Jubilerende vakbond CNV verwacht kentering naar meer solidariteit
Vakbond CNV Vakmensen, oudste bond binnen het Christelijk Nationaal Vakverbond, viert vrijdag in Nieuwegein zijn 125-jarig bestaan. Acht vragen aan Piet Fortuin (60), sinds 2016 voorzitter.
Wat is het geheim van CNV Vakmensen?
„Wij zijn zelfbewust en heeft een boodschap die klopt. We geloven in een samenleving waarin mensen meedoen en uitgenodigd worden om mee te doen. Hoewel de vakbeweging onder druk staat –ook bij ons daalt het ledenaantal– krijgen we er toch ieder jaar een paar duizend nieuwe leden bij. Al moeten we daarvoor harder werken dan eerst.”
Hoe houden jullie je staande?
„We weten nieuwe doelgroepen aan ons te verbinden, bijvoorbeeld vrouwen. Jongeren willen we werven door een duidelijke missie: CNV wil een solidaire club zijn die strijdt tegen onrecht in de samenleving. De vraag is of klassiek lidmaatschap de weg is om de jonge generatie te binden, of dat we een andere manier moeten zoeken.
Is er in de afgelopen eeuw al niet voldoende bereikt in het bieden van gelijke kansen?
„Ja. We hebben een fantastische sociale zekerheid. Maar het is nog niet gelukt om een rechtvaardige samenleving te organiseren. Zo’n 200.000 Nederlanders leven onder het bestaansminimum. Daarnaast kunnen 1,4 miljoen mensen niet meedoen in de samenleving. Nog steeds zijn er verschillen tussen mensen met een vast contract en een flexibel arbeidscontract. Nederland heeft een grote mate van schijnzelfstandigheid gecreëerd, terwijl de meeste flexwerkers meer werknemer zijn dan zelfstandig ondernemer. Ik hoop dat de analyse van de commissie Borstlap (onderzoekscommissie Regulering van werk, GH) helpt om een eerlijker en meer solidair land te worden.
Zo vinden we het normaal dat onze internetbestellingen gratis worden bezorgd. Maar kosteloos is het natuurlijk nooit. Iemand moet ’s nachts in een pakhuis die orders verwerken. Het wordt hooguit goedkoper omdat hij of zij tegen minimale vergoeding z’n werk moet doen. Ik zie langzaam een kentering komen naar meer solidariteit. De afgelopen tien jaar vormden de top van individualisering en marktdenken. Maar jongeren komen nu in beweging voor het milieu. De minister wil iets doen aan aanbestedingen. Dat geeft hoop.”
Noemt u eens een hoogtepunt in het 125-jarig bestaan?
„Het Akkoord van Wassenaar in 1982 (compromis tussen werkgevers en werknemers om lonen te matigen in ruil voor arbeidstijdverkorting, GH). Ook de grote demonstratie tegen de pensioenplannen op het Museumplein in Amsterdam in 2004.”
En een dieptepunt?
„De Tweede Wereldoorlog. CNV wilde geen onderdeel zijn van het systeem van de nazi’s. De organisatie heeft toen alle leden uitgeschreven en daarna zichzelf opgeheven. Na de oorlog werden alle nog levende leden weer ingeschreven.”
Waaruit blijkt de c van ”christelijk” in de naam CNV?
„Uit onze kernwaarden solidariteit, naastenliefde, rechtvaardigheid en verantwoordelijkheid. Het verschil met collega-organisaties zoals FNV of De Unie –die zich net zo goed sterk maken voor solidariteit en rechtvaardigheid– is dat CNV ook voor eigen verantwoordelijkheid is. Dat vullen wij in als wederkerige verplichting. Legt het socialisme zorgtaken neer bij de overheid en het liberalisme bij de markt, CNV vindt dat ieder individu ook zichzelf moet inspannen om zijn situatie te verbeteren. Dat christelijk-sociaal denken baseren we op de Bijbelse opdracht aan mensen om hun talenten te gebruiken en de notie van rentmeesterschap.”
Kunt u dat concreet maken?
„Wij hebben de James-Leerrekening geïntroduceerd (fiscaal voordelig ontwikkelingsbudget voor werknemers, GH). Mensen moeten zich blijven ontwikkelen, mede vanwege bijvoorbeeld de toegenomen robotisering en automatisering. Maar niet alleen de overheid en je werkgever zijn verantwoordelijkheid voor opleiding, ook de werknemer zelf.”
Wat hoopt u voor de toekomst?
„Dat we met elkaar bijdragen aan verkleining van de verschillen tussen rijk en arm, flexwerk en vast werk, en jong en oud.”