Column: Respect voor de aarde als Gods werk
Kan dat samengaan: een orthodox-christelijke levensovertuiging en een actieve inzet voor natuur, milieu en klimaat? Dat spreekt niet voor iedereen vanzelf. Nu niet en vijftig jaar geleden niet. Dat was de tijd dat het verzet tegen milieuverontreiniging begon.
Dat verzet pleegde eveneens de christen-apologeet Francis Schaeffer (1912-1984). In 1970 publiceerde hij het boekje ”Milieuvervuiling en de dood van de mens”. Met als ondertitel: ”De christelijke visie op ecologie”. De Nederlandse vertaling verscheen in 1973.
Deze van oorsprong Amerikaanse theoloog en filosoof was van onversneden orthodoxe signatuur. Hij verdedigde de waarheid van het christelijk geloof tegenover moderne filosofische stromingen. In zijn tijd was dat vooral het existentialisme van Jean Paul Sartre. Deze Franse filosoof vond dat ieder mens persoonlijk zin aan zijn bestaan moet geven. Die zin is niet al voorgegeven door God of iets anders.
Schaeffer schreef tal van boeken tegen deze ”geest van de tijd”. Maar dat niet alleen. Hij bood ook opvang aan jonge mensen die in hun denken en leven het spoor bijster raakten in het existentialistische levensklimaat. Dat deed hij in Zwitserland, maar ook in Nederland. Nog steeds zijn er activiteiten in Eck en Wiel en Utrecht, georganiseerd door l’Abri.
Schaeffer is dus een man die echt over de vragen van zijn tijd nadacht en met antwoorden kwam. Een vraag was ook: hoe ziet de toekomst van de aarde eruit? De Club van Rome kwam juist in die tijd met zijn alarmerende rapport ”Grenzen aan de groei”. De overconsumptie van de almaar groeiende wereldbevolking zou leiden tot een ineenstorting van de wereldeconomie. Grondstoffen zouden opraken en het milieu zou te zeer vervuild worden.
Te midden van dat soort geluiden schreef Schaeffer zijn boek. Voor nu is belangrijk wat zijn argumenten waren om te denken dat de mensheid veel te ver ging in de verontreiniging van zijn leefmilieu. Die hadden alles te maken met zijn visie op de schepping. Zijn uitgangspunt is dat de natuur waarde in zichzelf heeft, omdat God die geschapen heeft. Die reformatorische gedachte bracht Rembrandt er bijvoorbeeld toe om de natuur te gaan schilderen. Dat gebeurde voordien niet, zo stelt Schaeffer.
Er is wel een duidelijk verschil tussen de schepping en God. God is oneindig en onafhankelijk. De schepping, mens, dier, plant en niet-levende schepping, zijn eindig en afhankelijk. De mens is geschapen, net als alle andere schepselen. Daarom is hij met die medeschepselen verbonden.
Maar dit sluit een bijzondere positie van de mens niet uit. Want alleen hij is beelddrager van God. Schaeffer wist dat niet, maar veel hedendaagse theologen die over milieu en natuur schrijven, benadrukken vooral dat de mens niet te bijzonder moet zijn te midden van de overige schepping.
Het is echter niet om het even hoe deze hooggeplaatste mens met de schepping omgaat. Die schepping is maar niet iets minderwaardigs. Op dit punt stelt Schaeffer met grote nadruk dat een christen iemand is die „reden heeft om ieder geschapen ding met zeer groot en diep respect te behandelen.” Hij noemt het een belediging van God als we dat niet doen.
Dat de schepping niet iets minderwaardigs is, blijkt ook al uit de geboorte van Jezus als Gods Zoon. Hij werd de mensen in alles gelijk doordat Hij verscheen in menselijke gestalte. Ook verrees Hij uit het graf met lichaam en ziel. Daarmee staat het christendom haaks op alle filosofieën die het geestelijke van een hogere waarde achten dan het aardse.
Schaeffer stelt daarbij de respectvolle manier waarop God met Zijn Eigen schepping omgaat als voorbeeld voor de mens. God schiep alles naar zijn aard en behandelt alles naar zijn aard, zo stelt Schaeffer. Hij verwoordt dat zo, dat alles ”zijn eigen integriteit” heeft, dat wil zeggen zijn eigen plaats en betekenis in het geheel van de schepping. En die bijzonderheid moeten wij niet tenietdoen.
Liefde tot God als Schepper kan niet bestaan zonder liefde tot Zijn werk. En daar hoort ook de aarde bij.
De auteur publiceert regelmatig over onderwerpen op het raakvlak van levensbeschouwing en duurzaamheid.