwam het water (op het San Marcoplein) tot aan de taille van de gemiddelde mens.