Leesonderwijs verdient ook een plek bij andere vakken
Er wordt veel nagedacht over de gebrekkige leesvaardigheid van jongeren. Het RD publiceerde diverse artikelen over leesmotivatie en voorlezen. Nu de nationale voorleesweek weer voorbij is, vraagt de rol van docenten bij het bevorderen van leesvaardigheid aandacht.
Goed kunnen lezen is zeer belangrijk. Volgens Catherine Snow, expert op het gebied van leesvaardigheid, is het een voorwaarde om in onze informatiesamenleving te kunnen functioneren. Er komt immers dagelijks een grote hoeveelheid informatie op ons af. Voortdurend moeten we bepalen welke informatie relevant genoeg is om te lezen en welke niet.
Over de leesvaardigheid van Nederlandse tieners bestaan nogal wat zorgen. Het internationaal vergelijkende Pisa-onderzoek maakt duidelijk dat hun leesvaardigheid sneller afneemt dan die in andere Europese landen. We moeten voorzichtig omgaan met internationale vergelijkingen, maar deze uitkomsten wekken toch de indruk dat het Nederlandse leesonderwijs niet optimaal is en dat scholen hun eigen rol in dit proces moeten onderzoeken.
Taalgericht vakonderwijs
Ruim tien jaar geleden ging het leesonderwijs op een aantal basisscholen in het oosten van het land op de schop. Deze scholen werden geconfronteerd met slechtere resultaten op het gebied van lezen dan op andere scholen. Docenten zochten de oorzaken bij het hoge aantal leerlingen met dyslexie, ze vermoedden dat de culturele diversiteit onder hun leerlingen de leesproblemen veroorzaakte of dachten dat een problematische thuissituatie zorgde voor slecht lezende leerlingen.
Een effectieve ingreep op het gebied van (technisch) lezen, waarbij leerlingen veel meer bij de hand werden genomen dan gebruikelijk was op deze scholen, bleek voldoende om de leesvaardigheid van de leerlingen (met al hun problemen) in enkele jaren op te schroeven tot het landelijk gemiddelde. Dit voorbeeld toont aan dat goede instructie door docenten het verschil maakt.
Daarnaast is het nodig dat leesonderwijs niet wordt beperkt tot de taalles of het vak Nederlands. Het verdient ook een plek bij andere vakken, zoals biologie.
Recente bevindingen van twee Nederlandse onderzoekers laten zien dat de integratie van vakinhoud en taal zeer zinvol is. Deze uitkomst vraagt om meer aandacht voor taalgericht vakonderwijs. Hierbij krijgen leerlingen de taal van een vak en de manier waarop taal door de gemeenschap van beoefenaren van het desbetreffende vak wordt gebruikt, gericht aangeleerd. Taalgericht vakonderwijs is daarom niet iets wat „er ook weer bij komt”, maar een manier om vakinhoud beter voor het voetlicht te brengen. Het stimuleert leerlingen om beter te worden in taal, om vakinhoud meer te gaan begrijpen en om te leren hoe bijvoorbeeld het ambacht van historicus in elkaar zit.
Weerbaar
Een probleem kan zijn dat Nederlandse scholen opereren in een complexe context. Verschillende partijen vragen aandacht voor zaken als 21e-eeuwse (ook wel brede of generieke) vaardigheden, leerstijlen en leerpleinen. Verschillende onderwijswetenschappers hebben echter betoogd dat deze zaken leerlingen niet of nauwelijks helpen bij het leren. Tegelijk vraagt invoering om soms forse investeringen in bijvoorbeeld gebouwen en gaan ze gemakkelijk ten koste van mogelijkheden om kinderen goed te leren lezen. Scholen hebben daarom behoefte aan docenten en schoolleiders die beschikken over een behoorlijke portie (vak)inhoudelijke en (vak)didactische kennis. Deze kennis maakt leraren en hun leidinggevenden weerbaar tegen ongefundeerde beweringen.
We moeten dus nog eens goed kijken naar het leesonderwijs en scholen laten onderzoeken waar ruimte voor verbetering is. Vragen kunnen zijn: Is er voldoende tijd voor goede instructie? En is er in het hele curriculum aandacht voor leesvaardigheid? Goed opgeleide docenten spelen daarbij een belangrijke rol. Investeren in bekwame docenten maakt het onderwijs dus beter.
De auteur doet vakdidactisch onderzoek en werkt als docent geschiedenis in het voortgezet onderwijs.