Cetti’s zanger verovert Nederland
De Cetti’s zanger, een moerasbewoner met een unieke zang, neemt spectaculair toe in Nederland: van nul broedparen rond de millenniumwisseling naar 2000 in 2019. Met dank aan de klimaatverandering.
Bevroren rietpluimen kleuren de Wageningse Bovenpolder sneeuwwit. Op de achtergrond klinkt het gefluit van wintertalingen. Af en toe doorbreekt de rauwe kreet van een fazant de rust in de uiterwaard langs de Nederrijn. Plots klinkt het, vanuit een dicht wilgenbosje: tjsi-tjidewidewiet!
Het hart van de vogelliefhebber slaat drie keer over bij het horen van de luide on-Nederlandse klanken. Een beetje vogelaar weet onmiddellijk waarmee hij te maken heeft: de Cetti’s zanger. De zang is onmiskenbaar: geen enkele andere Nederlandse vogel heeft een vergelijkbaar explosief geluid.
Biesbosch
Kwam de Cetti’s zanger vroeger niet in Nederland voor, inmiddels is de vogel vrij algemeen in de waterrijke gebieden waar hij zich thuis voelt: Zeeland, de Biesbosch en het rivierengebied.
In Duitsland zijn er nog geen officiële broedgevallen, vertelt prof. Ruud Foppen, werkzaam bij Sovon Vogelonderzoek Nederland. „Dit najaar is de soort al wel gehoord over de grens bij de Ooijpolder. Naar verwachting kunnen we in 2020 echt zeggen dat daar een paartje zit.”
De Biesbosch is de locatie van waaruit de Cetti’s zanger zich over Nederland heeft verspreid, stelt Foppen. „Dit is een supergeschikt gebied voor de soort. Het is heel groot, biedt veel voedsel en past ook klimatologisch goed bij het dier: de winters zijn er milder dan in veel andere delen van Nederland. Er zitten nu meer dan duizend exemplaren. Naarmate je verder van de Biesbosch vandaan bent, neemt de dichtheid van de soort af.”
Vakantie
De Cetti’s zanger is vanouds een zuidelijke soort die houdt van een mediterraan of Atlantisch klimaat, zegt Foppen. „Veel mensen kennen hem van hun vakantie naar Zuid-Frankrijk of Italië.” Dankzij de klimaatverandering en de mildere winters van de laatste jaren kon de zangvogel zich naar het noorden uitbreiden.
In 1968 werd de Cetti’s zanger voor het eerst in Nederland gevangen. Rond 1977 was er sprake van een heuse kolonisatiegolf met ongeveer zestig paartjes. Maar door de strenge winters van de jaren 1978-1979 en 1984-1985 verdween de complete populatie uit Nederland. De kou trof ook zuidelijkere populaties in België en Frankrijk.
Nadien krabbelde de soort weer op en breidde zich langzaam uit naar het noorden, tot het in 2003 zover was: Nederland was bereikt. Sindsdien groeit de Nederlandse populatie als kool. Inmiddels staat de teller op ongeveer 2000 broedparen.
Het einde van de toename is volgens Foppen nog niet in zicht: Nederland telt zoveel moeras dat de vogelsoort zich moeiteloos kan blijven uitbreiden. Omdat de zangers maar een klein leefgebied nodig hebben, kunnen ze bovendien een grote dichtheid behalen. „De vogels hebben net de Oostvaardersplassen en het rivierengebied bereikt. Daar is plaats genoeg voor duizenden beesten.”
Kieskeurig is de vogel ook niet, net zomin als zijn buurman, de blauwborst. „De Cetti’s zanger neemt genoegen met verruigde moerasgebieden waar andere soorten, zoals de bedreigde grote karekiet en de snor, hun neus voor optrekken.”
Muizen
Een andere factor die de explosieve toename van de vogels verklaart, is dat ze zich snel kunnen voortplanten. „Ze broeden twee keer per jaar, met vier à vijf jongen per legsel. Het zijn net muizen. En bij een milde winter overleven de meeste jongen het nog ook. Doordat mannetjes vaak twee of drie wijfjes hebben, kan het nageslacht in het najaar uit meer dan vijftien leden bestaan, voordat de jongen zich elders vestigen.”
Of de Cetti’s zanger andere soorten verdringt? Foppen verwacht van niet. De vogel eet insecten en larven die bijna onuitputtelijk voorradig zijn in hun leefgebied. Ook verwacht de Sovononderzoeker niet dat er door de toename van de zangvogel te weinig nestlocaties overblijven voor bijvoorbeeld de blauwborst. „Elk dier heeft zijn eigen niche waar het zich optimaal thuisvoelt.”
De toename van de Cetti’s zanger is uniek, stelt Foppen. Er zijn weliswaar andere vogelsoorten die procentueel een vergelijkbare toename laten zien, maar in absolute aantallen steekt de Cetti’s zanger daar met kop en schouders bovenuit. „De toename van bijvoorbeeld de zeearend van één broedpaar in 2010 naar twaalf paartjes nu is spectaculair te noemen, maar heeft een andere oorzaak: betere bescherming op Europees niveau. Met name elders in Europa vindt nu veel minder illegale vervolging en vergiftiging plaats dan voorheen.”
Hoeveel Cetti’s er in 2020 zullen voorkomen in Nederland? „Mogelijk wel 5000. Het wordt een algemene soort.”
Insecteneter
De Cetti’s zanger is een kleine zangvogel uit de familie van de Cettidae. Vanouds komt de soort voor in landen rond de Middellandse Zee, met een uitloper naar West-Frankrijk. Ook Engeland herbergt een grote populatie. In de loop van de twintigste eeuw heeft de soort zich naar het noorden kunnen uitbreiden, inclusief Nederland. De vogel leidt een verborgen bestaan onder in de kruidlaag van moerassen, waar hij zich voedt met insecten. De zang is karakteristiek.