Theodor Fontane is in Duitsland nog alom aanwezig
Het is goed mogelijk dat de Nederlandse treinreiziger in Duitsland in de supersnelle ICE stapt met de naam ”Theodor Fontane”. De Duitse schrijver Theodor Fontane werd in 1819 geboren. Afgelopen jaar werd in Duitsland zijn 200e geboortedag gevierd.
Dit historische jaar ging in Duitsland niet zonder ”Sang und Klang” voorbij. Maar liefst vijf nieuwe postzegels ter ere van Fontane kwamen er in 2019 uit. Het is duidelijk dat de waardering voor de romans, novellen, gedichten en reisbeschrijvingen van deze auteur niet beperkt bleef tot de 800 leden van het Theodor-Fontane-Genootschap, dat in de bij Berlijn gelegen stad Neuruppin zetelt.
Neuruppin is Fontanes geboortestad. Daar bezat zijn vader Louis Henri, die van Franse hugenoten afstamde, de ”Löwen”-apotheek. De huidige apotheek van Neuruppin is uiteraard naar Theodor Fontane genoemd. Ook Fontane junior was voorbestemd om apotheker te worden. Na zijn studie werkte hij als zodanig onder meer in het diaconessenhuis Bethanien in Berlijn. Maar het schrijven was zijn ware passie. De journalistiek trok hem aan en vanuit de journalistiek richtte hij zich pas op latere leeftijd op de weergave van het sociale leven van Berlijn in romans en novellen.
Fontanes weg naar de literatuur liep aanvankelijk via het door de regering van Pruisen opgerichte Centrale Orgaan voor Persaangelegenheden. In opdracht van dit regeringsorgaan vertrok Fontane in 1855 naar Engeland om in Londen een persagentschap op te richten. Talrijk zijn de artikelen die hij schreef over het leven in Londen, de Engelse politiek en de in Engeland beoefende kunsten. Fontane woonde op een steenworp afstand van Charles Dickens, maar tot een persoonlijk contact kwam het niet. Wel las de schrijver uit Pruisen het werk van Dickens, van Thackeray, Fielding, Tennyson, de Brontës en van vele andere Engelse auteurs. Het indrukwekkende Londen was Fontanes leerschool. Naast de literatuur ontdekte hij het landschap van Engeland en Schotland. De Engelse jaren vormden hem.
Trektochten
Fontanes artikelen over Engeland verschenen in de liberale Vossische Zeitung en in het antirevolutionaire Berlijnse dagblad Die Kreuzzeitung. Deze in 1848 gestichte krant heette in werkelijkheid Neue Preussische Zeitung en werd Kreuzzeitung genoemd wegens het kruis in het logo op de voorkant van de krant. Na zijn terugkeer naar Berlijn in 1859 lukte het Fontane om een vast aangestelde redacteur van de Kreuzzeitung te worden. Zijn taak bestond uit het schrijven van artikelen over Engeland.
Gelijktijdig met het werk voor de krant schreef Fontane over de bijzonderheden van de mark Brandenburg, het middelpunt van het koninkrijk Pruisen. Zijn trektochten door de mark Brandenburg met aandacht voor de Pruisische adel, de dorpen, de plattelandsdominees, de architectuur en de natuur waren Fontanes bijdrage aan de verbetering van het imago van Pruisen. Verder deed hij in dikke, geïllustreerde boeken verslag van de oorlogen die Pruisen tegen Denemarken, Oostenrijk en Frankrijk voerde. Zijn onpartijdigheid werd alom geprezen. Toen hij in 1870 de geboorteplaats van Jeanne d’Arc wilde bezoeken, namen Franse troepen hem als ”spion” gevangen. Zonder het ingrijpen van Rijkskanselier Otto von Bismarck zou Fontane zijn terechtgesteld en had zijn literaire loopbaan een voortijdig einde gekregen.
Eerste roman
In 1878, toen hij bijna zestig was, publiceerde Fontane zijn eerste roman: ”Vor dem Sturm” (”Voor de storm”), over de strijd van Pruisen tegen Napoleon gedurende de winter van 1812 op 1813. Daarna volgden enkele romans en novellen die de geschiedenis van Pruisen als achtergrond hebben. Voorbeelden zijn: ”Grete Minde” (1880), ”Ellernklipp” (1881), ”Schach von Wuthenow” (1882), ”Unterm Birnbaum” (”Onder de pereboom”, 1885).
Daarvóór was in 1882 de roman ”L’Adultera” (”De zondares Maria Magdalena”) verschenen. Met deze roman verzette Fontane de bakens van de Pruisische geschiedenis naar het heden van de onstuitbaar groeiende stad Berlijn. De zondares is de protestantse vrouw Melanie uit Genève. De bedrogen echtgenoot is de Joodse bankier Ezechiel van der Straaten. Van vrijmoedige liefdesscènes is hier geen sprake, net zo min als in de echte, in het hart van het moderne Berlijn spelende romans ”Irrungen, Wirrungen” (”Dolingen, dwalingen”, 1888) en ”Stine” (1890). Het weergeven van seksuele handelingen, zo schreef Fontane aan zijn vrouw Emilie, kon hij niet en wilde hij niet. De romans van Emile Zola keurde hij af.
De karakteristieke zelftyperingen van Fontanes personages in de talrijke in de romans gevoerde gesprekken, de discrete openbaring van psychische ontwikkelingen, de mildheid van de verteller en de uiterst fijnzinnige humor maakten dat Thomas Mann in 1910 tot de conclusie kwam dat de oude Fontane de echte Fontane was. Hij moest, aldus Thomas Mann, oud worden om zichzelf te worden.
Psychologische diepgang
De oude Fontane was voor Thomas Mann bovenal de schrijver van de romans ”Effi Briest” (1895) en ”Der Stechlin” (”Het meer Stechlin”, 1898). Sensatie was hem vreemd, maar naar psychologische diepgang streefde hij wel en met prachtig resultaat. Het is geen wonder dat Krapp uit Samuel Becketts toneelstuk ”Krapp’s Last Tape” vertelt: „Opnieuw Effi gelezen. Weer in tranen.” Het harde oordeel van de Pruisische samenleving over Effi’s domme en ongewilde misstap maakt dat zij zeer jong sterft. Alleen dominee Niemeyer oordeelt niet en troost haar in haar laatste dagen.
Zo dramatisch verloopt de handeling in ”Der Stechlin” niet. Er is nauwelijks sprake van een handeling. Men ontmoet elkaar en converseert met elkaar. De cruciale vraag op de achtergrond van het sociale verkeer is de vraag naar de toekomst van Pruisen. Twee karakters profileren zich als gezaghebbende denkers over deze toekomst: Melusine von Barby, die voor drastische veranderingen is, en de dorpsdominee Niemeyer, die voor de opvattingen van de Portugees Johannes de Deo pleit. Niemeyer krijgt het laatste woord!
Geliefd
Theodor Fontane liet een immens oeuvre na. Hij schreef naast de genoemde werken vele recensies en duizenden brieven. Iedere brief van Fontane is een juweeltje van stijl, precisie, helderheid en humor. De meeste brieven van Fontane zijn gelukkig bewaard gebleven en liggen in het Fontane-Archief in Potsdam bij Berlijn.
Dat een schrijver uit de negentiende eeuw in zo’n hoge mate anno nu gewaardeerd wordt, ja geliefd is, dat is heel bijzonder. Het graf van Theodor en Emilie Fontane bevindt zich op de Franse begraafplaats, in de tijd van de DDR pal naast de Muur.