Senatoren kritisch over voorstel andere verkiezing Eerste Kamer
Veel partijen in de Eerste Kamer zijn kritisch op het kabinetsplan om de verkiezingswijze van de Senaat terug te brengen naar de situatie van voor 1983.
Dat bleek dinsdag, toen in de Eerste Kamer het rapport van de staatscommissie parlementair stelsel werd besproken. Die commissie, onder leiding van VVD-coryfee Johan Remkes, raadde in 2018 juist af om terug te gaan naar de oude situatie. Kern van het oude stelsel is dat senatoren niet vier, maar zes jaar zitten. Daarbij wordt iedere drie jaar de helft van de Eerste Kamerleden verkozen; de ene keer 37, de andere keer 38. Kleine partijen zou daardoor, afhankelijk van de precieze uitwerking, zetels kunnen kwijtraken of zelfs kunnen verdwijnen.
Het kabinet werkt echter aan een voorstel om de oude methode wél nieuw leven in te blazen. Daarvoor moet de Grondwet worden gewijzigd. Veel partijen besteedden dinsdag aandacht aan dit plan. VVD en CDA zijn niet negatief over het voorstel.
De meeste partijen waren echter kritisch. SP-senator Kox sprak van „nergens op gebaseerde onzin die het doel en de taak van deze Kamer voor onze burgers alleen nog maar onduidelijker zal maken.” De PVV, die de Eerste Kamer het liefst zou afschaffen, stelt dat met het voorstel de Senaat nog verder van de kiezers komt af te staan. Ook D66 is „nog niet overtuigd” van de noodzaak van het voorstel. De CU staat open voor een andere verkiezingswijze, maar zal zich „verzetten tegen elke wijziging die leidt tot een verkapte verhoging van de kiesdrempel.”
Niet doorzetten
Volgens SGP-senator Schalk, die nadrukkelijk tegen het voorstel is, ligt het voor de hand dat minister Knops (Binnenlandse Zaken) nu bij zichzelf te rade gaat of het voorstel wel moet worden doorgezet, nu er zoveel weerstand blijkt te zijn.