Van kantoor naar schaapskudde

Na veertig jaar had Cees Kruyt het wel gezien op kantoor. Op z’n 63e maakte hij een carrièreswitch: hij wordt schaapherder. De Capellenaar volgt een mbo-opleiding in Velp en loopt twee dagen per week stage in Rotterdam.

Aad Alblas
21 January 2020 18:39Gewijzigd op 16 November 2020 18:01
Ambtenaar Cees Kruyt wilde in het zicht van zijn pensioen iets heel anders gaan doen. beeld A. M. Alblas
Ambtenaar Cees Kruyt wilde in het zicht van zijn pensioen iets heel anders gaan doen. beeld A. M. Alblas

Vanwaar op het randje van uw pensioen deze ommezwaai van kantoor naar de schapen?

„Na kantoorbanen bij de rijksoverheid en de gemeenten Den Haag en Vlaardingen had ik het wel gezien. Ik wilde heel iets anders. Daarom koos ik ervoor met vervroegd pensioen te gaan. Dat kostte me wel een strafkorting op mijn pensioen, maar ik vind het onverstandig om tot je pensioen met tegenzin naar je werk te gaan.

Stoppen verandert wel je manier van leven. Je moet wat inbinden. Maar ik ben liever gelukkig met wat minder dan ongelukkig met wat meer geld. Ik verhuisde van Vlaardingen naar Capelle aan den IJssel en ging wat kleiner wonen.”

Waarom wilde u schaapherder worden?

„Het leven van een schaapherder zie ik als een uitdaging. Bovendien ben je nooit te oud om te leren. Ik ben fysiek kerngezond, fit en vitaal en kan het werken met schapen goed aan, hoewel het intensief werk is. Op belevenisboerderij Schieveen in Rotterdam, waar ik stage loop, zitten de schapen tot maart in de stal. Daarna gaan ze naar buiten en komen in november of december weer terug naar binnen.”

Wat houdt het werken met de schaapskudde nu in?

„Als ze aan het eind van het jaar weer naar de stal komen zijn onze duizend ooien door zes rammen gedekt. Na een paar weken gaan ze in januari of februari lammeren. Als ze allemaal geworpen hebben, heb je er circa 1500 dieren bij. Dan telt de stal 2500 schapen en lammeren.

In deze tijd heb je een geboortepiek. We zitten nu op ongeveer 600 lammeren. De lammertijd is zeer intensief. Je moet de ooien die lammeren dag en nacht in de gaten houden. Ongeveer 80 procent lammert zonder problemen. Bij de overige 20 procent moet je kijken of een ooi moeite heeft met de bevalling. In dat geval moet je echt helpen.

Elke ooi die gelammerd heeft gaat eerst een tijdje naar de kraamkamer. Daarna gaan ze in de groep. Schapen zijn echte kuddedieren.”

Ze gaan toch ook naar buiten?

„Van maart tot november gaan ze in groepen van 250 naar plekken in de omtrek om daar het gras af te eten. Dat noemen we stadsbegrazing. Ook dat is voor een schaapherder een intensieve tijd. Percelen waar de schapen dan grazen moeten worden afgerasterd.

Als alles kaal gegeten is moeten ze weer worden verplaatst, of ze moeten verhuizen naar een andere plek in de stad.”

In de schijnwerpers: rubriek met opmerkelijk regionaal nieuws

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer