Green Deal goed ontvangen in EU-parlement
De grote fracties in het Europees Parlement reageren overwegend positief op de klimaatplannen van de Europese Commissie. Die presenteerde woensdag voorstellen die ervoor moeten zorgen dat Europa over dertig jaar netto geen CO2 meer uitstoot.
VVD-Europarlementariër Jan Huitema verwelkomt de ambities in de Green Deal, maar wil wel dat kritisch wordt gekeken naar de „haalbaarheid en vooral betaalbaarheid van deze transitie”. Hij hamert erop dat de rest van de wereld wel mee moet doen.
Esther de Lange (CDA) wijst op de noodzaak Europeanen mee te krijgen. Haar fractiegenoot Tom Berendsen ziet kansen voor de Nederlandse industrie als er bescherming komt tegen concurrentie van bedrijven die niet aan de hoge Europese standaarden hoeven te voldoen.
Volgens Bas Eickhout (GroenLinks) tonen de „veelbelovende” plannen van commissaris Frans Timmermans een „kantelpunt in het denken”. Hij roept zijn landgenoot wel op snel in te grijpen in het Europese landbouwbeleid en fossiele subsidies in te trekken. De voorgestelde aanpak van de ontbossing en de uitstoot van de scheep- en luchtvaart noemt Eickhout „bemoedigend”.
Agnes Jongerius (PvdA) spreekt van een historische stap: „De deal is groen maar niet zonder rood. Solidariteit en rechtvaardigheid vormen de basis.”
De ChristenUnie is positief over de „voortrekkersrol” van Europa, maar heeft ook bedenkingen. „We moeten ons continent klimaatneutraal maken, maar als we vervolgens allerlei producten via bijvoorbeeld landen als China via de achterdeur binnenhalen, dan steunen we indirect toch meer CO2-uitstoot. Met nieuwe handelsverdragen moet dat anders”, zegt Europarlementariër Peter van Dalen. Het CDA wil om die reden een Europese klimaatambassadeur aanstellen, „die de slagkracht van de EU inzet om wereldwijd de verandering in gang te zetten die nu zo hard nodig is”.
Timmermans zei na afloop van het debat blij te zijn met de „brede steun” in het parlement. Hij noemde de Green Deal „een roadmap, een uitgestrekte open hand” en riep het parlement op tot samenwerking als hij vanaf het voorjaar met wetgeving komt. „We moeten nu actie ondernemen, want de feiten staren ons in de ogen. Gaan we proberen meester van de veranderingen te worden, of laten we dat over aan anderen?”