Gemangeld
Ds. P. D. J. Buijs (Nunspeet) zegt dat de CGK begrip moeten hebben voor de moeilijke positie van samenwerkingsgemeenten, die soms „gemangeld” worden door verschillende besluiten van de kerkverbanden waartoe ze behoren. Het gaat dan om de „grote punten”, zoals vrouw in ambt en homseksualiteit. „Deze gemeenten zijn zeker niet verplicht om vrouwelijke ambtsdragers te bevestigen. Kies je ervoor om dat wel te doen, dan is dat een bewuste keuze en zet je de onderlinge band onder grote druk.”
Zo’n gemeente onttrekt zich ”de iure” (volgens het recht) aan het kerkverband. „Maar feitelijk nog niet. Maar deze gemeenten zullen wel bereid moeten zijn de consequenties te aanvaarden.”
Ds. Buijs vraagt aandacht voor gemeenteleden die niet blij zijn met de koers van hun kerkenraad. „Is het bevestigen van vrouwelijke ambtsdragers zo principieel dat band met de CGK op het spel moet worden gezet?”
Ds. L. den Butter (Rijnsburg) vindt het beeld van een huwelijk voor een kerkverband niet „het meest geschikt.” Hij wijst „liever” op 1 Korinthe 12 en 13. „Bij een huwelijk, bij het kerk-zijn, hoort ook trouw zijn, en elkaar dienen. Uit liefde.”
Als plaatselijke kerken zelf besluiten mogen nemen over bijvoorbeeld vrouwen in het ambt, dan komt volgens de predikant het kerkverband, „een gave van God”, onder grote druk te staan.