Volksgeloof op de Veluwe leeft voort
Titel:
”Sagen en legenden van de Veluwe”, bloemlezing door Jac. Gazenbeek; uitgave Jac. Gazenbeek Stichting, Lunteren, 2004; 240 blz.
ISBN 90 7467 911 0
Pagina’s: € 14,50. Te bestellen bij de stichting via tel.nr. 0318-484235 en gazenbeek-stichting@wanadoo.nl. Op de Veluwe gaan nog allerlei verhalen rond waarin romantiek en mystiek verweven zijn. Ze spreken van het geloof en de dromen van voorvaders; wonderlijke vertellingen over witte wieven, spoken, vuurmannen en dwaallichtjes.
De bekende schrijver Jac. Gazenbeek (1894-1975), een van de beste kenners van de Veluwe, heeft in zijn leven veel van deze legenden opgetekend. Op bezoek bij oude Veluwenaren tekende hij uit hun mond de wonderlijke verhalen op.
Een van deze bundels is onlangs opnieuw uitgegeven door de Jac. Gazenbeek Stichting in Lunteren. Het boek heeft de bedoeling deze verhalen „in deze nuchtere tijd voor de ondergang te bewaren.” Sommige zijn verbonden aan bepaalde plaatsen die nog altijd aanwijsbaar zijn, zoals Kernhem bij Ede, het Papendal, het Solse Gat en de Woeste Hoeve.
Het boek geeft een schitterend zicht op het leven van de Veluwenaren in vergane tijden. Hoewel de titel ”Sagen en legenden van de Veluwe” doet veronderstellen dat het om een ver verleden gaat, zijn de meeste verhalen in de vorige eeuw opgetekend. Veel van de legenden gaan echter in de mondelinge overlevering wel verder terug, zoals de geschiedenis van Uddel en het Uddelermeer.
De meeste verhalen lezen erg vlot. Gazenbeek was onmiskenbaar een groot verteller. Hij geeft met zijn bundel tevens inzicht in het geloofsleven op de Veluwe. „Het heden is onafscheidelijk gebonden met het lang vervlogen verleden. Dit te ontkennen, zou naar onze mening gelijk staan aan het negeren van het feit dat de gedachten, daden en dromen van hen die reeds heengegaan zijn, hun invloed hebben op de levenden. Het is daarom naar onze innige overtuiging geen verloren tijd en moeite ons bezig te houden met hetgeen onze voorvaderen, ondanks minder wetenschappelijke kennis, gedacht, gedroomd én geloofd hebben”, zo schreef Gazenbeek in het voorjaar van 1971. Deze aanbeveling is voldoende om dit boek met smaak te lezen.