Nederland wees Argentinië op ‘truc’ om Julio Poch op te pakken
Het Nederlandse Openbaar Ministerie heeft de Argentijnse autoriteiten gewezen op de mogelijkheid de Argentijns-Nederlandse piloot Julio Poch in een ander land dan Nederland te laten aanhouden. Dat land zou hem dan aan Argentinië kunnen uitleveren, waartoe Nederland zelf geen kans zag. Dat blijkt uit een nieuw gespreksverslag dat het OM heeft gevonden, schrijft justitieminister Ferd Grapperhaus aan de Tweede Kamer.
De advocaat van Poch ziet hierin het definitieve bewijs dat Nederland „bewust het bestaande uitleveringsverdrag met Argentinië heeft omzeild”. Dat verdrag verbiedt om Nederlandse onderdanen uit te leveren. Poch heeft de Nederlandse nationaliteit.
Het OM opperde deze mogelijkheid in december 2008 tijdens een overleg in Nederland met de Argentijnen, toen die nog op uitlevering door Nederland mikten. Poch werd in september 2009 gearresteerd, in het Spaanse Valencia, om vervolgens door Spanje te worden uitgeleverd aan Argentinië. In zijn vroegere vaderland zat de Transavia-piloot acht jaar vast op verdenking van misdaden tijdens het bewind van de junta. De rechtbank daar sprak hem eind 2017 vrij en Poch kon terugkeren naar Nederland, al ging de Argentijnse justitie wel in hoger beroep.
Grapperhaus schreef eerder nog aan de Kamer dat het verzoek van Argentinië om een seintje te geven als Poch zich in het buitenland bevond, „voortkwam uit Argentijns strafrechtelijk onderzoek”. Wie het plan opperde kan belangrijk zijn, omdat Poch Nederland verwijt dat het hem in handen van de Argentijnen heeft gespeeld. Hij heeft een rechtszaak aangespannen om een schadevergoeding af te dwingen.
Poch’ advocaat Geert-Jan Knoops stelt in een reactie dat Nederland eerder openheid van zaken had moeten geven. We hebben de Staat al snel na de vrijlating aansprakelijk gesteld voor onrechtmatig handelen jegens Poch, maar dit wordt tot op heden nog betwist, aldus de advocaat. Ook wijst Knoops erop dat de rechtbank in Rotterdam juist maandag heeft bepaald dat nog drie van de door hem gevraagde zes getuigen zullen worden gehoord. De drie zijn ambtenaren van het OM die volgens Knoops direct betrokken moeten zijn geweest bij de constructie om Poch buiten Nederland aan te houden.
Tweede Kamerlid Sjoerd Sjoerdsma (D66) spreekt van een „pijnlijke onthulling”. Hij vindt het bovendien „opvallend” dat het OM minstens drie maanden wachtte voor het de minister inlichtte over het verslag.