De ministers van de verschillende landen kwamen afgelopen zaterdag in de Indonesische hoofdstad Jakarta bijeen.

Volgens officials van Japan en de Association of Southeast Asian Nations (Asean) openen onderhandelingen over een handelsovereenkomst in april volgend jaar. Binnen twee jaar moet er dan een overeenkomst liggen.

Als er zo’n overeenkomst komt, heeft de op een na grootste economie ter wereld (Japan) vrije toegang tot landen met een jaarlijks handelsvolume van ongeveer 700 miljard dollar. Dat handelsvolume is ongeveer gelijk aan dat van Japan, alleen wonen er in de Asean-landen vier keer zo veel mensen.

De Japanse minister van Handel, Shoichi Nakagawa, zei zaterdag dat het enthousiasme van de zijde van de Asean groter was dan hij had gedacht.

De Aziatische landen zaten met China al langer om de tafel. Mocht daar een overeenkomst uitkomen, dan ontstaat ’s werelds grootste vrijhandelszone met ongeveer 2 miljard mensen en een bruto nationaal product van meer dan 2 triljard dollar (1,7 triljard euro) in 2010, de datum waarop er een overeenkomst moet zijn.

Verscheidene landen uit het Verre Oosten zijn bang om de concurrentie aan te gaan met China. Desondanks realiseren ze zich dat het nuttig en voordelig kan zijn om mee te doen aan een vrijhandelszone.

Australië en Nieuw-Zeeland hopen in 2007 ook een vrijhandelszone met de landen van de Asean te kunnen vormen. De verschillende partijen beginnen in 2005 met de onderhandelingen over zo’n ”free trade agreement”.

De landen van de Europese Unie praten aan het begin van de volgende maand met een aantal Aziatische landen. Daarbij gaat het om een groep van tien landen verenigd in het ASEM-overleg. ASEM staat voor Asia-Europe Meeting.

De regio Azië wordt voor Europese bedrijven steeds belangrijker. Omdat in veel van deze landen de loonkosten een stuk lager liggen dan in Europa kiezen grote bedrijven er steeds vaker voor hun productie te verplaatsen. De economische activiteiten tussen beide regio’s neemt flink toe.

Recentelijk maakte vervoerder P&O Nedlloyd bekend de vloot schepen op de Aziatische routes met 10 procent uit te breiden. Volgens topman P. Green moeten alle producten die in het Verre Oosten gemaakt worden naar Europa en de Verenigde Staten vervoerd worden.