Londen woest over ‘martelen’ attaché in China
Groot-Brittannië heeft woedend gereageerd op berichten dat China de voormalige handelsattaché Simon Cheng heeft gemarteld die in augustus enige tijd werd vastgehouden. „We zijn geschokt en verbijsterd over de mishandeling die hij onderging tijdens zijn detentie in China, die neerkomt op marteling”, verklaarde de Britse minister van Buitenlandse Zaken Dominic Raab.
De 29-jarige Cheng, staatsburger van Hongkong, heeft verklaard dat hij door de Chinese politie onder andere werd geslagen. De politie was op zoek was naar informatie over anti-China demonstranten in Hongkong.
Cheng werkte als handelsattaché voor het Britse consulaat in Hongkong en bracht op 8 augustus een werkbezoek aan de aan Hongkong grenzende Chinese miljoenenstad Shenzhen, Hij kwam een dag later niet opdagen op zijn werk op het Britse consulaat in Hongkong.
Volgens de politie in Shenzen had Cheng de lokale veiligheidsvoorschriften overtreden. Hij heeft vijftien dagen vastgezeten.
Cheng was bij het consulaat belast met het wekken van interesse voor investeringen in Schotland bij het Chinese bedrijfsleven waarbij hij vaak naar China reisde. Toen de massale demonstraties in Hongkong uitbraken gaf Cheng zich vrijwillig op om voor het consulaat informatie in te winnen over de status van de demonstraties, aldus de BBC. Hij meldde zich onder andere aan op sociale platformen waar actievoerders hun acties afstemden. Het ging puur om observeren, aldus Cheng en Londen.
De voormalige attaché verklaarde dat hij tijdens de verhoren in China geboeid werd en een blinddoek of zak over zijn hoofd kreeg. Hij werd ook opgehangen aan zijn handboeien. De ondervraging was gericht op zijn betrokkenheid bij de protesten met als doel dat hij zou bekennen namens Groot-Brittannië onrust te zaaien. Volgens Cheng heeft hij opgepakte demonstranten gezien die in China waren afgeleverd en daar werden ondervraagd.
Londen heeft inmiddels de ambassadeur van China op het matje geroepen.