Vijf alternatieven voor de huidige vuurwerktraditie
Ieder jaar vallen er honderden gewonden door vuurwerk. Natuur en milieu lijden onder het geknal. Ondertussen klinkt de roep om een verbod op consumentenvuurwerk rond oud en nieuw steeds luider. Een groeiend aantal gemeenten overweegt zo’n totaalverbod. Wat zijn de alternatieven voor de huidige vuurwerktraditie? Er zijn vijf opties, die al dan niet in combinatie kunnen worden uitgevoerd. De voors en tegens.
1. Verbod op specifieke soorten vuurwerk
In deze situatie verandert er het minst voor de consument. Net als anders kun je op de hoek van elke straat –al dan niet samen met de buren– siervuurwerk afsteken. Het vuurwerk dat je in de winkels kunt kopen, is wel beperkter. De landelijke overheid vaardigt in dit scenario een verbod uit op knalvuurwerk en vuurpijlen. Geen rotjes meer. En geen pijlen die de verkeerde kant op zwabberen en zo slachtoffers maken.
De Onderzoeksraad voor Veiligheid stelde een dergelijk verbod in 2017 al voor. Tot op heden durfde het kabinet deze stap nog niet te zetten, maar inmiddels kan de politiek niet meer om deze optie heen.
Muggenscheetjes
Zelfs de vuurwerkbranche is voorstander van een verbod op vuurpijlen en knalvuurwerk, zo meldde de Belangenvereniging Pyrotechniek Nederland (BPN) vorige week. Ook pyrotechnicus Jasper Borsboom stemt daarmee in. De vuurwerkdeskundige ziet dat vuurpijlen lang niet altijd in een rechte baan omhoog vliegen. „Als ze dan op een rieten kap belanden, heb je een probleem. Sowieso komen de stokken altijd weer naar beneden: soms op motorkappen van auto’s, met deuken tot gevolg.”
Borsboom staat dubbel tegenover een verbod op knalvuurwerk. „Als het verboden wordt, zal ik er geen nacht van wakker liggen. Toch komt de grootste overlast niet van knalvuurwerk voor consumenten. Want Thunderkings, dat zijn maar muggenscheetjes ten opzichte van illegale knallers.”
Frits Pen, eigenaar van vuurwerkfabrikant Dream Fireworks, is voorstander van het „downsizen” van consumentenvuurwerk. „Persoonlijk vind ik dat alle importeurs bij elkaar zouden moeten gaan zitten om te overleggen: wat willen we nu? Zoals het nu gaat, kan het niet langer.”
Duurzaam vuurwerk
Behalve het verbieden van specifieke soorten vuurwerk, is het ook een optie om meer regels te stellen voor legaal vuurwerk. Bijvoorbeeld over de milieuvriendelijkheid ervan. Duurzamer vuurwerk bestaat namelijk al. EcoColor heet het.
Dream Fireworks is de fabrikant van dat ecologische vuurwerk. EcoColor werd bijvoorbeeld gebruikt bij het Nationale Vuurwerk op de Erasmusbrug afgelopen jaarwisseling, zegt Pen. „EcoColor laat na de show 95 procent minder afval achter. Het vuurwerk heeft namelijk geen kapjes, propjes en dopjes, die overblijven na het afschieten.”
Een ander groot voordeel van EcoColor is dat er geen zware metalen in het siervuurwerk zitten. De metalen zorgen voor de verschillende kleuren van de vuurwerkfonteinen. Het ecologische vuurwerk zou zeker 20 procent milieuvriendelijker zijn. Zware metalen zijn vervangen door niet-giftige stoffen zoals lithium, natrium en kalium.
Toch denkt Pen niet dat EcoColor een alternatief wordt voor consumentenvuurwerk. „Het is vele malen duurder dan traditioneel vuurwerk. In Nederland gaan we voor goedkoop, en ecologisch vuurwerk valt niet goedkoop te produceren.”
Tegelijk is Pen helder: milieuvriendelijk vuurwerk bestaat niet. „En dat zal er ook nooit komen.”
Daar is milieukundige prof. dr. ir. Willie Peijnenburg het hartgrondig mee eens. „Ecologisch vuurwerk klinkt goed, maar is wat misleidend. Uiteindelijk is helemaal geen vuurwerk afsteken het beste voor mens, natuur en milieu.”
2. Instellen van vuurwerkblije zones, de rest vuurwerkvrij
Zonder aan het vuurwerk van de liefhebbers te zitten, kunnen gemeenten met het instellen van vuurwerkblije zones de overlast beperken. Vuurwerkblije zones zijn de tegenhanger van vuurwerkvrije zones. Bij de eerste mogen de vuurpijlen je om de oren blijven vliegen, bij de laatste is afsteken verboden.
Maatschappelijk is dit alternatief het beste, denkt prof. dr. Ira Helsloot, hoogleraar besturen van veiligheid aan de Radboud Universiteit. „Je benadert het dan op een positieve manier. Voor een belangrijk deel van de samenleving hoort vuurwerk namelijk bij oud en nieuw. Afgelopen oud en nieuw leverde een recordverkoop van vuurwerk op. Het leeft dus. Wil je echt het amusement van een deel van de Nederlanders verbieden?”
Doorslaggevend in de huidige discussie zijn vaak de vele omstanders die elk jaar gewond raken, aldus Helsloot. „Dat aspect valt weg met vuurwerkblije zones. Als mensen zo’n gebied bezoeken doen ze dat bewust. Ze nemen dan de risico’s op de koop toe. En daarmee is het te vergelijken met parachutespringen, motorrijden of bergbeklimmen.”
Helsloot, die behalve aan de Nijmeegse universiteit ook verbonden is aan kennis- en adviesbureau Crisislab, ziet ook nadelen. „Er blijven slachtoffers vallen in zulke zones. Verder staat of valt deze optie met de handhaving in het vuurwerkvrije deel van gemeenten. Maar handhaving blijft voor elk alternatief voor de huidige traditie een dingetje. Vuurwerk kun je immers te allen tijde kopen via internet, net als drugs. Een deel van de samenleving, zeg de afdeling rotjongetjes, zal zich niet aan de regels houden en dus vuurwerk blijven afsteken. Dat voorkom je niet.”
3. Alleen vuurwerk afsteken in verenigingsverband
Een charmante variant op de huidige traditie is het afsteken van vuurwerk in verenigingsverband. Wil je als burger vuurwerk afsteken? Sluit je dan aan bij de lokale vuurwerkclub of de plaatselijke vereniging die ieder jaar het buurtvuurwerk organiseert. Iedere deelnemer legt geld in, gezamenlijk koop je wat moois en steek je dat af op het trapveldje in de wijk.
Het oorspronkelijke idee komt uit de koker van Marko Faas, journalist en vooral „bezorgde burger.” Een paar jaar geleden kwam hij er op Twitter voor het eerst mee op de proppen. „Ik heb het afgekeken van lokale carbid- en paasvuurverenigingen. Iets vergelijkbaars kan met vuurwerk, vond ik.”
De ChristenUnie promootte vorige week dit alternatief. Volgens Tweede Kamerlid Stieneke van der Graaf kan het afsteken van vuurwerk door „speciale clubs” mensen verbinden. „Het lijkt mij prachtig als mensen uit de buurt samenkomen om vuurwerk in hun wijk te organiseren of wanneer ze op het dorpsplein samen het nieuwe jaar inluiden.”
Bestuurskundige Helsloot vindt het idee tamelijk kansloos. „Dat komt door de organisatiegraad. Om je nu voor die ene dag in het jaar dat je een paar vuurpijlen de lucht inschiet te organiseren, dat lijkt me te veel gevraagd van de gemiddelde burger. Dat gaat niet gebeuren. En al gebruik je daar bestaande buurtverenigingen voor, dan nog moet ik het maar zien.”
Vuurwerkdeskundige Borsboom ziet ook verschillende hobbels. Met name wat betreft wet- en regelgeving. „Zo mag een consument nu maximaal 25 kilogram bij zich hebben. Hoe zit dat dan in verenigingsverband? En mogen mensen het vuurwerk bij zulke clubs zelf afsteken of moet dit ook door professionals gebeuren? Er zal op zijn minst toch een soort vergunningsaanvraag moeten komen. Daarin staat hoeveel vuurwerk er wordt afgestoken, waar het gebeurt en wie het doet.”
Dat de wetgeving nog niet klaar is voor zulke clubs, weet ook Faas. „In Reek in Noord-Brabant heeft de milieudienst korte metten gemaakt met zo’n vuurwerkvereniging. Terwijl het zo veelbelovend was. Buurtbewoners in Reek gingen gezamenlijk vuurwerk kijken en hielden samen een glaasje champagne omhoog.”
Volgens Faas moet de wetgeving dan ook worden aangepast. „Om vuurwerk afsteken in verenigingsverband mogelijk te maken moet er een tussenvariant komen tussen afsteken van vuurwerk door professionals en door consumenten. Een groep consumenten moet afspraken kunnen maken met een gemeente.” Faas wacht intussen vooral in spanning af of er een dappere gemeente of provincie is die het voortouw neemt om een proef te organiseren met vuurwerkverenigingen.
4. Consumentenvuurwerk verboden, alleen professionele shows
In dit scenario komt er een einde aan de verkoop en het afsteken van consumentenvuurwerk. Vuurwerk is gevaarlijk en hoort uitsluitend in handen van een professional, zo luidt de redenering. Het verbod moet komen van de landelijke overheid, maar ook gemeenten moeten in actie komen bij deze optie. Zij zijn aan zet om shows te organiseren.
Tot voor kort waren in de politiek alleen GroenLinks, SGP en Partij voor de Dieren voorstander van een totaalverbod. Inmiddels lijkt er een meerderheid te bestaan. Ondertussen ondertekenden honderden organisaties en honderdduizenden particulieren het Vuurwerkmanifest en pleitten daarmee voor deze variant van de huidige vuurwerktraditie.
Milieuwinst
Centralisering van vuurwerk betekent directe winst voor het milieu, zegt milieukundige Peijnenburg. Volgens de hoogleraar milieutoxicologie en biodiversiteit aan de Universiteit Leiden zorgt centralisering ervoor dat er in totaal minder vuurwerk zal worden afgestoken. „Dat levert minder overlast op. Daarnaast is de rommel van een vuurwerkshow op een plein eenvoudig op te ruimen. Een plein veeg je snel schoon. Nu ligt de troep overal langs de straten, in de bermen en de tuinen. Omdat een deel verwaait, kom je het op veel plekken tegen.” Hetzelfde argument voor centralisering geldt ook voor het afsteken in verenigingsverband en voor vuurwerkblije zones, stelt Peijnenburg.
Toegenomen veiligheid is het grote voordeel van gemeentelijke shows, stelt vuurwerkdeskundige Borsboom, die zelf regelmatig shows organiseert. Er zullen volgens hem minder slachtoffers vallen.
Toch kleven er volgens Borsboom ook forse nadelen aan dit alternatief. „Dit worden gigantische evenementen voor gemeenten. Als er duizenden mensen op een event afkomen, moet je allerlei maatregelen treffen. Je moet de veiligheid kunnen garanderen, er moeten sanitaire voorzieningen komen en nog veel meer.”
Volgens Borsboom is het organiseren van meerdere vuurwerkshows in elke gemeente in Nederland onhaalbaar. Vuurwerk moet namelijk afgestoken worden door gekwalificeerde pyrotechnici, zoals hijzelf. „Er zijn best wat vuurwerkbedrijfjes in Nederland, maar bij lange na niet genoeg om per gemeente een of meerdere shows te organiseren.”
Meer mensen opleiden als pyrotechnicus dus. Maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan, aldus Borsboom. „Dat zijn dure, uitgebreide cursussen inclusief een stage, waarbij je dient mee te kijken bij diverse vuurwerkshows. Wie volgt er nu zo’n cursus om dan eens per jaar op te draven?”
Illegaal
Vuurwerkfabrikant Pen ziet niets in een totaalverbod. „Dat lost niets op. Dan gaan consumenten vuurwerk in onze buurlanden kopen en zal het illegaal naar Nederland gebracht worden. Sowieso is illegaal vuurwerk nu al nummer één qua overlast. Het aanpakken van dat vuurwerk zou prioriteit moeten zijn. Zolang illegaal vuurwerk zo makkelijk te verkrijgen is, is het dweilen met de kraan open.” Pyrotechnicus Jasper Borsboom sluit zich daarbij aan. „Overlast komt niet van consumentenvuurwerk. Het opblazen van een verkeersbord lukt je simpelweg niet met legaal knalvuurwerk zoals een kanonslag.”
De Nijmeegse bestuurskundige Helsloot ziet om een andere reden niets in een totaalverbod. Hij voorziet nog meer polarisatie in de samenleving ontstaan. „Het zit er verder dik in dat burgers het verbod massaal gaan overtreden. Daarmee staat de legitimiteit van de overheid onder druk. Handhaving zal kansloos zijn.”
5. Vuurwerk afschaffen en laser- of droneshows invoeren
De vuurwerkliefhebber zal dit alternatief niets vinden. De optie is dan ook wat rabiaat, maar wel uiterst effectief. Vuurwerk dat verwondt, schaadt en verwoest gaat in de ban en daar krijg je schone en veilige lasers en drones voor terug. Grote shows in het buitenland, zoals in China en Qatar, tonen al aan dat deze nieuwe technieken een waar lichtspektakel kunnen opleveren, zonder alle nare bijeffecten van vuurwerk.
Vanuit het oogpunt van het milieu zijn laser- of droneshows de optimale optie, zegt toxicoloog Peijnenburg. Geen fijnstof, rook en roet meer in de lucht, geen plastic en papieren rommel meer op straat en geen zware, giftige metalen meer in de bodem en het grondwater. „We treffen in Nederland allerlei maatregelen om milieubelasting te verminderen, dan is het toch vreemd dat we met vuurwerk een groot aantal acties tenietdoen”, zegt de wetenschapper die ook in dienst is bij het RIVM.
Volgens Peijnenburg komt de milieu-impact van vuurwerk boven op de belasting die er al is. „Alles bij elkaar zorgt het voor schadelijke effecten op plant en dier, alhoewel er geen directe link is tussen vuurwerk en bijvoorbeeld het doodgaan van waterdieren.”
Voor journalist Faas zijn laser- en droneshows het ultieme toekomstbeeld van een oudejaarstraditie. „Ik zie dat veel mensen plezier beleven met vuurwerk. Daarom pleit ik niet voor een totaalverbod. Tegelijk blijft vuurwerk zeer vervuilend en hoop en vermoed ik dat vuurwerkclubs na verloop van tijd overstappen naar laser- en droneshows. Het bestaan van verenigingen is zelfs een voorwaarde voor zulke shows. Je organiseert geen lasershow in je eentje.”