Repressie Iraanse bevolking lijkt nog lang niet voorbij
Mondjesmaat sijpelen berichten door over de aanhoudende onrust in Iran. Af en toe duiken filmpjes op van grootschalige protesten in de steden, waarbij gebouwen in brand worden gestoken en vooral jongeren massaal de straat op gaan. Beelden van een moeder die haar bloedende kind van de straat probeert te halen. Van omstanders die zich over een bewegingloze oude man buigen, terwijl een agent op hen inslaat. Want oproerpolitie en paramilitaire milities treden zoals altijd keihard op in de Islamitische Republiek.
Er wordt ook met scherp geschoten. Vanaf daken, en van dichtbij op de menigte. En dus vallen er veel slachtoffers. Hoeveel precies, is niet duidelijk. De Verenigde Naties en mensenrechtenorganisaties houden het op tientallen doden, mogelijk meer dan honderd. Iraniërs in ballingschap die contacten met familieleden in Iran onderhouden, waarschuwen dat het aantal omgekomen landgenoten veel hoger ligt. Het aantal gewonde en gearresteerde burgers zou in de duizenden lopen.
Maar niemand weet hoe het écht zit. En dat willen de Iraanse machthebbers graag zo houden. Het regime is een meester in het afschermen van publiciteit. Door het blokkeren van internettoegang, maar ook door het verspreiden van valse informatie. Zoals de aantijging van de Iraanse president Rohani dat buitenlandse mogendheden achter het veroorzaken van de chaos zitten. Maar gelukkig zijn de autoriteiten erin geslaagd diverse oproerkraaiers te arresteren die banden met de Amerikaanse inlichtingendienst CIA zouden hebben, liet het staatshoofd woensdag weten. Probleem opgelost. Om dat te onderstrepen, organiseerden de ayatollahs deze week een enorme pro-regeringdemonstratie.
Daarmee is de onrust echter allerminst voorbij. Er is veel meer aan de hand. De protesten gaan niet alleen over de verhoging van de brandstofprijzen. De bevolking heeft er schoon genoeg van om in een politiestaat te leven. De burgers zijn het meer dan zat dat zelfs de meeste elementaire goederen niet meer te verkrijgen zijn. Alleen maar omdat het regime zich steeds opnieuw internationale sancties op de hals haalt door een omstreden atoomprogramma. Alleen maar omdat Teheran nog altijd bezig is de Islamitische Revolutie over het Midden-Oosten te verspreiden. Via het steunen en bewapenen van gelijkgezinde bondgenoten – van Palestijnse terroristen in de Gazastrook tot Hezbollah in Libanon. En van sjiitische milities in Irak tot Huthirebellen in Jemen.
De grote vraag is wanneer de wal het schip zal keren. Tien jaar geleden kwam de Iraanse bevolking ook al eens massaal in verzet. Die opstand werd in bloed gesmoord. Alles wijst erop dat het regime ook nu vastbesloten is de touwtjes strak in handen te houden. Vooralsnog tot elke prijs. En over de rug van de eigen mensen.