Israël moet al het mogelijke doen om burgers te beschermen
Het waren helaas vertrouwde beelden. Witte sporen van raketten langs de hemel boven de Gazastrook. Israëlische burgers die hun auto op de snelweg aan de kant zetten en dekking zoeken.
Dinsdag markeerde een dag vol geweld tussen Israël en de Islamitische Jihad in de Gazastrook. En ook woensdagmorgen ging op veel plaatsen het luchtalarm weer af. Palestijnse terroristen schoten tientallen raketten op Israëlische steden en dorpen af, uit wraak voor de dood van hun commandant, Abu al-Ata. De Israëlische luchtmacht liquideerde hem in de nacht van maandag op dinsdag in een huis in Gaza-stad. Ook zijn vrouw kwam bij die actie om het leven.
Als leider van de operaties van de door Iran gesteunde Islamitische Jihad in het noorden en oosten van de Gazastrook, zou Al-Ata achter veel recente raketbeschietingen op Israël zitten. Ook houdt Israël hem verantwoordelijk voor het sturen van sluipschutters naar de grens tussen Israël en de Gazastrook. Die gebruiken de wekelijkse demonstraties op vrijdagmiddag als dekmantel om Israëlische ordetroepen onder vuur te nemen.
Ook had Israël sterke aanwijzingen dat de terroristenleider op korte termijn nieuwe aanvallen op Israël voorbereidde. Zelfs mensen in de kring rond Al-Ata waarschuwden hem dat hij een belangrijk doelwit voor Israël vormde.
Met het doden van Al-Ata doorbrak Israël een lange periode waarin dit soort doelgerichte liquidaties hoge uitzondering was. De legerleiding benadrukte dinsdag dan ook dat Israël niet naar dat beleid zal terugkeren. Tegelijkertijd zal de Joodse staat alles doen om de veiligheid van haar burgers te waarborgen. En dus ook terroristische kopstukken doden, als zij een acuut gevaar vormen.
Aan veel Israëlische burgers, en vooral zij die in de directe omgeving van de Gazastrook wonen, gaat dat soort overwegingen doorgaans voorbij. Zij zien zich voor de zoveelste keer geconfronteerd met zware raketbeschietingen. Zij brengen opnieuw uren in de schuilkelder door. Hun kinderen kunnen niet naar school. Om nog maar niet te spreken van de angst en mentale druk die de voortdurende dreiging met zich mee brengt.
Zij eisen al jarenlang terecht dat de regering voor eens en voor altijd een einde aan het geweld maakt. Zolang radicale groeperingen als Hamas en Islamitische Jihad echter op de vernietiging van de Joodse staat uit zijn, zal die hoop helaas ijdel blijken. Tot die tijd moet Israël al het mogelijke doen om zijn burgers maximale bescherming te bieden.
Daar staat echter ook voor Palestijnse burgers een zware prijs tegenover. Verwoestende vergeldingsaanvallen die terroristen met hun acties uitlokken. Maar vooral de tragiek van een onverantwoordelijk en fanatisch leiderschap, dat eigen mensen willens en wetens opoffert.