Lokale democratie kan niet zonder goede journalisten
Deze week sprak de Tweede Kamer over de mediabegroting. Een goed moment om aandacht te vragen voor de zorgelijke situatie bij lokale media. Die blijven nodig.
Zonder kritische journalisten is de burger overgeleverd aan lokale of regionale propaganda. Maar wie gaat die vakmensen betalen? Er groeien generaties op die niet gewend zijn om geld over te hebben voor goede journalistiek. Ondertussen telt ons land 17 miljoen ‘journalisten’ en verschijnt er van alles online.
Nepnieuws ontstaat niet alleen doordat schimmige buitenlandse mogendheden bewust de boel willen misleiden. Nepnieuws ontstaat misschien wel juist doordat niemand onze argeloze berichten op sociale media voorziet van een context. De zin van de onzin scheiden, onderzoeken wat waar en niet waar is: dat is altijd de kerntaak van goede journalisten.
De financiering daarvan staat echter op allerlei manieren onder druk. Breed zien mediabedrijven hun reclame-inkomsten dalen. Bij kranten speelt dat het aantal betalende abonnees afneemt. Landelijke dagbladen zijn daardoor vaak gedwongen te schrappen in het personeelsbestand, wat zorgt voor uitgedunde regioredacties.
Lokaal en regionaal zijn er nog wel verschillende journalistieke organisaties en structuren. Maar na het betalen van de vaste kosten, zoals muziekrechten, blijft er vaak bitter weinig over voor stevige onderzoeksjournalistiek.
Innovatie
Deze week besprak de Tweede Kamer de mediabegroting. „Onafhankelijke, betrouwbare en kwalitatief hoogwaardige media zijn onmisbaar”, staat daarin te lezen. Mooie, terechte woorden. Het is inderdaad nodig dat burgers worden geïnformeerd over wat hun besturen doen. Een vitale democratie kan niet zonder onafhankelijke, betrouwbare, toegankelijke en veelzijdige informatie. Alleen op grond daarvan is een goed publiek debat mogelijk. Beeldvorming en meningsvorming raken anders vervormd en vertroebeld. Een goed bestuur en een gezonde democratie hebben dus belang bij een gezond journalistiek ecosysteem.
Regionale en lokale media verdienen daarom steun om hun belangrijke democratische rol in onafhankelijkheid te kunnen blijven vervullen. De provincie Utrecht gaat dan ook onderzoek doen naar de pluriformiteit, toegankelijkheid en vitaliteit van de regionale en lokale media.
Subsidie
Het Rijk komt in 2020 met 7,9 miljoen euro voor alle regionale publieke media. De subsidie richt zich op toekomstgerichte innovatie en op samenwerking tussen lokale, regionale en landelijke media. Dat lijkt veel, maar is nog geen 50 cent per Nederlander. Ruim zes ton per provincie.
Is geld dan de oplossing? Zeker niet. Uit de samenwerking van de NOS met regionale omroepen blijkt dat de meerwaarde hiervan enorm is. De hoofdredacteur van de NOS meldde recent dat het nieuws hierdoor meer diepgang en bereik heeft gekregen. Het zou daarom geweldig zijn als we deze samenwerking zouden kunnen doorvertalen van regio naar lokaal. Laat lokale media gebruik maken van de grotere regiokranten en omroepen, en omgekeerd.
Het is niet primair de taak van de provinciale overheid om nieuwe verdienmodellen voor nieuwsmedia te bedenken. Fundamenteel en principieel moeten we natuurlijk waken voor inhoudelijke inmenging tussen media en overheid. Maar Rijk, provincies en gemeenten dienen wel samen goede nieuwsvoorziening te borgen. Dan werken we aan een gezond ecosysteem voor vitale media, als een sterke tegenkracht voor eigenwijze lokale en provinciale politici.
De auteur is gedeputeerde mobiliteit, vergunningverlening, toezicht en handhaving, communicatie en participatie van de provincie Utrecht.