Dat berichtte Open Doors, een organisatie die opkomt voor vervolgde christenen, woensdag.

De kerkgebouwen van de Sudan Internal Church, de rooms-katholieke kerk en de orthodoxe kerk in de stad Bout, vlakbij de grens met Zuid-Soedan, werden op zaterdag 28 december in brand gestoken. Dit gebeurde bij alle kerken op hetzelfde tijdstip. De politie nam de brandstichting voor kennisgeving aan, maar startte geen onderzoek, berichtte de Human Rights and Development Organisation (HUDO). De gebouwen werden provisorisch hersteld, maar donderdag 16 januari gingen ze opnieuw in vlammen op.

Volgens de minister van Religieuze Zaken, Nasr al-Din Mufreh, is de politie wel degelijk in actie gekomen. „Als er bewijs gevonden wordt voor een criminele daad, dan zullen de daders zich voor de rechter moeten verantwoorden. Ons land is vastberaden om religieuze vrijheid en religieuze gebouwen te beschermen.”

Soedan staat op plaats 7 van de Ranglijst Christenvervolging.