Column: Een grijze date – durf jij?
Mijn oma is van de week 88 geworden. Heerlijk om daar met de familie weer gewoon heen te kunnen, nu we terug zijn uit Singapore.
Oma is gelukkig nog aardig gezond. Ze gaat weliswaar wat meer vergeten en kan het hoofd en de handen van opa niet missen. Die is zelf ook bijna 85. Ze wonen nog zelfstandig en genieten van het bijhouden van de grote moes- en siertuin.
Mijn opa en oma zijn niet uniek. We worden met z’n allen ouder en blijven ook nog een redelijk deel van die tijd fit. Omdat er tegelijkertijd ook minder kinderen geboren worden, spreken we van vergrijzing. Of dubbele vergrijzing: de groep ouderen wordt groter en de gemiddelde leeftijd komt steeds hoger te liggen.
Volgens de Verenigde Naties moet een vrouw gemiddeld 2,1 kinderen baren om de bevolking stabiel te houden. In Nederland is dat nu 1,6. In 2010 nog bijna 1,8. In heel Europa is het trouwens laag. Dat betekent dat we eigenlijk langzaam aan het uitsterven zijn.
In Singapore is het nog extremer: daar worden gemiddeld 1,2 kinderen per vrouw geboren. Weliswaar wordt het krijgen van meer kinderen daar actief gestimuleerd, inclusief door de overheid opgezette datingbureaus en ”matchmaking”-activiteiten. De interkerkelijke sportdag die we daar jaarlijks organiseerden, had ook de verdenking hiervoor te functioneren.
Velen doen daar wat lacherig over of krijgen een vreemde smaak in de mond bij dergelijke matchmaking of koppelactiviteiten. Zeker als ze door de overheid plaatsvinden. Toch lijkt meer kinderen krijgen me de meest simpele en doeltreffende oplossing van het vergrijzingsprobleem. Het lijkt of dat vaak niet gezegd mag worden.
Vergrijzing is een probleem als alleen het formeel werkende deel van de samenleving meetelt. Alsof er alleen goed voor mijn beginnend dementerende buurvrouw gezorgd kan worden als die in een verpleeghuis zit en verzorgd wordt door ‘werk’-nemers. Ook mijn buurvrouw is immers in de eerste plaats mens, zij heeft een levensverhaal en kan mogelijk best doorgaan met een aantal activiteiten die ze altijd heeft gedaan. Dat kan maar beperkt georganiseerd worden in en door het verpleeghuis. Daarvoor moet er een juiste ‘match’ zijn met anderen in de samenleving met hetzelfde ‘profiel’. Die ook oud zijn, of een beetje jonger.
Eenzaamheid komt bijvoorbeeld niet alleen voor onder ouderen. Een paar straten van het huis van de oudere of het woonzorgcentrum zou de oplossing wel eens kunnen liggen. Want daar woont een man die ook een grote moestuin heeft. Of een vrouw die alles weet van handlettering. Of gewoon iemand die ook lid is van mijn gemeente.
Waarom wordt vergrijzing vrijwel altijd in een negatieve zin gezien? Omdat we vaak veel te formeel naar de economie kijken. Terwijl we weten dat de informele economie (bijvoorbeeld gezin, club of kerk) enorm bijdraagt aan een gezonde samenleving.
Niet alleen zijn er in een vergrijsde samenleving genoeg ouderen die kennis en kunde kunnen delen, ze hebben ook meer tijd, omdat de ‘formele’ agenda wat flexibeler gehanteerd kan worden.
Er moet natuurlijk wel een match zijn. Je moet op een aantal vlakken overeenkomsten hebben om het met elkaar te kunnen vinden. Rabbijn Yaacov Deyo bedacht aan het begin van de 20e eeuw het concept van speeddaten en suggereerde een aantal vragen die van belang zijn voor een kennismaking. Met vragen als: Wat doe je graag in je vrije tijd? Wat is je favoriete muziekinstrument? Wat is het prettigste wat iemand deze week voor je gedaan heeft? Wat doe je om gelukkig te zijn? Wat wil je dat er op je grafsteen komt te staan?
Natuurlijk, ik ga bij mijn oma op verjaardag. Maar waarom date ik niet een keer met een onbekende oudere die een profiel heeft dat een beetje vergelijkbaar is met het mijne? Een beetje spannend. Maar misschien zorgt het voor een blijvende relatie en helpt het mee om mijn eigen eenzaamheid te doorbreken. En blijkt het eigenlijk gewoon heel leuk. Wie durft?
De auteur is als stafdirecteur zorg en welzijn werkzaam bij een zorgorganisatie.