Het wonder van Asperen eindelijk herdacht
Met een ”razzia-ronde” –een wandeling langs historische locaties– en een bijeenkomst in het dorpshuis wordt dinsdagmiddag en -avond herdacht dat zo’n 400 mannen in Asperen door de Duitsers werden opgepakt. Een groot aantal werd als arbeider te werk gesteld in Krefeld. Alle mannen keerden levend terug.
Op 6 februari 1946 werd er in de plaatselijke kerk een herdenkingsdienst gehouden. „Daarna is er weinig aandacht meer besteed aan het wonder van Asperen”, zegt Gijs de Man (66), ooit betrokken bij de oprichting van de plaatselijke historische vereniging, beheerder van het fotoarchief van die club en lid van het Comité Filmerfgoed Asperen.
Door de viering van 75 jaar Bevrijding staat de ‘strafexpeditie’ van de Duitsers in het Gelderse plaatsje opnieuw in de belangstelling. In de nacht van 28 januari 1945 werd al duidelijk dat de bezetters hun oog op deze regio hadden laten vallen. Zeven mannen uit Heukelum, één uit Asperen en één uit Leerdam werden gevangengenomen door de Geheime Feldpolizei, een onderdeel van de Wehrmacht.
Een week later vond de razzia in Asperen plaats. De omvang van de Duitse inzet was opmerkelijk. „Bij de actie waren zo’n 500 militairen betrokken. Heel Asperen werd afgezet”, vertelt De Man. De soldaten uit onder meer Gorinchem, Leerdam en Geldermalsen drongen Asperen binnen, sloten de in- en uitvalswegen hermetisch af en doorzochten alle huizen. „De bewoners werden in één vertrek samengedreven; kasten, laden en dozen werden omgekeerd en doorwoeld. Onder bedden, in piano’s, in kelders en op zolders, overal zochten de Duitsers. Muren werden beklopt en steeds klonk de vraag: Waar zitten de wapens”, aldus een krantenartikel uit 1946.
Verzetsgroep
Volgens De Man is nooit duidelijk geworden wat de aanleiding tot de inval was. „Waarschijnlijk vermoedden de Duitsers dat er in dit gebied een verzetsgroep actief was. Kort daarvoor was er in Leerdam een aanslag op een trein gepleegd en was het distributiekantoor in Asperen overvallen.”
Volgens de overlevering zou een agent van de Gestapo of een NSB’er contact hebben gehad met een loslippige verzetsman, waarna het vermoeden ontstond dat Asperen een verzetshaard was. „En natuurlijk hadden de Duitsers ook arbeiders nodig. Ze zochten gericht naar een aantal mensen, die werden er uitgepikt en apart gezet, de andere gevangenen golden als bijvangst.”
De Duitsers maakten boter en spek buit, namen kostuums en sieraden mee, maar vonden geen wapens. Terwijl de dodelijk verschrikte bewoners in hun huizen zaten opgesloten, koelden de Duitsers hun woede. Ze doodden een evacué die probeerde te ontvluchten, bogen de vingers van vrouwen naar achteren om hen tot spreken te dwingen en schoten op honden en katten.
Dakgoten
Veel mannen en jongens verborgen zich tijdens de actie. In schuren diep onder het hooi weggedoken, in schuilplaatsen onder de vloer of verstopt in kasten en dakgoten ontkwamen ze aan de Duitsers. Ongeveer 400 gevangenen werden bijeengedreven in de garage van Kleyn. Een groepje van circa dertig ‘zware’ verdachten stond apart. „Onder hen waren dokter Kors –die een Joodse arts het leven redde door hem met valse papieren in dienst te nemen– en plaatselijk predikant Den Oudste. Die hield pal voor de razzia in een stampvolle kerk een anti-Duitse preek. Op basis daarvan werd hij opgepakt.”
’s Nachts wisten zo’n zeventig gevangenen met hulp van het verzet door een wc-raampje te klimmen en de polder in te vluchten. De ‘zware’ gevangenen werden de volgende dag naar Kamp Amersfoort vervoerd, de anderen werden in Duitsland te werk gesteld.
Uiteindelijk keerden alle gevangenen levend terug. Sterker nog: de meesten waren eerder vrij dan hun familie en vrienden in Asperen. Op 3 maart vond er een luchtaanval plaats vlak bij het kamp van de Nederlanders. De gevangenen maakten van de verwarring gebruik en kozen het hazenpad. Kort daarop werden ze opgepikt door de Amerikanen.
„Ze hebben maar even gewerkt en leden relatief weinig ontberingen. De meesten gingen naar familie in Brabant, dat toen al bevrijd was.” Volgens Gijs de Man leven er nog wel inwoners die de razzia hebben meegemaakt, van degenen die gevangen werden genomen is voor zover bekend niemand meer in leven.
Tijdens de bijeenkomst dinsdagavond voeren enkele nabestaanden het woord. „Er komen diverse thema’s aan de orde. Het verhaal van de razzia wordt verteld, de ontsnapping uit de garage en de tocht naar Duitsland. De zoon van dokter Kors vertelt over de trauma’s die mensen opliepen door de oorlog en oud-burgemeester Van Ruijven spreekt over de dilemma’s waar bestuurders voor stonden. Over het ”wonder van Asperen” zijn geen boeken geschreven, het is gebleven bij wat memoires en krantenartikelen. Het verhaal leeft niet echt. Dit is een mooie gelegenheid om het opnieuw te vertellen.”