Kamer wil Boeing-topman spreken over vliegcrash Turkish Airlines
De Tweede Kamer wil op 6 februari Boeing-topman David Calhoun aan de tand voelen over een vliegcrash bij Schiphol in 2009. Centrale vraag zal zijn of er vanuit de Verenigde Staten druk is uitgeoefend op onderzoek van de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV). Of Calhoun komt, moet nog blijken. De uitnodiging is donderdag de deur uit gegaan.
Aanleiding voor de hoorzitting van de Kamercommissie voor Infrastructuur en Waterstaat is berichtgeving van The New York Times. De Amerikaanse krant meldde deze week dat sommige bevindingen, die mogelijk schadelijk waren voor de vliegtuigbouwer, onder druk van de Amerikanen zijn weggemoffeld.
De commissie heeft ook onder anderen OVV-voorzitter Jeroen Dijsselbloem uitgenodigd, en onderzoeker Sidney Dekker, die bij het onderzoek betrokken was. Ook voormalig OVV-voorzitter Pieter van Vollenhoven staat op de gastenlijst.
Een Boeing 737 van Turkish Airlines stortte op 25 februari 2009 kort voor de landing neer bij Schiphol. Negen inzittenden kwamen om het leven. De OVV deed onderzoek en concludeerde dat de crash was veroorzaakt door een defecte hoogtemeter, in combinatie met fouten van de bemanning.
Minister Cora Van Nieuwenhuizen (Infrastructuur) zei dinsdag dat zij niet kan beoordelen of het verhaal klopt. „Dat moet de OVV zelf aangeven”, aldus de minister. Het is volgens haar wel gebruikelijk dat betrokken partijen commentaar mogen geven op de bevindingen van de onderzoeksraad, zolang dat beperkt blijft tot feitelijke onjuistheden. „Er mag natuurlijk nooit sprake zijn van beïnvloeding van aanbevelingen of conclusies.”
Een woordvoerder van Boeing was donderdagavond niet direct bereikbaar voor commentaar.