Column: Broos denken
Ik val maar met de deur in huis. Het is inmiddels weer enige tijd geleden dat ik tijdens een weekend op de huisartsenpost in Zwolle terechtkwam. Enkele dagen eerder had ik vanwege een ontstoken oorschelp een antibioticakuur van de huisarts gekregen. Tijdens het daaropvolgende weekend merkte ik dat een deel van mijn gehoor wegviel en dat mijn gezicht scheeftrok. Meteen dook ik in boeken die al jaren ongeopend in mijn boekenkast stonden, als herinneringen aan mijn studietijd.
Zoals een dokter bij een ongeruste patiënt meestal geruststellende woorden spreekt over meest voorkomende oorzaken bij problemen, zo gaat hij bij zichzelf meestal uit van het minst voor de hand liggende en meest ernstige. Zo zette ik boven aan mijn lijstje: brughoektumor. Een toekomstperspectief van operaties, misvorming en lijden opende zich voor mij.
Er kwam een mensenkind op de huisartsenpost. Ik werd mijn eindigheid en broosheid gewaar, die onmiddellijk ook andere vragen levensgroot uittekenden: Wat voor iemand ben ik geweest voor mijn vrouw, mijn kinderen, voor God? Existentiële vragen die de vanzelfsprekende gang van zaken, de routine en regelmaat van het kleine leven ruw doorbreken en je op jezelf terugwerpen. Een van de vaders van de psychiatrie, Karl Jaspers, noemde deze ervaringen grenssituaties: situaties die met ons bestaan gegeven zijn, zoals schuld, lijden en dood. Grenssituaties roepen angst op, we willen ervan wegvluchten, terug naar het min of meer onbekommerd ondergaan in het dagelijks leven.
Waarom deze brute intro? U confronterend met een persoonlijke ervaring van een grenssituatie zonder dat u daarom hebt gevraagd? Om verschillende redenen.
Allereerst omdat denken en schrijven over gezondheid heel gemakkelijk een theoretische exercitie kan worden, met allerlei interessante denkoefeningen, waardoor we ons bewust of onbewust verwijderen van de vragen die er wérkelijk toe doen: mijn gezondheid, ziekte, lijden en schuld - of die van mijn dierbaren. Vervolgens ook omdat het bij spreken over gezondheid (en ziekte) altijd over meer gaat dan de ‘technische’ kant van de zaak: het gebroken been, de ontstoken oorschelp. Dit geldt des te meer als onze psyche direct in het geding betrokken wordt, onze gestemdheid angstige, depressieve of manische kenmerken krijgt, als de ons vertrouwde wereld verandert en een onheilspellend karakter krijgt.
De broosheid van ons leven vraagt volgens Awee Prins ook om broos denken. Geheel passend trouwens bij ons sterfelijk lichaam, een ”voorwerp van aardewerk”, om met Paulus te spreken. Ik noem met opzet hier het woord broos en niet het woord kwetsbaar. Bij kwetsbaar-zijn geeft de taal ons ook de mogelijkheid van onkwetsbaar-zijn. Bij broos-zijn lukt dat niet. Je kunt niet on-broos zijn.
Broos denken omdat de vragen van ons leven té groot zijn om te doorgronden of te vatten; broos denken omdat we moreel zo zwak zijn, in veel dingen struikelen en schuld op schuld vermeerderen; broos denken omdat bij velen trauma’s blijvende sporen nalaten in het lichaam, het denken, voelen en geloven.
Karl Jaspers merkte het al op: we willen er niet aan. Na de eerste schrik dompel je jezelf weer onder in de wereld van gezin, werk, kerk; het dagelijks leven. Je kunt ook bij je broosheid zien weg te komen door broosheid als kracht te herlabelen, de kracht van broosheid. Zo deed René Brown met kwetsbaarheid: de kracht van kwetsbaarheid. Voor velen geldt ze nu als de ”geestelijke moeder van de kwetsbare held”. Nóg een manier om bij onze broosheid weg te komen, is door het ”nemen van de regie”. Zo nemen we de regie bij dé grenssituatie bij uitstek, onze dood. Wíj besluiten wanneer ons leven voltooid is.
We zijn hier ver verwijderd van de broze mens die de verdrietelijkheden van het leven poogt te doorstaan. „Wat is de sterveling dat U aan hem denkt, en het mensenkind, dat U naar hem omziet.”
Laten we wat brozer gaan denken, minder vanuit het eigen gelijk, meer vanuit het besef van kleinheid en gebrokenheid. Broos denken als oefening. Voor dokters, politici en dominees. Voor u. De toon is gezet.
De auteur is psychiater en geneesheer-directeur van Eleos.