Op Koerdische taal rust nog altijd taboe
De Turkse grondwet staat sinds twee jaar radio- en televisie-uitzendingen in het Koerdisch toe, maar de Koerden aarzelen om hun nieuwe rechten te claimen. De Koerdische kwestie blijft een heet hangijzer.
Volgens de nieuwe Turkse grondwet mogen Koerden in hun eigen taal radio- en televisieprogramma’s uitzenden, „tenzij ze een gevaar vormen voor de nationale veiligheid.” Journalist Nevzat Bingöl, eigenaar van de radio- en tv-station in de zuidoostelijke stad Diyarbakir, raakte eind oktober vorig jaar al zijn zendapparatuur kwijt na een inval van de politie. „Wij zonden uit in het Koerdisch, dat is de reden”, licht Bingöl toe. Hij ontkent beschuldigingen dat zijn station uitzond op dezelfde golflengte als de politie.
De oude Turkse grondwet bevatte twee artikelen waarin een aantal talen wettelijk verboden waren. Die passages heeft Ankara geschrapt. „Maar de mediawetten moeten eerst nog aangepast worden om de Koerdische taal wettelijke status te geven, en dat is nog niet het geval”, aldus het landenrapport voor mensenrechtenpraktijken over 2001, deze maand gepubliceerd door de Verenigde Staten.
Tot ergernis van de Turkse autoriteiten kijken vrijwel alle 12 miljoen Koerden sinds jaar en dag naar het in Europa gestationeerde Medya TV. Volgens Turkije is dit de spreekbuis van de Koerdische Arbeiderspartij PKK, die sinds 1984 een gewelddadige vrijheidsstrijd voert die al bijna 40.000 mensen het leven heeft gekost.
Vorige maand herdachten veel Koerden dat Turkse commando’s PKK-leider Öcalan drie jaar geleden in Kenia gevangennamen. De politie arresteerde bijna honderd sympathisanten van de in Turkije vastgehouden PKK-leider. Op verzoek van de gevangen Öcalan houdt de PKK zich sinds zijn arrestatie rustig. Volgens het Turkse leger houden zo’n 5.000 PKK-strijders zich schuil in Noord-Irak en herbergt Nederland bovendien kopstukken van de PKK.
Dat is Turkije een doorn in het oog, zo bleek vorige week toen de Nederlandse minister van Defensie De Grave de Turkse minister Mirzaoglu in Ankara ontmoette. Mirzaoglu maakte de frustratie van Turkije nog eens duidelijk door de Grave te vragen „waarom Nederland PKK-leiders onderdak verleent.”
De roep van de Koerden om culturele en politieke rechten klinkt steeds luider. De afgelopen tijd hebben duizenden studenten in Diyarbakir petities ingediend met het verzoek om voortaan les in het Koerdisch te krijgen. De campagne in het zuidoosten eindigde in massale arrestaties.
In Istanbul overhandigden enige tientallen Koerdische moeders vorige maand een petitie aan de lokale autoriteiten met verzoek om Koerdisch onderwijs voor hun kinderen. Tot nu toe krijgen alle Koerdische kinderen les in het Turks. Velen van hen horen voor het eerst Turks op de basisschool en begrijpen niets van wat de leraar zegt. Bovendien moeten de kinderen op het schoolplein elke morgen zeggen: „Ik ben er trots op Turk te zijn.”
„Elk mens heeft het recht om les te mogen krijgen in zijn moedertaal”, aldus Hasan Erzincan, voorzitter van de lokale vakbond voor leraren. Enkele dagen later arresteerde de politie twintig van de moeders. Hierop protesteerden circa 5000 ouders en studenten in Istanbul, hetgeen opnieuw leidde tot massale arrestaties.
„Wij kunnen geen compromis sluiten als het om onderwijs gaat”, zegt de Turkse premier Ecevit. De machtige Nationale Veiligheidsraad meent dat de campagne voor onderwijs in het Koerdisch achter de schermen door de terroristische PKK is opgezet en een verdeeld Turkije tot doel heeft.
De Turkse autoriteiten laten de Koerdische inzet om politieke en culturele rechten allerminst gelaten over hen heen gaan. Zo valt de zogenaamde moedertaalactie samen met de laatste rechtszittingen om de pro-Koerdische partij (HADEP) te verbieden. De openbare aanklager beschuldigt partijleider Murat Bozlak en vijftig andere HADEP-leden ervan met de PKK samen te werken. HADEP is de enige politieke spreekbuis van de Koerden en de opvolger van de DEP. De DEP-parlementariërs zitten gevangen nadat zij in 1994 tijdens hun beëdiging in het Turkse parlement Koerdisch spraken.
Daarnaast hebben Turkse openbare aanklagers recent zeven families in het zuidoosten aangeklaagd omdat zij hun kinderen Koerdische namen hadden gegeven. „In de steden Diyarbakir en Dicle gaven zeven families in totaal 21 kinderen Koerdische namen, zoals Serhat, Baran, Zelal en Rojda”, zegt het Turkse dagblad Radikal. „De namen passen niet bij onze nationale cultuur, ethiek, normen en tradities”, aldus de Turkse aanklacht.
Het verbieden van de film ”Grote man, kleine liefde” zorgt op dit moment voor de nodige opschudding in Turkije. Het Turkse ministerie van Cultuur haalde de film vorige week uit de roulatie omdat een scène de Turkse politie in een kwaad daglicht zou stellen. In de film overleeft een vijfjarig Koerdisch meisje een bloedige politieoverval. Het meisje komt onder bescherming van een gepensioneerde Turkse rechter. De rechter verbiedt het meisje aanvankelijk Koerdisch te spreken, vindt echter het verbod geleidelijk aan zinloos omdat het meisje geen Turks kan.
Woordvoerders van de Turkse filmindustrie noemen het verbod „een enorme blunder.” Saillant detail is dat minister van Cultuur, Istemihan Talay, een subsidie van 33.000 euro voor de productie van de film had verleend.