Gat in ozonlaag Zuidpool staat er goed voor
Het gaat goed met het gat in de ozonlaag boven de Zuidpool. Het gat is in tientallen jaren niet zo klein geweest. Bovendien is het gat al bijna weer dicht, veel eerder dan gebruikelijk.
Het gat is niet echt een gat, maar een gebied in de atmosfeer waar de hoeveelheid ozon onder een bepaald niveau komt. Die dunne plek ontstaat elk jaar in augustus. Dan eindigt de zuidpoolwinter en keert het zonlicht terug. De zonnestralen zetten een kettingreactie in gang, waardoor ozon wordt afgebroken. Dat wordt versterkt door vervuiling. In oktober is de dunne plek op zijn grootst en rond december is de hoeveelheid ozon hersteld.
Dit jaar was het gat op zijn hoogtepunt 10 miljoen vierkante kilometer groot, ongeveer zo groot als China. Het is daarmee een van de kleinste gaten sinds de jaren tachtig. In de komende week is het gat weer dicht en is de ozonlaag hersteld, voorspelt de Europese ruimtevaartorganisatie ESA, die het gat met satellieten in de gaten houdt. Dat is weken eerder dan gebruikelijk.
Het herstel komt door een combinatie van weersomstandigheden hoog in de lucht boven de Zuidpool, zegt de ESA. Daardoor werd ozon minder hard afgebroken dan anders. Het zegt volgens de ESA nog niets over herstel van de ozonlaag op andere plekken in de wereld.
Ozon beschermt de aarde tegen schadelijke straling van de zon. De stof wordt gevormd rond de evenaar, op tien tot vijftig kilometer hoogte. Van daaruit verspreidt het zich over de rest van de wereld. De laag ozon is in de twintigste eeuw zwaar beschadigd door het gebruik van gassen in bijvoorbeeld spuitbussen en koelkasten. In 1987 werd afgesproken het gebruik van zulke schadelijke stoffen terug te brengen. Sindsdien is de ozonlaag zich langzaam maar zeker aan het herstellen.