Directie niet aansprakelijk voor V&D-bankroet
De toenmalige directie en raad van commissarissen van V&D treft geen blaam voor het faillissement van de warenhuisketen. Dat concluderen curatoren in hun laatste verslag over het omvallen van de keten eind 2015.
Met het bankroet verdween in één klap een beeldbepalend merk uit de winkelstraten en raakten duizenden werknemers hun baan kwijt. Curatoren stelden een onderzoeksbureau aan om de teloorgang van V&D te onderzoeken. Op basis van dat onderzoek concluderen curatoren dat bestuurders van V&D juridisch niet aansprakelijk zijn voor de gevolgen van het faillissement.
Volgens het onderzoek leidde een samenloop van ongunstige interne en externe omstandigheden tot het bankroet. Zo werd de concurrentie van onlineverkopers steeds heviger. Intern speelde onder andere mee dat V&D jarenlang geen eenduidige strategie had door de vele wisselingen aan de bedrijfstop.
Curatoren stippen verder aan dat bestuurders weinig speelruimte hadden doordat de toenmalige eigenaar van V&D, Sun Capital, ook een grote kredietverstrekker was van het bedrijf. De Amerikaanse investeerder was telkens direct betrokken bij beslissingen over de aansturing van het bedrijf. Ook vinden ze dat Sun Capital vaak laat met kapitaalinjecties kwam om het tij bij V&D te keren.
De voormalige eigenaar van de failliete warenhuisketen V&D krijgt nog eens 38,7 miljoen euro uit de failliete boedel van het bedrijf, staat in het faillissementsverslag. Bovenop al eerder toegekende bedragen ontvangt Sun Capital daarmee 70 miljoen euro uit de boedel van V&D. Het totaal van de door de Amerikanen aan de keten ter beschikking gestelde gelden was overigens veel hoger.