Lovelock 100 jaar: Gaia-goeroe orakelt over ondergang van mensheid
Is de aarde een levend wezen dat boos kan worden en bezig is wraak te nemen op de mensheid? Wetenschapper James Lovelock, die deze zomer 100 jaar werd, meent van wel. In zijn nieuwste boek schrijft hij dat mensen schadelijke parasieten zijn die uitgeroeid zullen worden; robots zullen de regie overnemen. Het gaat om het voortbestaan van de aarde, waarvan de mens maar een onderdeeltje is. Dankzij Lovelock heeft de aarde „koorts” en lijken bomen soms meer waard dan mensen.
Veel van Lovelocks gedachtengoed sijpelt door in het denken van milieu- en klimaatorganisaties. Hoezeer het planeetcentrale denken van Lovelock breed is geland, bleek toen de bestsellerauteur Annie Proulx tijdens de uitzending van VPRO Tegenlicht ”In de ban van het bos” op 8 september mocht kiezen tussen het beschermen van woudreuzen of mensen. Ze koos voor de bomen.
De secretaris-generaal van de Verenigde Naties, Antonio Guterres, stelde op de afgelopen klimaattop in New York: „De natuur is boos. En we houden onszelf voor de gek als we denken dat we de natuur voor de gek kunnen houden, want de natuur slaat altijd terug en over de hele wereld slaat de natuur terug met woede.”
Gebruikelijk was lang de gedachte dat alles op aarde ten dienste staat van de mens. In dit antropocentrische denken maken de aardse atmosfeer en temperatuur in de eerste plaats menselijk leven mogelijk: de mens is heer en meester over de aarde en hij kan naar zijn welgevallen gebruik maken van planten, dieren en bodemschatten. Lovelock breekt met die visie. Hij keert die redenering om: niet de mens, maar de planeet staat in het middelpunt. Alles draait om het voortbestaan van de planeet; de mens maakt slechts deel uit van het aardse ecosysteem, het leven op aarde, de biosfeer.
Lovelock probeert in 1974 een wetenschappelijk tintje aan zijn idee te geven met de introductie van de term homeostase. Homeostase fungeert als een thermostaat die de temperatuur op aarde in balans houdt, zoals het menselijk lichaam zijn temperatuur reguleert door zweten en rillen. De aarde heeft ook een soort thermostaat die het klimaat in evenwicht houdt: noodzakelijk om het leven in stand te houden. Tegelijk is de biosfeer er de oorzaak van dat de aarde leefbaar is.
Met het model ”Daisyworld”, de ”madeliefjeswereld”, probeert Lovelock zijn gedachtengang aannemelijk te maken. In deze Daisyworld ontwikkelen madeliefjes mee met een veranderend klimaat. Door de zwarte warmt de aarde op, door witte koelt ze af. Ze beïnvloeden en reguleren zo het klimaat van de planeet binnen bepaalde grenzen. Bij extreme opwarming, zoals vandaag de dag, raakt het evenwicht zoek. De madeliefjes zullen ten slotte het loodje leggen.
Doorbijter
De jonge James is een doorbijter. Hij groeit op in het Britse stadje Letchworth. Moeder Nell werkt in een augurkenfabriek, vader Tom kan geen letter lezen of schrijven. Geld voor een vervolgopleiding is er niet. Na de lagere school gaat James aan de slag als foto-ontwikkelaar, en later vindt hij werk op een boerderij. Leren doet hij in de avonduren. En met succes. Hij wordt toegelaten aan de University of Manchester, en komt in contact met Nobelprijswinnaar Alexander Todd. Die bezorgt hem een baan als brandwondenonderzoeker. Het is het begin van een wetenschappelijke carrière.
Lovelock promoveert in 1948 in de medicijnen, werkt twintig jaar als medisch wetenschapper en verhuist vervolgens naar de VS. De Britse wetenschapper blijkt inventief. Om allerlei praktische problemen op te lossen bedenkt hij tal van slimme apparaten. Sommige komen terecht bij de NASA. Het duurt niet lang of Lovelock vindt emplooi bij de NASA als planeetonderzoeker.
Uit metingen blijkt dat planeet Mars een dodelijke atmosfeer heeft, die niet geschikt is voor menselijk leven. Dat onderzoek zet hem aan het denken. Waarom herbergt de aarde wel leven?
New Age
Lovelock doet zijn onderzoek in de roerige jaren 70, de periode dat nozems, provo’s en hippies Amsterdam onveilig maken; de tijd waarin klassieke opvattingen over godsdienst, autoriteit en gezag sneuvelen. In de westerse wereld heeft het christendom afgedaan. De komst van de New Age, het tijdperk van sterrenbeeld Aquarius in de astrologie, wordt aangekondigd: de mensheid is één met natuur en kosmos en ontwikkelt zich tot een zogeheten ”universele wereldgeest”. Nauw daarmee samen hangt de ontluikende fascinatie voor oosterse religies, occulte geheimen en wicca, een basaal geloof in de aarde.
In dat klimaat ontstaat de moderne ecologische beweging die afstand neemt van de technologische vooruitgang en zich grote zorgen maakt over de milieuproblemen in de wereld. Het boek ”Silent Spring”, dat milieu-activiste Rachel Carson in 1962 publiceert, slaat wereldwijd in als een bom. Ze wijst erop dat DDT, een insecticide dat grootschalig werd gebruikt, de wereld onleefbaar maakt. „Ons huis (…) schreeuwt om genezing.”
Carson, en later ook Lovelock, laten zich inspireren door de Duitse wetenschapper Ehrenfried Pfeiffer, de grondlegger van de biologisch-dynamische landbouw. In Pfeiffers visie is de aarde een ”wezen” waarvan dieren, planten en bodem deel uitmaken; een wezen dat nauw betrokken is op de kosmos. Lovelock bouwt op dat gedachtengoed voort. Zoals in een lichaamscel alles op elkaar is afgestemd om de cel goed te laten werken, zo zou dat ook het geval zijn met de aarde.
Lovelock denkt niet alles op eigen houtje uit. In gesprekken met Nobelprijswinnaar William Golding wordt het idee van Gaia geboren, genoemd naar de Griekse godheid van de aarde. Golding noemt de aarde „onze moeder, Gaia Mater.”
Een briefwisseling met de Amerikaanse biologe Lynn Margulis overtuigt Lovelock ervan dat niet alleen alles op aarde met elkaar samenhangt, maar dat de aarde zich ook als een levend wezen gedraagt. Niet alsof de aarde bezield is. Maar wel dat ze kenmerken van een levend wezen vertoont, zoals het automatisch reguleren van het klimaat.
Hoongelach
Wetenschappers ontvangt de Gaia-hypothese met hoongelach: er is totaal geen betrouwbaar bewijs voor. „Ze konden niet bewijzen dat Lovelock en Margulis fout zaten, maar waren er bij voorbaat van overtuigd dat ze het mis hadden”, schrijft de Amerikaanse wetenschapsfilosoof Michael Ruse in zijn boek ”The Gaia hypothesis” (2013).
Door al die scepsis en weerstand krijgt Lovelock het niet voor elkaar om zijn hypothese in een gerenommeerd wetenschappelijk tijdschrift te publiceren. In 1970 wijst de redactie van Science zijn artikel af. Maar met steun van de Amerikaanse kosmoloog Carl Sagan krijgt hij in 1974 voor het eerst een podium voor zijn Gaia-ideeën in Icarus, een tijdschrift voor planeetkunde.
Hier en daar krijgt Lovelock de handen wel op elkaar. Bij de Nederlandse bioloog Midas Dekkers bijvoorbeeld. In zijn voorwoord in ”Gaia, een nieuwe visie op de aarde” (1979) schrijft Dekkers: „Alles wat leeft, heeft één en dezelfde moeder, zijn leven lang: Moeder Natuur. Al 3,5 miljard jaar zorgt zij ervoor dat we op tijd onze teugen lucht krijgen, ons natje en ons droogje, en houdt ze de planeet aan kant. Ze is een gigantisch organisme, dat de wereld omspant en waarvan we tegelijkertijd de kinderen en de onderdelen zijn. Een wereldwijf. Gaia houdt het leven in stand omdat het leven Gaia in stand houdt”, schrijft Dekkers.
Ook de Amerikaanse wetenschapsfilosoof Ruse steekt zijn enthousiasme over de Gaia-hypothese niet onder stoelen of banken. „We hebben het hier over iets, ons huis, de planeet aarde, die leeft, die waarde heeft en die haar eigen rechten heeft.”
Hoewel de meeste wetenschappers nog altijd moeite hebben met de voorstelling van de aarde als bezield wezen, is Lovelocks idee dat de aarde werkt als een systeem dat zijn eigen temperatuur constant houdt, inmiddels redelijk geaccepteerd.
Buiten de wetenschappelijke wereld blijken mensen sneller warm te lopen voor het idee van de aarde als levend wezen. Lovelock in zijn autobiografie: „Tot mijn grote verbazing kwam de meeste interesse in Gaia van filosofen en religieuze mensen.”
Het idee dat de mensheid deel uitmaakt van de aarde slaat aan, evenals Lovelocks idee dat zij met aarde moet omgaan „als rentmeester.” Niet in Bijbelse zin, maar met de mensheid als onderdeel van het grote Gaia-systeem. Lovelock vindt dat mensen harmonieus en respectvol met de andere organismen en de aarde zouden moeten leven en deze niet moeten exploiteren.
In de publieke opinie kantelt Lovelocks metafoor bovendien naar het idee dat de aarde werkelijk een levend organisme is. Lovelock geeft daar met zijn woordgebruik ook zeker aanleiding toe.
Die levende aarde is de mens niet vriendelijk gezind. Zelfs bepaald mensvijandig, zo blijkt uit de manier waarop Lovelock haar beschrijft in ”Healing Gaia” (2000). Wanneer hij als ‘planetendokter’ naar de aarde kijkt, ziet hij dat mensen zich als „ziekteverwekkende micro-organismen” gedragen: „De menselijke soort is zo talrijk dat zij een ernstige planetenziekte vormt.”
De ziekte uit zich in „vernietiging van het tropisch regenwoud; de vervuiling van land en zee; de dreiging van opwarming van de aarde; het verdwijnen van de ozonlaag en het verschijnen van zure regen; en de verstoring van de temperatuur op aarde.” Lovelock wijst op het probleem van de broeikasgassen en de klimaatverandering. „Het alsmaar toevoegen van deze gassen aan de atmosfeer zal leiden tot een ramp.”
„Duivelse vrijheden”
De grootste ramp voor de planeet is de mensheid zelf, meent Lovelock. „Als het bevolkingsaantal 1 miljard zou zijn, zouden deze milieuproblemen vermoedelijk nog hanteerbaar zijn; maar bij het huidige aantal mensen en de moderne manier van leven zijn de problemen onoplosbaar. Planten we ons maar ongebreideld voort totdat we met onze aantallen en uitstoot de gehele aarde vergiftigd hebben? Alle levende wezens zijn kwaad om de duivelse vrijheden die mensen zich met hun planeet en hun leven hebben gepermitteerd.”
In zijn boek ”The Revenge of Gaia” (2006) neemt Lovelock een nog steviger standpunt in. Hij beweert dat Gaia inmiddels „woedend” is. „Zoals een menselijk lichaam koorts krijgt in de strijd tegen een infectie, laat Gaia haar temperatuur oplopen om een gevaarlijke parasiet, de mens, uit te roeien.” Zonder maatregelen zullen er tegen het einde van de eeuw door de „wraak van Gaia” nog maar enkele mensen op de Noordpool over zijn om het menselijke ras voort te planten.
Zijn boek ”Novacene” (2019) geeft die gedachtengang nog extremer weer: de toekomst is aan kunstmatige intelligentie en robots. Al blijven er wellicht nog een paar mannen en vrouwen nodig om het aardse ecosysteem in stand te houden.
Dit is wel de meest radicale vorm van planeetcentraal denken: als het voor het voortbestaan van de aarde nodig is, zal de planeet de mensheid uitroeien als een gevaarlijk organisme. De ultieme consequentie van de Gaia-hypothese is een aarde zonder mensen.
Lovelock in politiek en religie
Het planeetcentrale denken van Lovelock heeft een gewaardeerde plaats gekregen bij milieu- en klimaatorganisaties. Invloedrijke organisaties zoals de Verenigde Naties (VN), de internationale beweging Earth Charter en de Club van Rome hebben het taalgebruik van Lovelock inmiddels overgenomen. De Club van Rome stelde in de publicatie ”Mensheid op een keerpunt” (2012): „De aarde heeft kanker, en de kanker is de mensheid.”
Gaia is ook de officiële ideologie geworden van de groene partijen in Europa. „Ongemerkt vinden deze concepten van natuurverering hun weg naar het brede publiek, bijvoorbeeld via de bestseller van Al Gore ”Earth in the Balance” (1992) en de film ”An unconvenient Truth” (2006)”, stelt de Amerikaanse christelijke denktank Institute of Creation Research. In Nederland is de Partij voor de Dieren een voortrekker geworden van het seculiere ”planeetcentrale denken”.
Organisaties met een brede waaier aan achtergronden hebben elementen uit de Gaia-hypothese omarmd als een soort religieus dogma. De website van de spirituele organisatie World Pantheism stelt: „De natuur is de kern van onze spiritualiteit. De natuur is onze god.” Lovelock is erelid van deze organisatie, evenals de Canadese milieu- activist David Suzuki, terwijl stichter Paul Harrison nauw betrokken is bij UNEP, het milieubeschermingsprogramma van de VN.
In een interview met David Suzuki in 2002 laat Lovelock weten dat zijn Gaia-idee „religie vooral in de weg staat. Het is op een bepaalde manier een atheïstische droom. (…) Wetenschap heeft religie vervangen als de gezaghebbende bron van informatie over leven in het heelal.” Maar ook: „Gaia is belangrijk omdat zij ons iets geeft waarvoor we verantwoordelijk zijn.”
In allerlei publicaties wordt over Gaia gespeculeerd als een bezield wezen, een levende planeet met gevoel en zelfs met verstand. Lovelock claimt dat de mensheid het „global brain”, het „wereldwijde verstand” van Moeder Aarde is, waardoor ze zich bewust is geworden van zichzelf.
En met een bewust wezen kun je een gesprek aangaan. Bijvoorbeeld: „Moeder Aarde, ik hou van je. Moeder Aarde, ik zegen u. Moge je genezen worden. Namens het menselijk ras vraag ik om vergeving omdat ik u heb verwond. Vergeef ons, Moeder Aarde.” Op greenhearted.org, een website voor duurzaamheidseducatie, staan nog veel meer van dergelijke gebeden.
Hoewel James Lovelock zich nooit voor het karretje van radicale milieuactivisten heeft laten spannen, sloeg de benaming Moeder Aarde bij deze groeperingen wel aan. De verering van Moeder Aarde, New Age, druïdisme en wicca leven er breed, evenals anti-christelijk gedachtengoed. Er bestaan Gaia-priesters en -priesteressen.
De afstand tussen de Gaia-cultus en het dienen van de Bijbelse God is immens. Clete Hux, directeur van de Amerikaanse denktank Apologetics Resource Center, heeft geen goed woord over voor het aanbidden van Moeder Aarde. „Alle aanbidding van het schepsel in plaats van de Schepper wekt Gods toorn op. Bovendien is het zinloos. Alle heidense religie, inclusief godin Aarde-verering, zoekt vrede en harmonie met de natuur, en meent dat dit de oplossing is voor alle problemen van de mensheid. Maar deze negeert het feit dat het probleem in het menselijk hart ligt.”
Prof. Nullens: Lovelock wijst niet de juiste weg
Tot op zekere hoogte kan Patrick Nullens, hoogleraar systematische theologie en ethiek van de Evangelische Theologische Faculteit in Leuven, sympathie opbrengen voor de redenering van Lovelock. Net als de Britse scheikundige vindt Nullens ook dat mensen harmonieus en respectvol met de andere organismen moeten samenleven als rentmeesters.
„Rentmeester zijn, betekent dat we voortdurend het geheel van de aarde in de gaten houden. We zijn inderdaad onderdeel van de natuur waarvan we afhankelijk zijn. Om het in theologische termen te zeggen: we zijn Adam, adamah, aardmannetjes, gemaakt uit het stof en onze lichamen zijn onderworpen aan de wetten van de scheikunde. Als we het natuurlijke evenwicht verstoren, kan dat gevaar opleveren, ook voor ons.”
Maar bij beweringen als dat de planeet intelligentie zou hebben om te voorkomen dat het systeem aarde uit elkaar valt, plaatst de Leuvense hoogleraar forse kanttekeningen. „Dat valt niet wetenschappelijk te bewijzen”, meent Nullens, die zich sinds zijn promotie verdiept in de spirituele kanten van de Gaia-hypothese.
Hij vermoedt dat de Gaia-metafoor voor velen aanleiding is geweest om de aarde werkelijk te gaan zien als bezield persoon. „Het brengt sommige ecotheologen tot de gedachte dat al het leven op aarde goddelijk bezield is. In die visie is de mens niet meer een unieke schepping van God, maar een onderdeel van de natuur.”
De wetenschap heeft de natuur onttoverd door overal een verklaring voor te zoeken. Sommigen menen dat de grootste onttovering de schuld is van het christendom. Lovelocks Gaia-hypothese is een atheïstische reactie op het puur rationele wetenschappelijke denken, meent Nullens: „Hij hertovert de natuur. Het is vooral een wetenschappelijk getinte, materialistische hertovering. Als Gaia de plaats van God gaat innemen, wordt deze hypothese een moderne variant van afgoderij. De aarde is dan een vrouwelijke natuurgod, Moeder Aarde. In Lovelocks theorie is ze niet vriendelijk voor ons. Ten diepste is ze mensonvriendelijk.”
Het mensvijandige, planeetcentrale denken van Lovelock waarin alle levensvormen op aarde aan elkaar gelijk zijn, kan Nullens niet meemaken. „Indien nodig zal de aarde ons verwerpen als een gevaarlijk organisme. In zijn onlangs verschenen boek ”Novacene” geeft Lovelock het arrogante mensgerichte denken een flinke klap, maar volgens mij wijst hij niet de juiste weg.”
De Leuvense hoogleraar breekt een lans voor christelijke antropocentrische ecologie, waarin de mens in Gods schepping een bijzondere plaats inneemt. „De mens is een uniek wezen, geschapen naar Gods beeld en heeft een positie gekregen als rentmeester. God blijft de Almachtige en de mens is Zijn vertegenwoordiger op aarde. We moeten de natuur zien als Gods schepping waarvan wij integraal deel uitmaken. Het is duidelijk dat we er nu echt een rommeltje van maken. Maar een foute filosofie of theologie is volgens mij het verkeerde antwoord op een reëel probleem.”
Prof. Boersema: Zelforganisatie is interessante gedachte
In de wetenschappelijke wereld krijgt de Gaia-hypothese geen warme ontvangst, weet Jan Boersema, hoogleraar milieuwetenschappen van de Universiteit Leiden. Hij heeft zich verdiept in de wetenschappelijke kanten van de Lovelocks gedachtengoed. Zeker de Britse evolutiebioloog Richard Dawkins (1941) verzet zich er hevig tegen. Stel je voor: de aarde als levend wezen. „Waar zijn de ouders van de aarde dan en waar is het nageslacht?”, hoont Dawkins.
Op zich is Dawkins’ verzet tegen de Gaia-hypothese niet vreemd, vindt Boersema. „Door over de aarde te spreken in metaforen voedt Lovelock de gedachte dat de aarde een bezield wezen is met een bedoeling, een intentie. Iemand als Dawkins ruikt dan onmiddellijk het gevaar van een vermenging van wetenschap met bovennatuurlijke verschijnselen.”
Lovelock is niet doof voor deze kritiek. Hij koppelt de Gaia-hypothese in een computermodel aan de evolutietheorie. Dat leidt in 1983 tot een het idee van de ”Daisyworld”, de madeliefjeswereld. In de Daisyworld evolueren de madeliefjes mee met de zich ontwikkelende aarde, en bepalen haar temperatuur binnen een bepaalde begrenzing.
Het idee is eigenlijk de zelforganisatie van de aarde als systeem, vervolgt de Leidse hoogleraar. „Doordat de onderdelen met elkaar samenwerken, krijgt de aarde als geheel er nieuwe eigenschappen bij. Om een voorbeeld te geven: je hebt spijkers, balkjes en een bos biezen. Daarop kun je niet gemakkelijk zitten, maar wanneer je de onderdelen laat samenwerken in het systeem stoel, lukt dat wel. Lekker zitten is een eigenschap die zich pas voordoet op een hoger systeemniveau; die kun je niet afleiden uit de onderdelen. Dat is een interessante gedachte.”
De meeste wetenschappers hebben nog altijd moeite met de voorstelling van de aarde als bezield wezen. Maar Lovelocks idee dat de aarde werkt als een systeem dat zijn eigen temperatuur constant houdt, is inmiddels redelijk geaccepteerd, weet Boersema. „Neem bijvoorbeeld de studierichting System Earth Sciences, die de aarde als systeem bestudeert. Homeostase blijkt een wetenschappelijke theorie die kan worden getoetst.”
Allerlei wereldwijde cycli die door positieve en negatieve terugkoppeling een evenwicht in stand houden, blijken bijvoorbeeld echt te bestaan. „Interessant aan Lovelocks gedachtengang vind ik dat hij stelt dat het klimaat op aarde sprongsgewijs kan veranderen naar een nieuwe evenwichtssituatie, het zogeheten flippen. Je ziet dat wetenschappers dat idee steeds meer accepteren. Kijk bijvoorbeeld naar de Noordpool. Wat gebeurt er als al het ijs daar is gesmolten? Of als alle permafrost ontdooit? Dan kan zo’n plotselinge klimaatomslag een reëel gevaar opleveren voor de mensheid”, vervolgt Boersema.
„Maar val wetenschappers niet lastig met termen als ”geofysiologie”, alsof er een levend wezen achter die cycli zou zitten. Of met uitspraken als: „Moeder Aarde zorgt voor ons.” Dat stuit nog steeds op grote weerstand.”