Stakend Frankrijk heeft hervormingen nodig
Het Nederlandse kabinet boog zich recent over de vraag of de pensioenleeftijd per 2025 verder omhoog moet. De AOW-leeftijd ligt nu op 67 jaar en dat blijft voorlopig zo. De levensverwachting stijgt weliswaar, maar niet genoeg voor een verhoging van de pensioenleeftijd, stelde minister Koolmees van Sociale Zaken in november vast.
In Frankrijk voeren ze heel andere discussies. De pensioenleeftijd ligt er op 62 jaar en dat blijft voorlopig zo. Die toch al lage leeftijd geldt ook nog eens niet voor iedereen. Spoorwegpersoneel mag bijvoorbeeld al rond het 50e levensjaar met pensioen. Het hele pensioenstelsel is overigens een wirwar van uitzonderingen. Bovendien verschilt de hoogte van de uitkeringen sterk: in de private sector is die gebaseerd over de 25 jaar met het hoogste inkomen, terwijl in de publieke sector de laatste 6 maanden het uitgangspunt vormen.
President Emmanuel Macron ziet dat graag anders en bepleit een uniform stelsel, waarvan de details woensdag zouden worden gepresenteerd. De voorstellen liggen hypergevoelig. Nog voordat ze goed en wel waren bekendgemaakt, gingen vorige week donderdag en afgelopen dinsdag honderdduizenden Fransen de straat op. Voor donderdag en volgende week dinsdag staan er nieuwe betogingen op stapel.
Sinds 1993 hebben generaties Franse politici hun tanden op dit dossier stukgebeten, waarbij de boze burger nog altijd aan het langste eind trok. Op korte termijn zijn er geen dwingende redenen voor Macron om er nu hervormingen door te drukken. De pensioenlasten zijn voor de belastingbetaler vooralsnog op te brengen. Voor de lange termijn heeft Frankrijk bovendien het voordeel van een relatief hoog geboortecijfer: dat is al enkele jaren het hoogste van Europa.
Toch zijn zorgen voor de toekomst terecht. Mede omdat ook de levensverwachting stijgt, moeten steeds minder werkende mensen de pensioenen voor de ouderen opbrengen. Dat loopt vroeg of laat een keer spaak. Het steekt de Franse president bovendien dat Fransen het minste werken van alle 36 landen binnen de OESO (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling).
Het gaat Macron echter om meer dan enkel het treffen van noodzakelijke maatregelen om het huishoudboekje van Frankrijk op orde te houden. Hij bepleit een minder ingewikkeld, maar ook rechtvaardiger systeem. Sommige beroepsgroepen kunnen uitkijken naar een prinsheerlijk pensioen, terwijl andere het met veel minder moeten doen. De agrarische sector is bijvoorbeeld slecht af.
Dat er, hoe dan ook, verandering nodig is, erkennen veel Fransen. Maar ze zien tegelijk niet graag dat eigen gerieflijke voorwaarden op de schop moeten. Die reflex bestaat natuurlijk niet alleen bij Franse burgers. „We hebben het beste systeem ter wereld”, zei de Franse vakbondsman Philippe Martinez. De vraag is wel voor wie.