Column: Boerenprotest begrijpelijk maar misplaatst
Lange rijen trekkers richting Den Haag en honderden trekkers op het Malieveld: wie herinnert zich niet die beelden? De directe achtergrond was de uitspraak van de Raad van State dat de stikstofneerslag omlaag moet, voor de natuur. Ik ga niet op de gebeurtenissen en discussies zelf in. Wel op achtergronden, om te komen tot een commentaar op het beleid en de opstelling van de boeren.
Vooral na de oorlog was het overheidsbeleid wat betreft landbouw gericht op goedkope en doelmatige productie van voedsel in grote hoeveelheden. Nooit meer honger! Een nobel streven. En verder had de industrie (goedkope) arbeidskrachten nodig. Door schaalvergroting, intensivering, mechanisering en input van diergeneesmiddelen en ”gewasbeschermingsmiddelen” en dergelijke kon ook het aantal arbeidskrachten in de landbouw omlaag. Door samenwerking tussen overheid, toeleveringsbedrijven, boerenorganisaties, kennisinstituten en voorlichting werd dit proces voortgestuwd. Het Nederlandse succesverhaal, dat nog steeds doorgaat. Ook bij de boerenprotesten klonk het argument dat de Nederlandse landbouw de meest productieve en duurzame in de wereld is.
Dit is hooguit een halve waarheid. Een belangrijke factor, de introductie van stikstofkunstmest, is uitvoerig onderzocht door dr. J. Visser (proefschrift ”Down to earth”). Hij concludeert dat er geen goede wetenschappelijke gronden waren voor een zo grootschalig gebruik van kunstmest. Het zou op den duur juist contraproductief werken! We zien dat nu letterlijk gebeuren met de overmaat aan stikstof in het milieu.
Een andere Wageningse promovendus, tevens boer, Meino Smit (”De duurzaamheid van de Nederlandse landbouw”), berekende dat het met de doelmatigheid van de Nederlandse landbouw maar matig is gesteld, als je alles meerekent, dus ook het landgebruik voor de importen van onder meer diervoeder en ook de kosten die op het milieu worden afgewenteld. Met verlies aan biodiversiteit en uitputting van gronden en dierethische kwesties als gevolgen.
Wat is er aan de hand? De landbouw gold steeds meer als een tak van industrie waar je grondstoffen in stopt en waar via een doelrationeel technisch proces het gewenste eindproduct uit komt. Deze benadering gaat terug op een visie op de natuur als een voorraadschuur van grondstoffen en (fossiele) energie waarvan naar believen gebruik gemaakt kan worden door de mens.
Landbouwgrond is een dragende structuur voor plantengroei, met meer of minder chemische stoffen die planten kunnen gebruiken; zo nodig voegen we extra stoffen toe. Groei van planten en dieren bestaat uit chemische processen die we kunnen sturen. Genen zijn sturende elementen in een organisme die kunnen zorgen voor de gewenste eigenschappen. Kortom, de agrarische productie is uiteindelijk een in hoge mate beheersbaar (bio)chemisch proces, dat we grootschalig industrieel kunnen inrichten. Dit is de vrucht van een modernistisch wereldbeeld, dat ook onder veel christenen, met een beroep op rentmeesterschap, feitelijk is overgenomen. De natuur als ten diepste schepping die een geheim bergt, is als visie naar de privésfeer van gelovigen verdrongen.
Daartoe gestimuleerd door overheid en voorlichting (en boerenorganisaties namen dat steeds meer over), werd de boer een ”agrarisch ondernemer”. Een ondernemer zet kapitaal en arbeid in voor een optimalisering van de productie, waarbij natuurlijke factoren (bodem, planten, dieren) niets anders zijn dan productiefactoren. Bij een deel van de boerenstand is die nieuwe rol recent verinnerlijkt en nu ontmoet een rationele bedrijfsvoering de zoveelste belemmering! Tegen deze achtergrond is het boerenprotest begrijpelijk – het is door het overheidsbeleid opgeroepen. Maar de gedachte dat we met rationalisering en industrialisering kunnen doorgaan, is mijns inziens een ernstige misvatting. Dit geldt de mondiale landbouw, die fors gestuurd wordt door het (grote) bedrijfsleven. Niet voor niets werden de boerenprotesten gefinancierd door grote agrarische bedrijven.
In de visie op landbouw is bekering nodig. Kringlooplandbouw is een goede eerste stap. Gedachten zijn niét tolvrij!
De auteur is emeritus bijzonder hoogleraar Christelijke ethiek, WUR