Op hobby- en modelbeurs in Urk mag modelbouwer afkijken
Zo’n 1500 belangstellenden en modelbouwers-in-de-doos in Urk scharrelden maandag langs de honderden kotters, botters, auto’s, treintjes en ander radiografisch bestuurbare bouwpakketten.
De hobby- en modelbouwbeurs had maandag voor het 25e achtereenvolgende jaar plaats. Het moet gezegd: wat de beurs in het vissersdorp aan moois toont, is van grote klasse. En dat mag ook wel, want de techneuten-op-de-millimeter komen zelfs uit België en Duitsland, vertelt coördinator Hendrik Post van organisator Caritas. Hij schetst in grote lijnen hoe de beurs vanaf 1995 uitgroeide van een handjevol modelbouwers, tot een serieuze en nog steeds groeiende verzamel/bouwbeurs nu 25 jaar later.
„In het begin zag je vooral statische modellen, maar nu knippert en beweegt alles. Dit is wel een serieus tijdverdrijf. Je kunt achter de toverlantaarn (tv, GJ) gaan zitten, of dit doen.”
En in Urk begon het vanzelfsprekend met het bouwen van botters. En daar staan er nog steeds tientallen van. Sommigen zelfs compleet met gedetailleerde stuurhut. „De schaalmodellen worden vaak thuis nagebouwd van officiële scheepstekeningen van Urker botenbouwers. Op deze beurs kijken ze technieken van elkaar af. Dat is voor velen ook een belangrijke reden om hier aanwezig te zijn. En natuurlijk om nieuwe ideeën op te doen.”
„Dat klopt”, bevestigen de modelbotenbouwers Cor Marbus en Gerrit Heringa uit Nieuwegein. Beiden hebben enkele schepen-op-schaal meegebracht uit hun verzameling: „Nog niet eens de mooiste.”
De hobbybouwers staan op verschillende soortgelijke evenementen in het land, ook op plekken waar ze hun bouwsels kunnen laten varen. De belangrijkste reden om uren priegelend door te brengen is vooral om te ontstressen, naast dat het natuurlijk ook gewoon leuk is.
Met gepaste trots toont Auke Woord uit Urk zijn op schaal (1:4; 20 kilo; 3,8 pk) nagebouwde Engelse Spitfire uit de Tweede Wereldoorlog. De belangstelling voor het jachtvliegtuig is groot. Jong en oud vraagt hem het hemd van het lijf. Tweeëneenhalf jaar is er over gebouwd, vertelt hij. Vliegen doet hij er niet veel mee, want ja… net als het origineel valt ook het model in de bochten snel weg.
Woord –van beroep docent– heeft thuis nog een handvol vliegtuigmodellen staan, waaronder een straaljager in aanbouw. „Bouwen is trouwens veel leuker dan het vliegen”, vindt hij.
Minstens zoveel ‘volk’ trekt Kees Meijer uit Doornspijk. De gepensioneerde kraanmachinist bedient nu een 6 meter hoge bouwkraan met superlift; totaal 130 kilo. Het opbouwen van het demontabele gevaarte kost anderhalf uur en kan 140 kilo aan gewicht tillen. Dat demonstreert hij door met enige regelmatig kinderen op een stoel de lucht in te hijsen.
„Het onderstel dateert van 1983”, vertelt hij. „Het origineel stond ooit in Almere. Daar heb ik toen foto’s van gemaakt en daarna ben ik gewoon aan de slag gegaan. Alle techniek is zelf bedacht. Maar de kraan is pas afgebouwd na mijn pre-pensioen, jaren later. Ik heb er anderhalf jaar over gedaan om het bovenste –en moeilijkste– deel af te bouwen. Alles bij elkaar opgeteld zitten hier zo’n 5000 bouwuren in.”
En wie denkt dat pietepeuterig bouwen alleen voor pensionado’s is, komt bedrogen uit, verzekert Post. „Zoals je ziet zijn hier ook jongeren actief mee bezig. En het leuke is dat je na iedere beurs merkt dat het aantal modelbouwers op Urk toeneemt. Mensen die deze beurs bezoeken zijn vaak op zoek naar een hobby.”