Vragenlijst homogenezing roept vragen op
De enquête over homogenezingstherapieën is onzorgvuldig opgesteld, stelt het Interkerkelijk Contact in Overheidszaken (CIO). Wie de lijst bestudeert, kan inderdaad vraagtekens zetten bij het onderzoek.
Om een beeld te krijgen van de respondent, stellen de onderzoekers vier vragen over zijn of haar achtergrond. De vraag naar de geloofsgemeenschap waartoe de respondent behoort, is voorzien van meerdere antwoordopties. Iemand die kiest voor ”christelijk” heeft de keuze uit acht varianten: PKN, orthodox gereformeerd, bevindelijk gereformeerd, evangelisch, pinkstergemeenten, baptisten, katholiek of overig. Iemand die kiest voor ”islamitisch” of ”joods” heeft geen specificatie om uit te kiezen.
Door de vraag zo op te stellen, geven de onderzoekers er blijk van dat ze weinig kennis hebben van de kerkelijke kaart van Nederland. Is iemand uit de Christelijke Gereformeerde Kerken nu lid van een orthodox gereformeerde of van een bevindelijk gereformeerde geloofsgemeenschap? En hoe houden de onderzoekers rekening met verschillende stromingen in islam en jodendom?
Een respondent kan zijn of haar gekozen stroming wel toelichten. Het zal nog een heel karwei zijn om die opmerkingen te ordenen.
Aan de respondenten wordt verder gevraagd hoeveel procent van de geloofsgemeenschap waarvan zij deel uitmaken, jonger is dan 23 jaar. Het is onduidelijk waar die grens vandaan komt. Hebben de onderzoekers, die vaker op juridisch terrein opereren, gekeken naar bepalingen in het strafrecht? Dat kan. Maar wat maakt deze keuze beter dan de keuze voor een grens bij 18 of 21 jaar?
Het onderzoek moet diepgaand zijn, zo luidt de opdracht die de onderzoekers hebben meegekregen. Slordigheden passen daar niet bij. Toch zitten die wel in de enquête. Zo wordt er gesproken over homoseksualiteit die in strijd zou zijn met –let op het lidwoord– „het Heilige Schrift.” Vervolgens gaat het elders over informatie over het onderwerp vanuit „de Geschriften.” En weer ergens anders wordt gesproken over „de Heilige Schrift.”
Conversie
Vragen zijn er niet alleen over wat er wél, maar ook over wat er níét gevraagd wordt. Terecht stelde CIO-secretaris Woestenberg zaterdag dat de woorden ”conversie”, ”therapie” en ”genezing” niet in de enquête voorkomen, terwijl die wel van belang zijn voor het formuleren van een antwoord op de onderzoeksvraag.
Welke gevolgen dat heeft voor het onderzoek, hangt af van de status die de enquête daarin heeft. Maar het blijft gissen naar het doel ervan. Enerzijds wordt er met behulp van meerkeuzevragen informatie verzameld, bijvoorbeeld over de rol van „gelovigen met een homoseksuele (of andere seksuele) voorkeur binnen de geloofsgemeenschap.” Anderzijds wordt er gevraagd of de respondent wil meewerken aan een inhoudelijk interview.
Diepteinterviews
Het lijkt er niet op dat de onderzoekers al een kwalitatief onderzoek –met diepteinterviews– hebben uitgevoerd. Terwijl dat wél de opdracht is die ze hebben gekregen. Een vorm van kwantitatief onderzoek –zoals een enquête– zou aanvullend moeten zijn. Of is deze enquête een voorbereiding op kwalitatief onderzoek?
De vragen blijven vooralsnog onbeantwoord; de onderzoekers van Bureau Beke deden er maandagmorgen het zwijgen toe.