Directeur AEB: focus moet terug naar de ovens
Nu alle zes verbrandingsovens van het Afval Energie Bedrijf (AEB) in Amsterdam weer werken, komt de aandacht van het bedrijf ook precies daar te liggen: het omzetten van afval in duurzame energie voor de stadsverwarming. Alle andere activiteiten, zoals een biomassacentrale, worden gestopt, zegt AEB-directeur Paul Dirix in een interview met Het Parool. „Als je aandacht hebt voor veel verschillende dingen, gaat meestal niet alles goed. Dat wil ik niet meer. Onze focus moet terug naar de ovens. We hebben nu alle aandacht nodig om de veiligheid en het onderhoud weer op niveau te krijgen.”
Het bedrijf raakte eerder dit jaar in een crisis en moest met miljoenen aan noodsteun van de gemeente overeind worden gehouden. Vier ovens werden stilgelegd, waardoor ook elders in het land het afval zich ophoopte. De verantwoordelijke wethouder Udo Kock stapte op omdat hij de problemen bij AEB wilde oplossen door privatisering, terwijl de rest van het college liever in zee wilde met publieke partijen.
Na veel vijven en zessen bekijkt het college nu toch de verkoop van AEB aan een commerciële partij, al blijft de optie open dat de afvalverwerker in handen van de gemeente blijft. Dirix maakt het niet veel uit: „Het heeft mijn voorkeur om een zelfstandige marktpartij te worden. Het is mij om het even wie de aandeelhouder is. Het gaat mij erom dat wij hier de beslissingen nemen en niet gedwongen kunnen worden tot dingen die je niet kunt of wilt, zoals vroeger wel is gebeurd. De stad doet er goed aan gepaste afstand te houden. Ze zaten er te dicht op.”