Buitenland

”Zwarte weduwen” houden Rusland in houdgreep

Rusland is in de war. Een golf van terreur overspoelt het land. In ruim een week tijd zijn er vier aanslagen gepleegd en is er een school met honderden mensen gegijzeld.

Van onze correspondent
2 September 2004 08:09Gewijzigd op 14 November 2020 01:35

Minister van Defensie Sergej Ivanov spreekt over een oorlogsverklaring aan Rusland door het internationale terrorisme. „Maar de vijand is onzichtbaar en er is geen front”, zo zei hij woensdag naar aanleiding van de aanslag dinsdagavond nabij het Moskouse metrostation Rizjskaja.

Tegelijkertijd zegt de Moskouse burgemeester Loezjkov dat de dader van deze aanslag vrijwel zeker een Tsjetsjeense vrouw is. Hij baseert zich hierbij op onderzoek van justitie en een groot aantal ooggetuigenverslagen.

Net voor de aanslag had ze geprobeerd het metrostation zelf te betreden. Maar toen ze zag dat aan de ingang politieagenten paspoorten controleerden, keerde ze zich om en blies zichzelf op. Volgens de laatste berichten van justitie ging het om een bom van 2 kilogram TNT, inclusief schroeven en stukjes metaal om het aantal slachtoffers zo groot mogelijk te maken.

Dergelijke bommen zijn ook gebruikt bij eerdere aan Tsjetsjenen toegeschreven zelfmoordaanslagen in Moskou, zoals in februari in een rijdende metrotrein en vorig jaar tijdens een popconcert. Hierbij kwamen vele tientallen mensen om het leven. Bij de aanslag dinsdagavond zijn er tot nu toe 9 doden te betreuren, terwijl er meer dan 50 gewonden vielen. Een relatief onbekende Arabische organisatie heeft de verantwoordelijkheid voor de aanslag opgeëist.

Maar is er inderdaad sprake van internationaal terrorisme? Volgens de Russische pers hoort de Tsjetsjeense die verantwoordelijk wordt gehouden voor de aanslag nabij metrostation Rizjskaja bij een groepje van vier Tsjetsjeense vrouwen die tot voor kort nog samen in een huis in de Tsjetsjeense hoofdstad Grozny woonden.

Volgens onder meer de onafhankelijke krant Gazeta vertrokken zij een paar weken terug vanuit Tsjetsjenië met als doel zelfmoordaanslagen te plegen in de Russische hoofdstad. Twee van hen zijn inderdaad verantwoordelijk voor het opblazen van de Toepolev-vliegtuigen vorige week.

Zij bevonden zich ieder aan boord van een van de vliegtuigen en waren de enige passagiers voor wie zich na afloop geen familie heeft gemeld. Ze zouden zich alle twee achter in de vliegtuigen in het toilet met explosieven hebben opgeblazen. Justitie heeft deze versie inmiddels bevestigd.

Een derde terroriste was betrokken bij een mislukte aanslag op een bushalte nabij het Moskouse vliegveld Domodedovo, net voordat de Toepolevs met de twee andere terroristen hiervandaan opstegen. De bom ging wel af, maar aangezien de bus vanwege een geparkeerde auto niet op de bushalte zelf stopte, vielen er slechts twee gewonden.

Vanaf dat moment waarschuwde Russische pers dagelijks dat er nog meer aanslagen in Moskou waren te verwachten, aangezien twee van de vier Tsjetsjeense vrouwen hun missie nog niet hadden volbracht. Hij noemt deze vrouwen steevast ”zwarte weduwen”.

Het zou gaan om de weduwen of familieleden van de in de oorlog in Tsjetsjenië door Russen vermoorde Tsjetsjenen. Zij zouden met hun acties de dood van hun geliefden willen wreken. Tijdens hun wanhoopsdaad hijsen ze zich meestal in een zwart gewaad en doen ze een zogeheten zelfmoordriem om, een riem met explosieven en meestal ook met grote hoeveelheden schroefjes, spijkertjes en kleine kogeltjes om zo veel mogelijk dood en verderf te kunnen zaaien. Onderzoek in Tsjetsjenië zelf door onder meer kwaliteitskrant Izvestija toont inderdaad aan dat de daders van de aanslag op de Toepolevs weduwen zijn van vermoorde Tsjetsjenen.

De oorlog in de deelrepubliek heeft de afgelopen jaren aan meer dan 10.000 Tsjetsjenen het leven gekost. In die zin bestaat er een groot potentieel aan zwarteweduweterroristen. Volgens de bekende Russische journaliste en Tsjetsjenië-specialiste Anna Politkovskaja zouden ze zelfs ongeduldig in de rij staan om naar Moskou af te reizen „om de Russen dezelfde pijn te laten voelen als die wij hebben gevoeld.”

De zwarte weduwen traden voor het eerst op grote schaal naar buiten tijdens de gijzelingsactie van het Doebrovka-theater in Moskou in 2002. Een aanzienlijk deel van de gijzelnemers bestond toen uit jonge Tsjetsjeense weduwen. Bij de vele tientallen aanslagen die daarna nog volgden, is hun rol steeds belangrijker geworden. Ook nu bij de gijzelingsactie van de school in Noord-Ossetië wordt er rekening mee gehouden dat een deel van de gijzelnemers uit zwarte weduwen bestaat.

Ondanks de onbetwiste leidende rol van de Tsjetsjenen in alle recente terroristische aanslagen in Rusland menen de autoriteiten dat ze te maken hebben met internationaal terrorisme. Juist het feit dat zelfmoordaanslagen steeds vaker worden uitgevoerd door vrouwen wijst er volgens hen op dat de Tsjetsjenen worden gestuurd door islamitische krachten van buiten de grenzen. Ze verdenken vooral wahabitische groepen in Saudi-Arabië ervan op grote schaal de Tsjetsjeense rebellen te ondersteunen en te financieren.

Het zichzelf met een bom opblazen, zou niet aansluiten bij de Tsjetsjeense krijgstraditie. Volgens Poetins adviseur voor Tsjetsjenië, Aslan Aslachanov, zouden Tsjetsjeense mannen nooit hun vrouwen naar het front sturen om te vechten en al helemaal niet om een aanslag te plegen.

Hij meent dat door de Tsjetsjeense oorlog emotioneel zwaar beschadigde vrouwen bewust door internationale terroristen geselecteerd en bewerkt worden om ze vervolgens als zwarte weduwen te laten toeslaan.

De angst en het wantrouwen jegens de eigen autoriteiten zit er intussen goed in bij de Russische bevolking. Men is vooral boos dat het Kremlin zo weinig openheid van zaken geeft en dat president Poetin geen enkele officiële mededeling doet over wat er gaande is in het land.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer