Eenvoudig onderzoek
Lukas 3:23-38.
„En Hij, Jezus, begon omtrent dertig jaren oud te wezen, zijnde (alzo men meende) de zoon van Jozef, de zoon van Heli (…).”
Wij hebben op te merken dat toen de evangelisten schreven, zij over bekende dingen spraken. Men wist dat Jozef, zoals wij duidelijk zullen zien, een godvrezend man is geweest en ook de wet tot het einde toe heeft bewaard. En anderzijds was ook dat bekend (zoals ik al gezegd heb) en daarover kon men geen moeite maken, dat Jozef familie was van de maagd Maria, zijn vrouw, en dat zij allebei uit het koninklijk geslacht waren voortgesproten. Wanneer dus van Jozef gesproken wordt, gaan zij tot aan de maagd Maria, en de evangelisten zijn daarin te werk gegaan met zulk een eenvoud, opdat ook wij sober zouden zijn en onze geest niet te nauwkeurig zou onderzoeken. Zoals ook Paulus ons vermaant om ons niet al te zeer bezig te houden met deze ijdele studies der geslachtsrekeningen en dergelijke dingen, die ons niet kunnen stichten, maar dat wij zullen verstaan dat de Schrift ons nuttig is en dat God die ons heeft gegeven. Opdat wij, smaak in Zijn beloften gekregen hebbend, Hem zouden kunnen aanroepen, ware rust in Hem vinden en dan ons ertoe zouden zetten om Hem te eren en te dienen en te beminnen, aangezien wij Hem zo’n dure prijs hebben gekost in de persoon van Zijn eniggeboren Zoon. Ziedaar dan in hoofdzaak, wat wij in de Schrift moeten zoeken.
Johannes Calvijn, reformator te Genève (”Het gepredikte Woord”, 1978)