Binnenland

’Herinnering komt absoluut boven’

De gijzeling van een school in het Zuid–Russische Beslan, waar Tsjetsjeense terroristen sinds woensdag honderden ouders, leerkrachten en kinderen vasthielden, haalt de herinnering aan de gijzeling van de openbare basisschool in Bovensmilde bij Simon van Beetz weer boven. Destijds was hij onderwijzer van de vijfde klas van de lagere school in de Drentse plaats, waar vier gewapende jonge Molukkers op 23 mei 1977 de school binnenvielen en 105 kinderen en vijf leerkrachten gijzelden.

ANP
3 September 2004 20:44Gewijzigd op 14 November 2020 01:35
BOVENSMILDE: Door Molukkers gegijzelde schoolkinderen worden na hun vrijlating naar een autobus geleid. ANP FOTO
BOVENSMILDE: Door Molukkers gegijzelde schoolkinderen worden na hun vrijlating naar een autobus geleid. ANP FOTO

„Met de beelden van Rusland komt de herinnering absoluut naar boven." Hij kan de situatie van die dagen in mei niet vergelijken met de gijzeling in Beslan. „In Rusland werden al bij het begin van de gijzeling twintig mensen doodgeschoten. Bij ons was wel dreiging met al die mitrailleurs. Of die hetzelfde was als nu, kan ik niet zeggen. De situatie was voor ons vanaf het moment dat we werden gegijzeld tot het moment van het ultimatum dreigend."

Van Beetz werd samen met alle gegijzelde leerlingen na vijf dagen vrijgelaten. Vanaf het eerste moment van de gijzeling moesten de leraren improviseren. „We vertelden de kinderen dat we een nacht gingen kamperen op school. We lieten ze tekenen en probeerden de situatie zo normaal mogelijk te houden. Maar al snel gaan kinderen de vraag stellen wanneer ze naar huis mogen."

Rond hetzelfde tijdstip dat de gijzeling in Bovensmilde begon, kaapten negen Molukse jongeren een intercitytrein bij buurtschap De Punt bij het Drentse Glimmen. De Molukkers wilden met hun acties aandacht vragen voor de strijd voor een onafhankelijk vaderland. De gijzelingen werden allebei op 11 juni 1977 beëindigd. In Bovensmilde wisten mariniers zonder bloedvergieten de achtergebleven leerkrachten te bevrijden. Bij de treinkaping kwamen uiteindelijk twee gegijzelden en zes Molukse gijzelnemers bij de ontzetting om het leven.

Van Beetz vertrouwde erop dat de autoriteiten er alles aan deden om de gijzeling zo goed mogelijk te beëindigen. „Je hoopt dat het goed komt, maar je weet het nooit." De oud–leerkracht heeft de gebeurtenissen pas later kunnen verwerken. „De eerste jaren was ik alleen maar bezig met het opvangen van ouders en leerlingen. Psychologische opvang als slachtofferhulp kwam in die tijd net op. De betrokken ouders wilden niet met wildvreemden over de gebeurtenissen praten, maar wel met een leerkracht die zij kenden en die hetzelfde had meegemaakt als hun kinderen."

Hij diende als praatpaal tot de laatste leerlingen die bij de gijzeling waren betrokken van school gingen. „Toen viel ik in een gat en kreeg ik last van diverse klachten." Sinds 1992 is Van Beetz wegens die psychische klachten afgekeurd als leerkracht. Hij is nog wel als vrijwilliger verbonden aan de basisschool, die tegenwoordig De Meenthe heet.

Volgens hem hebben de meeste leerlingen de gijzeling goed verwerkt. „De eerste jaren na de gebeurtenissen hadden zij nauwelijks problemen. Enkele kinderen hebben nog wel tijdens hun puberteit een terugslag gehad. Op de laatste reünie kreeg ik de indruk dat het over het algemeen wel goed gaat met iedereen."

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer