VVD in zwaar weer
Jarenlang heeft de VVD er weinig last van gehad: perikelen, ruzies, onderlinge irritaties. Stonden de jaren tachtig nog bol van de twisten rond personen (vertrek van Nijpels, vertrek Voorhoeve), wat de VVD het imago bezorgde van heibelpartij, het afgelopen decennium verliep voor de liberalen rimpelloos. Een nieuw beeld ontstond: een gezellig clubje van joviale schaterlachers: Dijkstal, Zalm, Jorritsma, en Terpstra.
Maar die uitstraling zijn de liberalen het afgelopen jaar kwijtgeraakt. Vooral rond de verkiezingen voor het Europees Parlement was het raak in VVD-gelederen. Staatssecretaris Nijs moest na veel gestuntel het veld ruimen. En oud-partijleider Dijkstal begon woest uit de heup te schieten richting de minister van Integratiebeleid, Verdonk. Batig slot van al deze interne onrust: een slecht resultaat bij de verkiezingen en toenemende onzekerheid in het eigen kamp.
Aan die incidenten kan nu een volgende kwestie worden toegevoegd, namelijk het vertrek van volksvertegenwoordiger Wilders uit de kamerfractie. Interessant hierbij is dat het, in tegenstelling tot de ruzies in de jaren tachtig, niet alleen gaat om overenigbaarheid van karakters, maar ook om onenigheid over de koers van de partij. Wil een staatssecretaris Rutte alle parelkettingen uit de VVD verwijderen en de partij een sociaal-liberale koers doen inslaan, Wilders zat geheel aan het andere uiterste van het spectrum, met een pleidooi voor vergaande verrechtsing.
Wie een oordeel wil vellen over de recente breuk moet terughoudend zijn. Outsiders weten niet wat zich de afgelopen maanden achter gesloten deuren allemaal heeft afgespeeld en hoe verziekt de persoonlijke verhoudingen wellicht al waren. Maar zoveel is duidelijk: de VVD gaat met Wilders nog flink last krijgen. Is het in zijn algemeenheid al waar dat de liberale kiezer een enorme hekel heeft aan ruzies, daar komt in dit geval nog bij dat het afstoten van een rechtse coryfee in het bijzonder een signaal is aan de rechtse kiezers: bij de VVD moeten jullie niet zijn.
Al met al blijft het onbegrijpelijk dat de liberale voormannen zich zo slecht realiseren welk gevaar zij lopen door de rechtse kiezer te bruskeren. De Fortuyn-revolte heeft toch duidelijk aangetoond dat er grote kansen liggen voor getalenteerde politici die conservatief georiënteerde kiezers weten aan te spreken. Juist nu de LPF haar laatste stuiptrekkingen vertoont, zou het voor de VVD mogelijk moeten zijn dit deel van het electoraat naar zich toe te trekken. Maar men moet dit dan natuurlijk wel willen.
En laat men in het liberale kamp vooral niet te snel denken: Met die Wilders wordt het toch niets; hij had bij de vorige verkiezingen nog niet eens 5000 voorkeurstemmen; de geschiedenis toont aan dat eenmansfracties geen lang leven is beschoren. Want zo simpel ligt het niet. In het post-Fortuyn-tijdperk bestaan weinig wetmatigheden en zekerheden meer. En als Wilders erin slaagt samen met betrouwbare fortuynisten en bijvoorbeeld de denktank van de Edmund Burke Stichting iets degelijks, iets nieuws te beginnen, kan politiek Den Haag nog voor spannende verrassingen komen te staan.