„Er zijn 25 doden en 145 gewonden gevallen tussen maandagochtend negen uur en dinsdagochtend negen uur. Vervolgens vielen er tussen 09.00 uur en 11.30 uur nog eens vijftien doden en 27 gewonden”, verklaarde een zegsman van het departement voor Volksgezondheid. Het zijn de zwaarste gevechten in deze overbevolkte wijk sinds april.

Sadr City geldt als een bolwerk van de radicale sjiitische geestelijke Muqtada al-Sadr. Zijn Mahdi-Leger voert al maanden strijd tegen de Amerikaanse militaire aanwezigheid in Irak. De vaak felle gevechten tussen de Amerikanen en de militie hebben in Bagdad en verscheidene steden in Zuid-Irak al vele honderden levens geëist.

Een zegsman van de geestelijke zei tegen de BBC dat de voortdurende Amerikaanse militaire invallen in het arme stadsdeel, waar ongeveer twee miljoen sjiieten wonen, het geweld veroorzaken. Volgens hem hebben zijn strijders „geen andere keuze dan het vuur te beantwoorden”.

Boven Sadr-City vlogen dinsdag Amerikaanse gevechtsvliegtuigen, terwijl op de verscheidene plaatsen in de wijk rookwolken waren te zien. Amerikaanse tanks zijn het gebied binnengetrokken. Vier Amerikaanse legervoertuigen blokkeren het al-Hay-plein waaraan een kantoor van al-Sadr staat.

Muqtada al-Sadr riep zijn volgelingen vorige week nog op de wapens neer te leggen. Medestanders van de geestelijke hebben laten weten dat hij zijn beweging wil integreren in het politieke proces. Al-Sadr zou op korte termijn een politiek programma presenteren.

Deze toezeggging kwam na drie weken van gevechten in de heilige stad Najaf. Het Mahdi-Leger vocht hier verbeten met de Amerikanen. Door een ingrijpen van de belangrijkste sjiitische geestelijke in Irak, groot-ayatollah Ali al-Sistani, kwam er een eind aan het geweld in Najaf.

Een van de oorzaken van het oplaaiend conflict in Sadr-City is de terugkeer van veel leden van het Mahdi-Leger die vorige maand nog in Najaf actief waren. Muqtada al-Sadr heeft eerder geëist dat de Amerikanen zich niet meer in dit deel van de hoofdstad laten zien, een eis waarop het Amerikaanse leger en de Iraakse interim-premier Allawi niet willen ingaan.