Gerechtigheid voor Rohingyas
Aung San Suu Kyi leed bijna vijftien jaar onder huisarrest dat was opgelegd door het leger. Nu verdedigt ze als Myanmarese regeringsleider datzelfde militaire bewind bij het Internationaal Gerechtshof (ICJ) in Den Haag tegen een aanklacht van genocide op de Rohingyas.
In het boeddhistische land kwamen de afgelopen jaren door toedoen van het leger duizenden Rohingyas om het leven. Honderden dorpen werden verbrand. Gambia spande in november een rechtszaak aan bij het ICJ. Volgens het West-Afrikaanse land pleegde Myanmar volkerenmoord. Suu Kyi was deze week in Nederland en voerde namens Myanmar het woord.
In 1991 ontving Suu Kyi nog de Nobelprijs voor de Vrede voor haar inspanningen voor democratie in Myanmar. Maar ondertussen is de Nobelprijswinnares van haar voetstuk gevallen. Critici nemen haar rol als regeringsleider tijdens de Rohingya-crisis sterk kwalijk. Zij menen dat de regeringsleider te weinig heeft gedaan om de situatie tot een goed einde te brengen.
De stad Oxford nam haar een eretitel af en de Katholieke Universiteit Leuven verwijderde in 2017 haar naam van een leerstoel. Critici willen dat de Nobelprijs voor de Vrede die haar is toegekend, wordt ingetrokken. Dat is echter niet mogelijk.
Tot een veroordeling van Suu Kyi komt het in deze rechtszaak in ieder geval niet. Het Gerechtshof behandelt alleen geschillen tussen verschillende staten. Desondanks heeft haar reputatie een flinke deuk opgelopen.