Rutte schetst nieuwe opzet studiebeurs
Staatssecretaris Rutte van Onderwijs heeft woensdag zijn plannen voor studiefinanciering en hoger onderwijs ontvouwd. De basisbeurs blijft, maar de collegegeldverhoging met 100 euro gaat gewoon door.
Rutte presenteerde zijn voornemens tijdens de opening van het hbo-jaar op hogeschool Windesheim te Zwolle. Het was zijn eerste grote publieke optreden als staatssecretaris van Onderwijs.
Zijn voorganger, Nijs, heeft dit voorjaar het gehele studiefinancieringsstelsel ter discussie gesteld. De gift die een student nu krijgt in de vorm van een basisbeurs met indien nodig een aanvullende beurs, moest verdwijnen. Studenten zouden alles zelf moeten betalen of alles moeten lenen. Volgens de ex-bewindsvrouw moesten studenten en hun ouders af van „de leenangst.”
Hoewel Rutte lid is van dezelfde partij als Nijs, de VVD, waait er nu een heel andere wind op het departement. De bewindsman stelde de studenten gerust door mee te delen dat hij niet zal morrelen aan de basisbeurs. Ook het systeem van aanvullende beurzen blijft in stand.
Rutte wil geld besparen door studenten te stimuleren sneller te studeren. De kersverse bewindsman was „geschokt” door hun de traagheid. Slechts 10 procent van de universitaire studenten studeert binnen de gestelde termijn van vier jaar af. In het hoger beroepsonderwijs ligt dat percentage op 40. Ter vergelijking wees de bewindsman op Amerika. Daar studeert 95 procent binnen de gestelde termijn af.
Rutte heeft positieve en negatieve prikkels bedacht om studenten tot sneller studeren te bewegen. De bewindsman wil studenten de mogelijkheid geven zich per half jaar in te schrijven voor een opleiding en per halfjaar collegegeld te betalen. Daardoor kunnen ze gemakkelijker van opleiding wisselen, zodat er niet onnodig studietijd verloren gaat. Dat is een positieve prikkel.
In die lijn ziet de bewindsman ook zijn voorstel om studenten de mogelijkheid te geven hun collegegeld te lenen. Dan hoeven ze geen bijbaantje te nemen om hun studie te betalen en kunnen ze sneller afstuderen.
De negatieve prikkel zit in een plan om studenten een zogenaamd studietegoed te geven. Daarmee kunnen de jongeren onderwijs ’inkopen’. Ze moeten dat het tegoed binnen vijf jaar besteden.
Degenen die er langer over doen, krijgen te maken met een drastische verhoging van het collegegeld. Zij moeten 6500 euro per jaar gaan betalen. Dat is de gemiddeld kostprijs van een studie op jaarbasis. Het collegegeld bedraagt momenteel 1476 euro.
De staatssecretaris vindt het niet eerlijk dat trage studenten meeprofiteren van de 2,7 miljard euro die voor het hoger onderwijs beschikbaar is: „Dat lijkt me niet wijs, dat is verdunning van middelen.”
Rutte wil ook geld besparen op de bekostiging van studies voor dertigplussers en studenten die van buiten de Europese Unie komen. Dertigplussers die aan een studie in het hoger onderwijs beginnen, moeten deze helemaal zelf gaan betalen. Ze komen dan ook uit op een collegegeld van zo’n 6500 euro in het universitair onderwijs en 5000 euro in het hbo. Volgens Rutte is dit te verdedigen omdat dertigplussers veelal een baan hebben en omdat hun werkgevers meestal meebetalen. De bewindsman maakt een uitzondering voor de leraren- en de zorgopleidingen en voor de Open Universiteit.
Voor studenten van buiten de Europese Unie komt er een selectiesysteem. Dat is er nu niet.
Bollebozen die na hun eerste studie een tweede studie willen volgen, moeten deze ook zelf betalen. Twee studies tegelijkertijd volgen, blijft wel tot de mogelijkheden behoren.
Rutte verdedigde woensdag de collegegeldverhoging voor 2005, die op Prinsjesdag officieel bekend wordt: „Een studie in universitair onderwijs kost de overheid 6500 euro per jaar. De student betaalt zo’n 1500 euro. Dat is minder dan 25 procent. Het is daarom goed verdedigbaar 100 euro extra van studenten te vragen, gezien het profijt dat ze van hun studie hebben.”