Geweld Idlib laait op: tientallen doden
Bij gevechten in het noordwesten van Syrië zijn in twee dagen tijd tientallen doden gevallen. Dat meldt het Syrisch Observatorium voor de Mensenrechten, dat spreekt over de „meest gewelddadige” confrontaties sinds eind augustus een wapenstilstand van kracht werd.
De opstandelingen die vechten tegen het regime van de Syrische leider Bashar al-Assad hebben hun laatste bolwerk in de provincie Idlib en aangrenzende gebieden. Het in Groot-Brittannië gevestigde Observatorium, dat zich baseert op lokale bronnen, zegt dat de afgelopen dagen zeker 69 doden zijn gevallen, onder wie 36 regeringsgezinde manschappen.
De strijd zou zijn opgelaaid toen strijders van het jihadistische Hayat Tahrir al-Sham de aanval openden op posities van het regime. Het Syrische leger ging vervolgens met Russische luchtsteun in de tegenaanval. Er zou inmiddels ook op tientallen kilometers van het front worden gebombardeerd.
Tijdens de bloedige Syrische burgeroorlog zijn de afgelopen jaren honderdduizenden doden gevallen. Ook sloegen miljoenen mensen op de vlucht. Assad, die wordt gesteund door Rusland en Iran, heeft inmiddels het grootste deel van Syrië weer in handen. Hij maakt er geen geheim van ook Idlib te willen heroveren.
In die noordwestelijke provincie, die grenst aan Turkije, bevinden zich zo’n 3 miljoen mensen, onder wie vluchtelingen uit andere delen van het land. Sommige inwoners vluchten naar het noorden om weg te komen van de strijd. „Ik wil niet dat mijn kinderen worden begraven onder het puin”, zei een man die met zijn echtgenote en drie kinderen op de vlucht was geslagen.