Brazilianen rijden op alcoholbenzine
De glimmende kleine tweepersoonswagens die in de gloednieuwe Volkswagen-fabriek in Brazilië van de band rollen, zijn op het eerste gezicht niet te onderscheiden van de miljoenen andere voertuigen die al op de Latijns-Amerikaanse wegen rondrijden. Toch is er een belangrijk verschil, van buiten slechts merkbaar aan het kleine Totalflex-logo: ze rijden op alcoholbenzine.
Volkswagen, Fiat en General Motors produceren modellen in Brazilië met aangepaste motors waardoor de Brazilianen glimlachend naar het tankstation gaan. De wagens rijden op benzine, alcohol of een combinatie van die twee. Bijna 20 procent van de nieuwe auto’s in het land rijdt op flexbenzine.
De gebruikte soort alcohol is ethanol, die enkel uit biomassa zoals suikerriet kan worden gewonnen. Ethanol kost in Brazilië maar half zo veel als benzine. Sinds de flexbenzinewagens vorig jaar op de markt verschenen, zijn er al 200.000 van verkocht.
„Pure alcohol, altijd”, vertelt Roseli Santana terwijl ze haar bestelwagen, een GM Montana, bijvult in een tankstation in Sao Paulo, een stad waar in totaal 5 miljoen voertuigen rondrijden. „Ik verbruikte voor 52 real (14 euro) aan benzine per week. Nu betaal ik 30 real (8,2 euro) aan alcohol.”
Nadat ze haar bestelwagen had gekocht, experimenteerde Roseli Santana met mengelingen van alcohol en benzine voordat ze voor pure alcohol koos. De prestaties van haar auto zijn ongeveer hetzelfde, al rijdt ze met een volle tank alcohol minder kilometers. Ze zegt alleen benzine te zullen kopen als de prijs aanzienlijk daalt. „Ik was eerst wat bezorgd over het gebruik van de alcohol, maar er is echt geen verschil”, aldus Santana. „Als benzine en ethanol allebei evenveel kosten, ga ik ze misschien mengen.”
In januari kocht ze haar Montana voor 25.000 real (6860 euro). Sindsdien heeft ze zo’n 600 real (164 euro) bespaard op brandstof. Met dat geld knapt ze haar appartement op. Het is geen enorme winst, maar voor een land waar het gemiddelde maandloon 260 real (72 euro) bedraagt, is dat een niet te verwaarlozen voordeel.
Brazilië hoopt de voertuigen op flexbenzine en de technologie te kunnen exporteren naar alle hoeken van de wereld. Volgens de bazen uit de auto-industrie stijgt de interesse vanwege het succes in Brazilië en de aanhoudende oliecrisis. Volkswagen Brazilië heeft inmiddels al delegaties uit Australië, China, Engeland, India, Japan en Zuid-Afrika ontvangen.
„Ze willen weten hoe het werkt. Op een dag is de olie op, dat weet iedereen”, aldus Joao Alvarez, topman van het flexbenzineproject bij Volkswagen. De benodigde ingrepen om motors en productielijnen aan te passen voor auto’s op flexbenzine zijn eenvoudig. De auto’s krijgen een kleine tank voor uitsluitend benzine, die kleiner is dan het reservoir voor de ruitenwisservloeistof. Met die benzine wordt de auto op koude dagen gestart, waarna overgeschakeld wordt op de brandstof in de gewone tank.
Toch is het exportplan niet zo eenvoudig als het lijkt. Geen enkel ander land beschikt over de infrastructuur om flexbenzine te produceren en te distribueren. In Brazilië biedt bijna elk tankstation inmiddels alcoholbrandstof aan.
Tijdens de oliecrisis in de jaren ’70 belandde de Braziliaanse economie in een diepe recessie. Dat dwong de militaire junta die het land bestuurde ertoe alternatieven te zoeken voor de dure, geïmporteerde olie.
Met behulp van regeringssubsidies werden de auto’s op alcohol ontworpen en geproduceerd. In de buurt van Sao Paulo is een enorme industrie verrezen waar suikerriet wordt verbouwd en verwerkt tot ethanol. Vandaar loopt een immens distributienetwerk dat het hele land van alcohol voorziet.
In landen zoals de Verenigde Staten wordt een benzinemix van 85 procent alcohol en 15 procent benzine aanbevolen, maar volgens experts duurt het jaren, mogelijk decennia, voordat wagens op flexbenzine buiten Brazilië verkocht kunnen worden.
Miljoenen Amerikaanse wagens kunnen in principe rijden op de benzinemix, bekend als E85, maar er zijn bijna geen tankstations die het verkopen. Autoproducenten in de VS concentreerden zich bij hun pogingen om alternatieven voor fossiele brandstof te vinden vooral op de constructie en marketing van zogenaamde hybride voertuigen die een aandrijving met een combinatie van benzine en elektriciteit hebben.
Vorig jaar werden de auto’s op flexbenzine geïntroduceerd op het moment dat het experiment met wagens die op pure ethanol reden, leek te mislukken. In de jaren ’80 stapten miljoenen Brazilianen over op auto’s op alcohol. Maar een alcoholtekort in 1989 wekte veel woede op. Dalende benzineprijzen in de jaren ’90 droegen bij aan de ondergang van het project. Vorig jaar reed slechts 3,5 procent van de verkochte wagens enkel op ethanol.
Tegelijkertijd maakten de wagens op flexbenzine een vliegende start. „Als benzine en alcohol evenveel kosten, blijf ik toch voor een wagen op flexbenzine kiezen omdat je nooit weet wat er over twee jaar gebeurt”, zegt Joao Leite, die een website over de Braziliaanse auto-industrie onderhoudt.
Andere autofabrikanten, zoals Ford, willen dit jaar ook auto’s op flexbenzine gaan verkopen. GM verbreedde de keus van de automobilist nog meer door auto’s aan te bieden die ook nog eens op aardgas rijden, een brandstof die eveneens overal in Brazilië te verkrijgen is. Jarenlang lieten automobilisten hun wagen door monteurs ombouwen om op gas te kunnen rijden. Maar bij de nieuwe Astra wordt die optie al tijdens de assemblage ingebouwd.