IJzeren torenkruis terug in Maasland
De Oude Kerk in Maasland werd na een brand in 1945 weer herbouwd. Onlangs werd het torenkruis, dat na de brand verdwenen was, teruggevonden. Het kruis staat nu in de torenruimte, wachtend op een goede plek.
Bijna vijf jaar geleden fuseerden de hervormden en gereformeerden in Maasland tot de protestantse gemeente Maasland. „Vanaf 1968 deden we al verschillende dingen gezamenlijk, zoals jeugdwerk, en in de lijdenstijd hielden we gezamenlijke diensten met de rooms-katholieken”, zegt kerkrentmeester Peter van Rijs.
Vorig jaar werd de Oude Kerk heringericht. De oude banken werden vervangen door stoelen rond een nieuw gebouwd liturgisch centrum. Er werd ook vloerverwarming aangelegd. De kerk is nu ook geschikt voor concerten en andere bijeenkomsten.
Brand en kruis
De Oude Kerk van Maasland vatte vlam toen op 18 juni 1945 de overwinning op Napoleon in de slag bij Waterloo werd gevierd. Een afgevuurde lichtkogel kwam in de dakgoot terecht, waarna het dak vlam vatte. „Gelukkig konden nog tal van goederen uit de kerk gered worden, zoals Bijbels, stoelen, wandborden, schilderijen, banken en vier koperen kronen”, zegt Van Rijs.
Van de kerk zelf bleven alleen de muren overeind staan. Veel grafzerken waren door de intense hitte kapot gesprongen en van het Garrels-orgel uit 1725 was niet veel meer over dan wat klompen lood. Restanten ervan liggen nog in museum De Schilpen in Maasland.
Haan en kruis
Bij de brand was ook de torenspits ingestort. Omdat de burgerlijke gemeente eigenaar was van de toren, werd de torenhaan ondergebracht in Museum De Schilpen. Op de spits stond ook een groot ijzeren kruis. Waar dat gebleven was, was tot voor kort niet bekend. Bij de verkoop van het gemeentehuis van Maasland kwam het kruis echter opeens weer te voorschijn. Het kwam eerst bij een opkoper van oud ijzer terecht, maar historicus Jacques Moerman en antiquair Jan Holtkamp hebben zich ervoor ingezet om het kruis voor Maasland te behouden. Zij denken dat het kruis nog van vóór de Reformatie dateert.
Standaard
„In overleg met de gemeente Midden-Delfland, die eigenaar van de toren is, heeft de kerkenraad besloten om het kruis een plek te geven ergens in of bij de Oude Kerk”, aldus Van Rijs. Op dit moment staat het voorlopig op een standaard bij de toreningang van de kerk. Volgens de kerkrentmeester zou het een mooie plek kunnen krijgen aan de muur boven de ingang naar het schip van de kerk.
Opbouw
Van Rijs: „Bij de herbouw van de kerk werden de oude kansel, het koorhek, de koperen kroonluchters, de muurkandelaars en de beglazing van de in 1951 gesloopte hervormde kerk van het Noord-Hollandse dorp Graft overgenomen. Van de Nicolaïkerk in Utrecht werd het uit 1888 daterende orgel van orgelmaker J. F. Witte overgenomen.”
Delen van de 400 stenen grafzerken die bij de brand waren verwoest maar nog wel bruikbaar waren, zijn als vloer in de noordbeuk gelegd. De doopkapel is bij de restauratie weer in ere hersteld en fungeert nu als stiltecentrum. De knielbank met bijbehorende twee bankjes die bij de brand werden gered, staan er ook weer.
Het fragment van het wijwaterbakje bij de ingang van de kerk herinnert nog aan de rooms-katholieke tijd. De stenen preekstoel in de noordbeuk komt uit de rooms-katholieke kerk te Maasland.
De borden van de Oude Kerk
Het dorp Maasland ging na 1572 geleidelijk over tot de protestantse religie. Vier jaar later werd de eerste predikant beroepen, Everhardus Hermanni. Het predikantenbord, dat in 1576 door catechisanten werd geschonken, vermeldt dat Abraham van Vliet in 1619 werd afgezet wegens remonstrantse gevoelens. In 1727 werd Johannes Taurinus „ontzet.” Het bord meldt ook dat Philippus van Ronkel een bekeerling was uit het Jodendom. Op het ”Bord met ordonnantie van de garven” staat dat de huur van een graf in het kerkkoor 6 gulden kostte, het openen van een graf daar kostte 1 gulden en 10 stuivers. Voor een graf in de kerk was de huur 3 gulden. Voor het openen van een graf in de kerk moest 1 gulden worden betaald.