Ook de heidenen
Jesaja 60:3
„En de heidenen zullen tot uw licht gaan, en koningen tot de glans, die u is opgegaan.”
Zie eens op deze belofte: „En de heidenen zullen tot uw licht gaan, en koningen tot de glans, die u is opgegaan.” Wanneer de liederen van de verloste Israëlieten in hun vaderlandse bergen worden gehoord –en hun mond zal zijn vervuld met gelach en hun tong met gezang– dan zullen de volken zeggen: „De Heere heeft grote dingen aan hen gedaan.” Tien mannen, uit allerlei tongen van de heidenen, zullen de slip grijpen van één Joodse man, zeggende: „Wij zullen met u gaan, want wij hebben gehoord dat God met u is” (Zacharia 8:23). Wanneer de psalmen van Israël van onder hun wijnstok en vijgenboom zullen oprijzen, zullen zelfs koningen hun kronen neerleggen en komen om van hen de weg des vredes te leren.
Lieve broeders, bid voor de Joden, bid voor de vrede van Jeruzalem. O, dat die blijde dag met haast aanbreekt. De Heere zal het op Zijn tijd verhaasten.
De mens verkeert van nature in een staat van duisternis (vers 2): „De duisternis zal de aarde bedekken, en donkerheid de volken.” Wanneer Christus over een ziel opgaat, vindt Hij haar in gehele duisternis.
Robert Murray M’Cheyne, predikant te Dundee (”Leerredenen”, 1862)