Malaise Europese industrie houdt aan
De malaise in de Europese industrie duurt voort. Dat valt op te maken uit de laatste cijfers van verschillende statistiekbureau’s. Vooral de situatie in Duitsland liet zich voelen. De grootste economie van Europa blijft last houden van handelsspanningen, de afzwakkende wereldeconomie en problemen in de auto-industrie.
De Duitse industriële productie viel in december 3,5 procent lager uit in vergelijking met een maand eerder. Op jaarbasis was sprake van een krimp met 6,8 procent. Onlangs werd nog bekend dat de Duitse fabrieksorders in december flink waren afgenomen. Volgende week komen nieuwe cijfers over de Duitse economie naar buiten. Volgens marktkenners zou het een positieve verrassing zijn als blijkt dat er in het vierde kwartaal geen krimp van de Duitse economie wordt opgetekend.
De Franse industrie, de tweede economie van de eurozone, kampte in de laatste maand van 2019 met een krimp van 3 procent op jaarbasis. De productie in december daalde op maandbasis met 2,8 procent. Vooral de Franse energiesector kampte met een neergang. Ook werden minder auto’s, treinen en andere transportmiddelen gemaakt.
De gemiddelde dagproductie van de Nederlandse industrie was in december 0,6 procent lager dan in dezelfde maand in 2018. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) was in vrijwel alle bedrijfsklassen sprake van krimp. Alleen de machine-industrie groeide. Voor het bepalen van de kortetermijnontwikkeling van de productie kan volgens het CBS het beste worden gekeken naar voor seizoen- en werkdageffecten gecorrigeerde cijfers. Ten opzichte van de voorgaande maand daalde de productie in december met 1,7 procent.
Industriële ondernemers waren in januari 2020 minder positief dan een maand eerder. Dan gaat het met name over het orderboek. Over de verwachte bedrijvigheid waren ze beter te spreken. De bezettingsgraad van de machines en installaties in de industrie was begin dit jaar 82,7 procent. Dat is het laagste niveau in drie jaar. Drie maanden geleden werden machines en installaties nog voor 84 procent benut.