Onderzoekscommissie SGP hoopvol: VOE-rapport legt basis voor heling
Welke les dienen SGP’ers te trekken uit de heibel die deze zomer losbrak binnen de partij? Voor de onderzoekers die het hoofdbestuur aanstelde, is dat helder nu ze hun klus hebben afgerond. „Het zou buitengewoon nuttig zijn als ze eens leerden elkaar in de goede zin des woords te corrigeren.”
Niets dan de waarheid. Dat is de stevige, pretentieus ogende titel van het vrijdag verschenen onderzoeksrapport van de juristen Albert van Wijk en Bert de Hek. De twee brachten voor het SGP-hoofdbestuur in kaart wat er zoal mis ging bij de stichting Vormingsactiviteiten Oost-Europa (VOE).
Waar de naam van het stuk naar verwijst? Van Wijk, voormalig topmagistraat en oud-lid van de dagelijkse leiding van het OM: „Onze conclusie is dat men elkaar binnen de SGP maar moeilijk de waarheid kan zeggen. Dat wil zeggen: de waarheid, zoals gebaseerd op feiten, waarbij de ene collega bijvoorbeeld constructief aan de andere vraagt: Joh, waarom doe jij dat toch altijd zo? Er is binnen de partij geen aanspreekcultuur, men is niet open en direct. Wat men elkaar in deze zaak verweet, was in hoofdzaak gebaseerd op beelden, op de eigen waarheid dus. Dat verklaart mede waarom de zaak de afgelopen tijd zo is geëscaleerd.”
Een centrale figuur in het geheel is de VOE-werknemer die vier maanden na zijn benoeming een klacht indiende tegen het bestuur. Was dat het begin van alle problemen?
De Hek, senior-raadsheer bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden: „Zeker niet. Zoiets valt in de categorie: kan gebeuren. De vertrouwenspersoon heeft de klacht, gelet op de korte tijd waarin dat moest gebeuren, adequaat onderzocht. Wat hij aan onvolkomenheden aantrof, heeft hij op papier gezet. Daarna was het zaak geweest de positie van de werknemer veilig te stellen, het rapport van de vertrouwenspersoon serieus te nemen en dus werk te maken van de problemen die hij signaleerde. Gek genoeg is de VOE echter alle energie gaan richten op het mede publiekelijk bestrijden van het rapport in plaats van op het aanpakken van het probleem. Voor de werknemer én de vertrouwenspersoon was dat beschadigend en pijnlijk. Het hoofdbestuur heeft dat laten gebeuren en wachtte te lang met het instellen van een vervolgonderzoek. Door dat alles is de boel alsnog ontspoord.”
Vrijwel alle media repten over „dé misstanden bij de VOE.” Waarom is dat volgens u onjuist?
Van Wijk, sinds twee jaar bestuursvoorzitter van het IJsselland Ziekenhuis in Capelle aan den IJssel: „Onze conclusie is: het beeld van een clubje bestuurders dat lukraak een land uitzocht als reisbestemming en met de zwembroek in de tas op pad ging voor het zoveelste snoepreisje, klopt pertinent niet. De werkelijkheid is dat men grondig en zorgvuldig voorbereid afreisde, vrijwel altijd op uitnodiging van de partnerorganisaties van de VOE. Na de Arabische lente zaten die partners ook in de Arabische wereld. Dat de VOE ook een land als Jordanië tot de doelgroep ging rekenen, was dus volledig terecht.”
De Hek: „Uit niets blijkt dat er subsidies zijn verkwist. De VOE’ers namen standaard een goedkope vlucht. Opgevouwen kwamen ze dan aan, om een presentatie te kunnen geven. Voor een vergoeding van 12,50 per dag. Met een krantenwijk verdien je meer. Hun professionaliteit en betrokkenheid waren groot. Wij zijn daar oprecht van onder de indruk. Niet voor niets luidt een van onze aanbevelingen aan het SGP-hoofdbestuur: wat je ook beslist, zorg dat je de kennis en kunde van de VOE behoudt.”
Dat VOE-voorzitter Engelbert van Voorden zou hebben gedisfunctioneerd noemt het onderzoek eveneens onjuist. Van Wijk: „Een voorzitter moet kijken: werkt mijn bestuur, mijn club? Hij heeft een algemene, bewakende en representatieve taak. Die heeft Van Voorden naar behoren, uitlegbaar ingevuld.”
Er mankeert in uw ogen wél iets aan de SGP-bestuurscultuur …
Van Wijk: „Klopt. Doordat ergernissen binnen de partij zelden expliciet worden besproken kunnen ze te lang blijven smeulen. In een brief die SGP-jongeren ooit aan het hoofdbestuur schreven, brengen ze dat heel herkenbaar en terecht onder woorden. Tegelijk is het opmerkelijk dat ze zelf nooit rechtstreeks het gesprek met het VOE-bestuur zijn aangegaan, terwijl ze zich jarenlang ergerden aan het reilen en zeilen in de stichting.
Zulke dingen los je natuurlijk niet per definitie op met andere regels. Maar het kan wel helpen als maximale bestuurstermijnen strikt in acht worden genomen, als ook bestuurders regelmatig een functioneringsgesprek krijgen en als er gewerkt gaat worden met bestuurdersprofielen.”
Tot uw taak behoorde ook om na te gaan of het tot een vergelijk kan komen tussen betrokken partijen en personen. Staan de neuzen binnen de SGP weer in dezelfde richting?
De Hek: „Alle betrokkenen hebben heel constructief aan ons onderzoek meegewerkt. Ze hebben steeds openheid van zaken gegeven. Ik denk dat het ons in elk geval is gelukt om alles wat er over en weer leefde aan beelden over elkaar terug te brengen tot feiten, die in grote lijnen over en weer worden gedeeld. De daarop gebaseerde analyses en conclusies komen voor onze rekening, maar toen we die vrijdag toelichtten –eerst aan het hoofdbestuur, toen aan de betrokken werknemer en ten slotte aan het bestuur van VOE– ontmoetten wij geen weerstand. Kortom, we zijn hoopvol gestemd en denken dat er met dit rapport een goede basis ligt voor heling en voor constructieve vervolggesprekken tussen hen.”