Het Byrd–amendement, in 2000 aanvaard door het Amerikaanse Congres, laat de opbrengst van antidumpingheffingen op buitenlandse producten naar bedrijven in de VS vloeien. De WTO heeft het herhaaldelijk veroordeeld als strijdig met de internationale handelsregels. De Amerikanen kregen tot 27 december vorig jaar de tijd het amendement in te trekken, maar dat is nog steeds niet gebeurd omdat het Congres er fel op tegen is.

De EU had bij de klacht de steun van Canada, Japan, Brazilië, Chili, Mexico, India en Zuid–Korea. Ook deze landen mogen nu sancties treffen in de vorm van strafheffingen op Amerikaanse producten. De WTO heeft bepaald dat die 72 procent mogen belopen van het geld dat op basis van het Byrd–amendement naar Amerikaanse bedrijven is gegaan. Tot nu toe is dat omstreeks 700 miljoen dollar (580 miljoen euro). De EU had voor het volle bedrag terug willen slaan.

Europees commissaris Pascal Lamy (Handel) zei dinsdag in een reactie dat het besluit van de WTO was verwacht. De EU heeft volgens hem nog niet beslist of daadwerkelijk tot sancties wordt overgegaan. Lamy sprak de hoop uit dat de VS stappen zullen zetten tot intrekking van het Byrd–amendement om sancties te voorkomen.

Een woordvoerder van de Amerikaanse regering liet weten dat de VS zich aan hun WTO–verplichtingen zullen houden. „De regering zal nauw samenwerken met het Congres om dat te doen op een manier die Amerikaanse banen en Amerikaanse werknemers ondersteunt", aldus de zegsman.

Vorig jaar gaf de WTO de EU in twee andere conflicten met de VS toestemming voor sancties. De Amerikaanse regering voorkwam strafheffingen van ruim 2 miljard dollar per jaar door een eind te maken aan de veroordeelde bescherming van de eigen staalindustrie. De EU mocht van de WTO ook voor 4 miljard dollar per jaar aan extra heffingen op Amerikaanse producten leggen wegens belastingvoordelen die de VS geven aan bedrijven die veel exporteren. De Amerikanen hebben ook in dit geval bereidheid getoond in te binden, maar de zaak is nog niet uit de wereld.