Sterren in beeld gebracht
Tal van ontdekkingen van sterren, kometen, zwarte gaten passeren de revue in het boek ”Sterrenbeelden” van wetenschapsjournalist Govert Schilling. Niet chronologisch, maar gerangschikt naar het sterrenbeeld waarin ze werden waargenomen.
Aan de hand van de 88 sterrenbeelden beschrijft Schilling de ontdekking van het heelal. Die is echter niet van recente datum. De oude Babyloniërs stonden millennia geleden al aan de wieg van de astronomie.
De basis voor de huidige sterrenbeelden werd in de tweede eeuw gelegd door de Griek Claudius Ptolemaeus. Hij beschreef niet alleen 48 sterrenbeelden, maar ook 1028 sterren.
De zuidelijke sterrenhemel was in Europa vrijwel onbekend, tot in 1595 Nederlandse zeevaarders die in kaart brachten. Pas in 1930 definieerde de Belgische astronoom Eugène Delporte de huidige grenzen tussen de sterrenbeelden. Sindsdien behoort elk object in het heelal, elke astronomische ontdekking of ruimtemissie tot een van die 88 officiële patronen aan de nachthemel.
Schilling beschrijft elk sterrenbeeld minutieus, van Andromeda tot Vulpecula. Met symbolen geeft hij aan welke sterren zich daar bevinden, hoe helder ze zijn en van welk type, welke ontdekkingen er zijn gedaan en door wie.
Het kleurrijke naslagwerk is eigenlijk gewoon een encyclopedie van de sterrenhemel. Het nodigt uit om zelf eens naar de sterren te gaan turen.
Boekgegevens
Sterrenbeelden. Het verhaal van de kosmos verteld via de 88 sterpatronen aan de nachtelijke hemel, Govert Schilling; uitg. Fontaine; 222 blz.; € 39,99