Rabbijn Vishedski ontvluchtte oorlog in Oost-Oekraïne
De oorlog in Oekraïne dwong hem zijn synagoge te verlaten. Maar terugkeer naar Israël was voor rabbijn Pinchas Vishedski geen optie.
De bekende New Yorkse rebbe Menachem Mendel Schneerson gaf rabbijn Vishedski begin jaren 90 persoonlijk de opdracht de Joodse gemeenten in het oosten van Oekraïne weer op te bouwen. De val van de Sovjet-Unie bood daarvoor nieuwe kansen. In en rond Donetsk bloeide een gemeenschap van rond de 15.000 zielen op.
Tot de oorlog in 2014 uitbrak. Separatisten, gesteund door Rusland, maakten zich meester van grote delen van de Donbassregio in Oost-Oekraïne. Donetsk werd het centrum van het oorlogsgebied. Vishedski begeleidde de evacuatie van duizenden geloofsgenoten. De meesten vertrokken aanvankelijk naar veilige regio’s in het westen van het land. Velen grepen echter de gelegenheid aan om naar Israël te emigreren.
Zo’n 3000 Joden bleven in Oost-Oekraïne. Onder wie rabbijn Vishedski. Tot het onhoudbaar werd. „Ik heb altijd geroepen dat er geen sprake van kon zijn dat ik weg zou gaan. Maar op een gegeven moment kon het écht niet meer aan”, vertelt hij in het Joodse Centrum in de hoofdstad Kiev. „We deden ’s nachts geen oog dicht door de onophoudelijke bombardementen.” Belangrijker was nog dat hij een „rustige plaats” nodig had om zijn gemeenteleden te helpen. „Als ik in Donetsk bleef, zou dat alleen maar contraproductief werken.”
Maar toen het moment van vertrek kwam, stelde de geestelijk leider zijn vertrek tot op het allerlaatste moment uit. Vooral het afscheid nemen van de Thorarollen in het gebedshuis van Donetsk viel hem zwaar.
Ballingschap
„De chauffeur belde me keer op keer dat ik op moest schieten. Het was vier uur in de middag en het zou over enkele uren donker zijn. Huilend heb ik de ark in het gebedshuis gesloten. Ik had 21 jaar van mijn leven aan deze synagoge gegeven. Toen ik er kwam, lag alles in puin. We hebben het met bloed, zweet en tranen opgebouwd tot wat het nu is. Het was een succesvolle gemeenschap, met veel programma’s op het gebied van sociale voorzieningen. Toch was het beter om het achter te laten.”
Vanuit Kiev leidt Vishedski nu zijn geloofsgemeenschap, zowel die in de Oekraïense hoofdstad als daarbuiten. „Het voelt nog altijd als ballingschap, maar ik ben hier beter op mijn plek.” Vertrekken naar Israël is voor hemzélf vooralsnog niet aan de orde. „Een rabbijn moet net als een kapitein zo lang mogelijk op het schip blijven. Als de laatste Jood is vertrokken, ga ik pas weg.”
Kompas
Inmiddels lijkt de situatie in het oosten zich enigszins te normaliseren. Kiev heeft een deel van de troepen teruggetrokken. Er staat een topontmoeting tussen de Russische president Vladimir Poetin en zijn Oekraïense ambtgenoot Volodimir Zelenski op stapel om de sterk verslechterde betrekkingen tussen beide landen te verbeteren.
Maar Vishedski is er nog niet van overtuigd dat het veilig genoeg is voor de Joodse gemeenschap om terug te keren. „Er hangen nog altijd donkere wolken boven het oosten. We weten niet wat er morgen zal gebeuren. In de loop van de geschiedenis zijn Joden altijd als een kompas geweest voor de dingen die komen gaan. Dat hebben we ook in Oost-Oekraïne gezien. Toen onze gemeenschap onder druk kwam te staan, was dat een voorbode van het onheil dat de regio heeft getroffen. Wij waren als een gps voor degenen die het gebied zijn ontvlucht. Als wij terug kunnen, zal het ook voor de anderen veilig zijn.”