Laat ruimte voor psalmen en geestelijke liederen
Het steevast afwijzen van andere liederen dan psalmen is ten diepste een niet geestelijke houding en draagt niet bij aan het gaande houden van de lofzang.
Wat is het een voorrecht om psalmen te zingen. De Geest heeft mensen als David en Asaf geïnspireerd tot het schrijven en dichten van inhoudsvolle liederen. Een bundel van 150 psalmen is opgenomen in de canon. De eeuwen door hebben gelovigen deze liederen gezongen. Het heil werd al zingend verkondigd en toegeëigend. Laten we vooral psalmen blijven zingen.
Ds. J. M. D. de Heer stelt in zijn artikel (RD 28-11) terecht dat we niet op eenzelfde manier kunnen spreken van geïnspireerde opwekkingsmuziek (Latijn: ”inspiratio”). Ik lees helaas niets over het doorgaande werk van de Geest en hoe Hij mensen verlicht (Latijn: ”illuminatio”). Liederen kunnen voluit Bijbels en geestelijk zijn. Zoals Bezaleël en zijn assistent Aholiab door de Geest van God vervuld werden met wijsheid, inzicht, kennis en allerlei vakmanschap (Exodus 35:30), zo kan de Geest ook vandaag de dag nog mensen verlichten en aanzetten tot dichten, componeren en musiceren. De liederen die deze dichters componeren, mogen we dankbaar aanvaarden en kunnen we van harte zingen. Uiteraard blijft het nodig om de Schrift te blijven gebruiken als ”norma normans”, als norm.
Verder stelt ds. De Heer terecht dat het goed is dat het hele psalmboek berijmd is en gezongen wordt. Hij waarschuwt voor een selectieve omgang met het psalmboek. Een voorbeeld wordt genoemd vanuit Psalm 97, over het recht van God dat in een aantal verzen wordt bezongen.
Het schrijnende is dat juist in de reformatorische gezindte zeer selectief met de psalmen wordt omgegaan. Menig psalmenbord (ook in mijn eigen kerkgebouw) spreekt boekdelen. Bij vijf zangmomenten in de eredienst worden dikwijls niet meer dan zes of zeven versjes gezongen.
Nieuw lied
Ten slotte is het psalmboek in zijn geheel een evenwichtige liedbundel. Terecht wijst ds. De Heer daarop. Daaruit mag echter niet de conclusie worden getrokken dat de gemeente die alleen psalmen zingt een evenwichtige prediking hoort en een evenwichtig Godsbeeld heeft. Het gegeven dat veel gelovigen zich door de psalmen aangesproken wisten en weten, neemt het legitieme verlangen om de nieuwtestamentische heilsfeiten en de Naam van de Heere Jezus te bezingen niet weg. Sterker nog: daar waar mensen deze heilsfeiten en de glorie van Zijn Naam met een geestelijk lied gaan bezingen, mag men hen niet zomaar beschuldigen van vervlakking in het geloofsleven.
Als predikant van een hervormde gemeente (Gereformeerde Bond) zoek ik naar wegen waarbij we de psalmen kunnen herwaarderen en de rijkdom van deze liederen kunnen overbrengen naar jonge generaties. Tegelijk geef ik van harte gehoor aan de oproep van de psalmdichter om een nieuw gezang te zingen (onder andere Psalm 98:1) en aan de oproep van de apostel Paulus om voor de Heere te zingen met psalmen, lofzangen en geestelijke liederen (Efeze 5:19 en Kolossensen 3:16b). Gods daden vragen om een nieuw lied.
„De confessie reikt een toetsingskader aan dat de liederen bevraagt op een evenwichtig zingen over zonde en verlossing, wedergeboorte en bekering, rechtvaardiging en heiliging, wet en evangelie, Gods heiligheid en Gods nabijheid, verkiezing en verbond, genade en roeping, belofte en vervulling, kruis en koninkrijk, etc.” (Verantwoording bundel ”Weerklank”). Andere liederen dan psalmen steevast afwijzen, is een niet geestelijke houding en draagt niet bij aan het gaande houden van de lofzang.
De auteur is predikant van de Hervormde gemeente Elim in ’t Harde.