In de Mir-jesjiva van Mea Shearim: „Studie is onze dienstplicht”
Ze studeren de hele dag, gaan doorgaans niet in het leger en zijn veel seculiere Israëliërs daarom een doorn in het oog. Ultraorthodoxe Joden zien dat echter heel anders. „De Thora houdt ons volk in leven.”
Niet sneller dan stapvoets komt het verkeer in Mea Shearim vooruit. In het zwart geklede mannen bewegen zich met dansende pijpenkrullen gehaast tussen de auto’s door. Moeders laveren al even behendig met hun kinderwagen door de straten. De benenwagen is hier het vervoermiddel bij uitstek. En dat kan ook, want de ultraorthodoze Jeruzalemse wijk is een stadje op zich. Met alle denkbare voorzieningen op loopafstand. Uiteraard gerund door geloofsgenoten.
In het hart van het stadsdeel bevindt zich de grootste talmoedschool ter wereld, verspreid over diverse gebouwen. Aan de Mir-jesjiva studeren meer dan 8500 studenten, afkomstig uit alle delen van de wereld. Worden niet-Joodse bezoekers in Mea Shearim doorgaans al met enige argwaan bekeken, een blik in deze megajesjiva is normaal gesproken voor een buitenstaander niet weggelegd.
Jodenkerk
De gewapende bewaker veert dan ook op als hij een potentiële indringer ontwaart. Chabib Enakar stelt hem echter in rad Hebreeuws gerust en voert zijn bezoeker mee naar binnen. De in Amsterdam opgegroeide Jood, geboren uit Marokkaanse ouders, studeert al jaren aan de Mir-jesjiva.
In een van de grote studiezalen zitten honderden studenten bij elkaar voor de ochtendsessie. In groepjes worden passages uit de Talmoed en de commentaren besproken, onder leiding van een oudere student of een rabbijn. Iedereen lijkt door elkaar te praten. „Je kent toch wel de uitdrukking Jodenkerk?”, vraagt Enakar lachend. „Maar merk je ook die speciale atmosfeer hier? Als je ’s morgens niet lekker in je vel zit en de studiezaal binnenloopt, voel je je meteen beter.”
De dag begint voor de studenten om kwart over zeven met het ochtendgebed. Daarna volgt een paar uur studie tot de lunch. Na het middaggebed is er een volgende leersessie, tot het avondgebed, eveneens om kwart over zeven. De rest van de avond wordt er ook gestudeerd, waarbij niet zelden de kleine uurtjes worden gehaald.
„Alles draait om vragen stellen”, legt Enakar uit. „Altijd maar opnieuw. De Thora en de Talmoed zijn onuitputtelijk; je raakt nooit uitgestudeerd. Soms is het knokken over opvattingen. Maar als je eenmaal bedreven bent in het interpreteren, dan kun je tot ongekende inzichten komen.”
Studeren aan de Mir-jesjiva is lang niet voor iedereen weggelegd. Er is een streng selectiebeleid. Behalve het noodzakelijke papierwerk, moet een student ook een aanbeveling van zijn eigen onderwijsinstelling overleggen. Daarna volgt een interview met het hoofd van Mir, waarbij de kennis en het niveau van de student worden getest. Niet zelden leidt dat tot een afwijzing.
::
Bidden
Niet iedereen in Israël kan de levenswijze van de jesjiva-studenten waarderen. Vooral de vrijstelling van militaire dienst die veel ultraorthodoxe gelovigen genieten, maken hen niet bijzonder populair onder het seculiere volksdeel. Enakar snapt die gevoelens wel, maar hij stelt daar een heel eigen filosofie tegenover. „De Thora houdt ons volk in leven. Daarom kan het Jodendom bestaan. Het is een heel Bijbels uitgangspunt dat als er één Joodse soldaat naar het front gaat, er één Jood achterblijft om te bidden. Het leger houdt daar alleen niet genoeg rekening mee.”
Toen Israël een aantal jaren geleden tijdens de zomer oorlog moest voeren, werden de vakanties van de studenten opgeschort, vertelt Enakar. „We zijn allemaal teruggekomen om hier te leren. Dat is ónze dienstplicht. Maar linkse mensen in dit land willen dat niet begrijpen.”
„Veel mensen denken ook dat wij niet weten wat er te koop is”, vervolgt Enakar. „Maar in Mea Shearim hebben wij eigen internetcafés – mét filter natuurlijk.”